Monde­linge vragen mest­ver­wer­kings­in­stal­latie Gemert-Bakel

Indiendatum: mei 2013

Vragen over de voorgenomen bouw van een mestverwerkingsinstallatie in de gemeente Gemert-Bakel of op een alternatieve locatie.

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter! Ik zal niet alle vragen benoemen.Wij hebben begrepen dat de gemeenteraad van Gemert-Bakel een motie heeft aangenomen, waarin aan de provincie wordt gevraagd om mee te denken over het zoeken naar een alternatieve locatie voor een mestverwerkingsinstallatie dan wel een mestvergister. Die motie is onlangs aangenomen en in de komende gemeenteraadsvergadering wordt er een besluit verwacht. Wij vragen ons af wat de rol is van de provincie in dezen. Is er vooraf overleg geweest voordat deze motie er was of nu in de aanloop naar de vergadering van de gemeenteraad? Acht de provincie het mogelijk dat er een alternatieve locatie wordt gevonden? Heeft zij daar inzicht in en gaat zij actief meedenken? Waarom zou dat gebeuren zonder dat de commissie TSP daarover iets te zeggen heeft? Bestaat de kans dat in een van de in de raadsvergadering genoemde gebieden toch een mestvergistingsinstallatie komt en zo ja, op welke gronden?

De heer De Boer (GS;VVD):
Voorzitter! Zoals dat meestal gaat, zijn wij ambtelijk regelmatig in overleg geweest met de gemeente Bakel over deze initiatieven en daarbij is gesproken over het gebied De Fuik. De provincie heeft op vragen van de gemeente aangegeven dat dit niet past bij de huidige regelgeving in het kader van de Verordening ruimte. Eind 2012 zijn wij geïnformeerd over de ontwikkelingen van Unidek. De gebruikelijke rol van de provincie is dat wij de initiatieven bespreken en de Verordening ruimte als handvat gebruiken om een en ander samen met de gemeente te kunnen beoordelen. Ten principale ligt de beoordeling bij de provincie.
Uitgezocht moet nog worden of wij gezien de omvang ook het bevoegd gezag zijn voor het afgeven van de omgevingsvergunning.
Ik was niet op de hoogte van de motie die is ingediend. Volgens de heer Van der Wel staat in de motie dat het college van burgemeester en wethouder in de volgende raadsvergadering met een voorstel moet komen. Ik ken die motie niet.
Bij de provincie zijn geen andere ontwikkelingen bekend dan die bij De Fuik en Unidek. De heer Van der Wel vraagt vervolgens of wij het waarschijnlijk achten dat er een alternatieve locatie gevonden kan worden. Dat is een gemeentelijke aangelegenheid, mijnheer Van der Wel. De gemeente denkt na over locaties en legt die voor. Een en ander moet natuurlijk wel volgens de bepalingen van de Verordening ruimte. Wij blijven natuurlijk voortdurend in overleg met de gemeente.
Op de vraag of wij vinden dat de gemeente Gemert-Bakel druk op ons uitoefent, is mijn antwoord "nee". Ik voel nooit druk van de gemeente, de enige druk die ik voel is van uw Staten.

De heer Van der Wel (PvdD):
Terecht!

De heer De Boer (GS;VVD):
Zo zijn in dit land de gezagsverhoudingen vastgesteld en daar houd ik mij netjes aan.
Bestaat er een kans dat het LOG (Landbouwontwikkelingsgebied) Elsendorp of het LOG De Rips aangewezen worden? Op dit moment kan dat niet, maar wij hebben met elkaar afgesproken dat wij eind deze maand naar de commissie TSP komen met een nadere uitwerking van die problematiek. Als het nu voor deze twee LOG’s zou worden aangevraagd, is het antwoord "nee". Op 31 mei spreken wij in de commissie TSP verder over o.a. dit dossier.

De heer Van der Wel (PvdD):
Mijn vragen zijn goed beantwoord.