Tech­nische vragen n.a.v. de thema­bij­een­komst over de Delta Rhine Corridor (DRC)


Indiendatum: 11 mrt. 2024

Naar aanleiding van de interessante informatieve themabijeenkomst over de Delta Rhine Corridor (DRC) hebben wij een aantal technische vragen.

1. Wie is verantwoordelijk voor de leidingen qua veiligheid? Zijn er protocollen opgesteld voor als er een veiligheidsprobleem is met betrekking tot de leiding?

2. Hoe is dit geregeld bij de eventuele aanstaande aftakkingen? Kan dan een aftakking om veiligheidsredenen ook afgewezen worden?

3. Bij de aanleg van aftakkingen; wie is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud?

4. Kan een aftakking een verzwakking zijn van het algehele systeem? Denk bijvoorbeeld aan drukvermindering (mocht dat nodig zijn), maar ook (las)naden, etc..

5. Natuurcompensatie bij aftakkingen: hoe is dit geregeld? In tegenstelling tot het hoofdtracé is afwijking van de route bij een aftakking minder voor de hand liggend i.v.m. de fysieke afstand en kosten bij een langere route. Hoe wordt natuur bij aftakken beschermd? Hoe wordt de natuurcompensatie bij aftakkingen geregeld? Tussen welke partijen vindt die compensatie dan plaats?

6. Zijn er voldoende financiële middelen en fysieke ruimte aanwezig om natuur op het hoofdtracé te compenseren? Wie is hiervoor aan zet en welke partijen zijn hierbij betrokken?

7. Waarom zijn de natuurorganisaties meegenomen onder de maatschappelijke organisaties en zijn zij niet als losse sector meegenomen?

8. Kan de buisleiding problemen ondervinden door wisselingen in de hydrologie? Denk aan het verlagen of juist verhogen van de grondwaterstand.

Indiendatum: 11 mrt. 2024
Antwoorddatum: 26 mrt. 2024

Naar aanleiding van de interessante informatieve themabijeenkomst over de Delta Rhine Corridor (DRC) hebben wij een aantal technische vragen.

1. Wie is verantwoordelijk voor de leidingen qua veiligheid? Zijn er protocollen opgesteld voor als er een veiligheidsprobleem is met betrekking tot de leiding?

Antwoord:
De eigenaar van de buisleiding is verantwoordelijk voor de veiligheid en draagt actief zorg voor het beheer. Bestaande leidingen worden voortdurend gemonitord, geïnspecteerd en beheerd. Dat is nu het geval en zal bij de Delta Rhine Corridor niet anders zijn. Veiligheid staat bij initiatiefnemer voorop waarvoor zeer uitgebreide protocollen zijn. Zie ook https://www.gasunie.nl/organisatie/veiligheid-gezondheid-en-milieu
Daarnaast zijn voor de externe veiligheid van buisleidingen wettelijke kaders opgesteld die ook gelden voor de Delta Rhine Corridor. Deze zijn terug te vinden in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).


2. Hoe is dit geregeld bij de eventuele aanstaande aftakkingen? Kan dan een aftakking om veiligheidsredenen ook afgewezen worden?

Antwoord:
De Delta Rhine Corridor is in eerste instantie een project voor de aanleg van transportleidingen, tussen de industrieclusters Rotterdam-Moerdijk en Chemelot. In een later stadium volgt het netwerk (de aftakkingen).
Daarover is in deze fase nog niets bekend. Wel inventariseert de initiatiefnemer welke waterstof behoeften er zijn bij bijvoorbeeld bedrijven(terreinen).
Voor aftakkingen geldt ook wet- en regelgeving voor aspecten als veiligheid en natuur. Procedures zullen te zijner tijd gevoerd worden door de betrokken initiatiefnemers (bedrijven) en bevoegde gezagen.


3. Bij de aanleg van aftakkingen; wie is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud?

Antwoord:
Zie antwoord vraag 2.


4. Kan een aftakking een verzwakking zijn van het algehele systeem? Denk bijvoorbeeld aan drukvermindering (mocht dat nodig zijn), maar ook (las)naden, etc..

Antwoord:
Zie antwoord vraag 2.


5. Natuurcompensatie bij aftakkingen: hoe is dit geregeld? In tegenstelling tot het hoofdtracé is afwijking van de route bij een aftakking minder voor de hand liggend i.v.m. de fysieke afstand en kosten bij een langere route. Hoe wordt natuur bij aftakken beschermd? Hoe wordt de natuurcompensatie bij aftakkingen geregeld? Tussen welke partijen vindt die compensatie dan plaats?

Antwoord:
Zie antwoord vraag 2.


6. Zijn er voldoende financiële middelen en fysieke ruimte aanwezig om natuur op het hoofdtracé te compenseren? Wie is hiervoor aan zet en welke partijen zijn hierbij betrokken?

Antwoord:
Uit onderzoek in het milieueffectrapport (MER) moet nog blijken wat het effect van het project is op deze natuurgebieden. De planning voor de onderzoeken moeten nog gemaakt worden.


7. Waarom zijn de natuurorganisaties meegenomen onder de maatschappelijke organisaties en zijn zij niet als losse sector meegenomen?

Antwoord:
Voor DRC zijn natuur- en milieuorganisaties een belangrijke gesprekspartner en stakeholder. Ook in de vervolgfasen worden zij nadrukkelijk betrokken.


8. Kan de buisleiding problemen ondervinden door wisselingen in de hydrologie? Denk aan het verlagen of juist verhogen van de grondwaterstand.

Antwoord:
Dat kan. Daarom is vooraf ook uitgebreid onderzoek nodig. Welke onderzoeken en studies nodig en wenselijk zijn voor de milieueffectrapportage wordt vastgelegd in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau.