Kolen

Gezonde landbouw, natuurlijk!

Met bijna 5,5 miljoen varkens en ruim 25 miljoen kippen is Noord-Brabant de meest veedichte regio van Europa. Brabant is de grens van een gezonde veehouderij al ruim voorbij. Alleen gezonde, rechtvaardige landbouw levert gezond voedsel voor iedereen. De Partij voor de Dieren wil een regionale, plantaardige en biologische productie van voedsel.

Het uitgangspunt is een ecologisch voedselsysteem waarin voldoende voedsel geproduceerd wordt voor iedereen, binnen de grenzen van de planeet. Dat betekent akkerbouw en tuinbouw met strokenteelt, bloeiende akkerranden, bomen en hagen die de velden omlijsten en korte voedselketens, in evenwicht met de omgeving. In deze grondgebonden landbouw is een gezonde bodem de standaard, kunnen boeren een eerlijke boterham verdienen en is respect voor natuur, milieu en gezondheid vanzelfsprekend.

Het huidige landbouwsysteem is op een doodlopende weg beland, maar is met veel kunstgrepen (en belastinggeld) in de benen gehouden. Nergens zitten zoveel dieren op een kluitje als in ons land en Brabant spant daarin de kroon, als provincie met de meeste landbouwdieren. Als gevolg daarvan kent Brabant een groot aantal problemen, zoals een gigantisch mestoverschot en uitstoot van stikstof en broeikasgassen. Miljoenen dieren betalen daarvoor de hoogste prijs, maar ook boeren en inwoners worden opgezadeld met een onverantwoord hoge rekening. Noord-Brabant kampt met vervuild water en perioden van ernstige droogte, en de natuur holt achteruit. Steeds meer gemeenten, waaronder Bergen op Zoom, Oss, Steenbergen, Tilburg en Woensdrecht, keren zich tegen het provinciale beleid om overal mestfabrieken te plaatsen.

Het kantelpunt is nu bereikt. De oplossingen waar de Partij voor de Dieren al 20 jaar voor pleit worden steeds vaker als noodzakelijk gezien én worden steeds meer overgenomen. Idealisme blijkt het nieuwe realisme! Megastallen zullen verdwijnen, het aantal landbouwdieren neemt fors af en groene boeren krijgen ruimte en perspectief. Door die stappen te nemen worden ook problemen op het gebied van waterkwaliteit, droogte, luchtkwaliteit en gezondheid aangepakt. Minder vlees, eieren en zuivel produceren en consumeren, helpt om het kappen van tropische bossen voor veevoer te stoppen, om water te besparen, om honger te bestrijden en om de klimaatcrisis bij de bron aan te pakken. De kans op uitbraken van door dieren op mensen overdraagbare ziekten (zoönosen), zoals Q-koorts, en pandemieën neemt af. De transitie naar een meer plantaardig voedselsysteem bespaart bovendien talloze dieren een leven vol ellende. Dat gaat niet vanzelf. Noord-Brabant moet de overgang naar een regionale, plantaardige en biologische landbouw actief stimuleren. Een meerderheid van jonge boeren wil al een duurzaam bedrijf, maar zij hebben duidelijkheid en ondersteuning nodig.


Zie onderstaande standpunten voor meer toelichting op dit onderwerp: