Vragen over de komst van een nieuwe nert­senfarm in de gemeente Gemert-Bakel


Indiendatum: okt. 2013

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende de komst van een nieuwe nertsenfarm in de gemeente Gemert-Bakel.


Geacht college,

De afgelopen weken is er in de omgeving van een nieuw te realiseren (derde!) nertsenfarm in de gemeente Gemert-Bakel een handtekeningenactie gestart door bezorgde omwonenden. Zij zijn bang voor nog meer overlast veroorzaakt door stank, stof en talloze vliegen waardoor zij nu al worden geteisterd.

1. Bent u bekend met het feit dat er in de omgeving van de Rips in de gemeente Gemert-Bakel ruim 500 handtekeningen zijn verzameld tegen de komst van de nieuwe nertsenfarm? In het licht hiervan, klopt het dat een nertsenhouderij maar maximaal 50 meter van een woning dient te worden geplaatst? Zo ja, deelt u de mening dat een dergelijk kleine afstand onwenselijk is? Vind u dit redelijk, aangezien de reeds bestaande en te verwachten klachten van omwonenden?

2. Bent u bekend met de uitspraak van wethouder Hoppezak (gemeente Gemert-Bakel) dat hij zich er van bewust is dat de leefbaarheid in de omgeving minder wordt door de nieuwe nertsenfarm en hij niet blij is met de komst van de nertsenfarm?

3. Bent u het met ons eens dat dit een sterk signaal is dat de komst van de nieuwe nertsenfarm voor onredelijke overlast gaat zorgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om maatregelen te treffen om de komst van de nieuwe nertsenfarm te verhinderen?

4. Ziet u, met betrekking tot bovenstaande vragen, redenen om dit gebied in Gemert-Bakel als knelpunt op te merken? Zo ja, gaat u het gebied benaderen als een knelpunt in het landelijk gebied? Zo nee, waarom niet?

Er is bij een aantal omwonenden van de nieuw te bouwen nertsenfarm verwarring ontstaan door de mededeling ‘verandering van inrichting’ bij de publicatie van de ontwerpbeschikking op de bouwvergunning in het daarvoor aangewezen dagblad. Er klinken zelfs geluiden van bewoners uit het dorp de Rips, dat wanneer het hen duidelijk was geweest dat het over de transitie naar een nertsenfarm ging, er bezwaar zou zijn gemaakt door omwonenden. Een van de pijlers in de transitie naar een duurzame veehouderij en de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij heeft betrekking op het gesprek tussen boer en buur; de dialoog teneinde maatschappelijk draagvlak te creëren voor (uitbreidingen in) de veehouderij. Wij zijn van mening dat de kwaliteit van een publicatie direct verband houdt met de maatschappelijke acceptatie van een activiteit.

5. Is bovenstaande voor u een aanleiding tot het maken van een inspanning tot het creëren of stimuleren van een betere, helderder communicatie tussen burger en gemeente in de veehouderij?

6. Beschikte de ondernemer die de betreffende nertsenfarm wil realiseren aan de burgemeester Nooijenlaan 7, op 15 januari 2013 zowel over de omgevingsvergunning als de benodigde huisvestingsplaatsen? Zo nee, onder welke voorwaarden kan het bedrijf zich in het licht van de Wet Verbod Pelsdierhouderij dan toch omvormen tot nertsenfarm?

7. Hoe staat de mogelijkheid voor een agrariër om te schakelen tussen te houden dieren in deze situatie in verhouding tot de Wet Verbod Pelsdierhouderij die op 15 januari 2013 is ingegaan en tot de ethische overwegingen dat het houden van pelsdieren met als doel het verkrijgen van hun pels niet aanvaardbaar is?


Wij vernemen graag uw reactie.


Met vriendelijke groet,

Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: okt. 2013
Antwoorddatum: 19 nov. 2013

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Bent u bekend met het feit dat er in de omgeving van de Rips in de gemeente Gemert-Bakel ruim 500 handtekeningen zijn verzameld tegen de komst van de nieuwe nertsenfarm? In het licht hiervan, klopt het dat een nertsenhouderij maar maximaal 50 meter van een woning dient te worden geplaatst? Zo ja, deelt u de mening dat een dergelijk kleine afstand onwenselijk is? Vind u dit redelijk, aangezien de reeds bestaande en te verwachten klachten van omwonenden?

Antwoord: Nee, wij zijn niet op de hoogte van de handtekeningen. Nee, de aan te houden afstand tot een woning is een afweging die de gemeente dient te maken.


2. Bent u bekend met de uitspraak van wethouder Hoppezak (gemeente Gemert-Bakel) dat hij zich er van bewust is dat de leefbaarheid in de omgeving minder wordt door de nieuwe nertsenfarm en hij niet blij is met de komst van de nertsenfarm?

Antwoord: Nee.


3. Bent u het met ons eens dat dit een sterk signaal is dat de komst van de nieuwe nertsenfarm voor onredelijke overlast gaat zorgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om maatregelen te treffen om de komst van de nieuwe nertsenfarm te verhinderen?

Antwoord: Nee, de gemeente is het Wabo-bevoegd gezag en dient eventuele overlast mee te wegen in het kader van de omgevingsvergunning.


4. Ziet u, met betrekking tot bovenstaande vragen, redenen om dit gebied in Gemert-Bakel als knelpunt op te merken? Zo ja, gaat u het gebied benaderen als een knelpunt in het landelijk gebied? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, zoals gebruikelijk zal de gemeente in dit geval de juridische kaders moeten volgen.


5. Er is bij een aantal omwonenden van de nieuw te bouwen nertsenfarm verwarring ontstaan door de mededeling ‘verandering van inrichting’ bij de publicatie van de ontwerpbeschikking op de bouwvergunning in het daarvoor aangewezen dagblad. Er klinken zelfs geluiden van bewoners uit het dorp de Rips, dat wanneer het hen duidelijk was geweest dat het over de transitie naar een nertsenfarm ging, er bezwaar zou zijn gemaakt door omwonenden. Een van de pijlers in de transitie naar een duurzame veehouderij en de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij heeft betrekking op het gesprek tussen boer en buur; de dialoog teneinde maatschappelijk draagvlak te creëren voor (uitbreidingen in) de veehouderij. Wij zijn van mening dat de kwaliteit van een publicatie direct verband houdt met de maatschappelijke acceptatie van een activiteit. Is bovenstaande voor u een aanleiding tot het maken van een inspanning tot het creëren of stimuleren van een betere, helderder communicatie tussen burger en gemeente in de veehouderij?

Antwoord: Nee, de publicatie wordt door de gemeente verzorgd. De provincie heeft daarbij geen enkele rol.


6. Beschikte de ondernemer die de betreffende nertsenfarm wil realiseren aan de burgemeester Nooijenlaan 7, op 15 januari 2013 zowel over de omgevingsvergunning als de benodigde huisvestingsplaatsen? Zo nee, onder welke voorwaarden kan het bedrijf zich in het licht van de Wet Verbod Pelsdierhouderij dan toch omvormen tot nertsenfarm?

Antwoord: Nee, op 15 januari 2013 beschikte de ondernemer niet over een dergelijk omgevingsvergunning op het adres Nooijenlaan 7. Op 9 augustus 2013 heeft de gemeente echter een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en milieu voor de beoogde nertsenfarm. Dit besluit van de gemeente is bij de rechter aangevochten en er is nog geen definitieve uitspraak gedaan. Als de omgevingsvergunning stand houdt mag de ondernemer conform deze omgevingsvergunning in de sheds dieren gaan houden. De ondernemer moet echter ook voldoen aan de eisen van de Wet verbod pelsdierhouderijen, waaronder de toegestane huisvestingsplaatsen. De controle en handhaving van deze regels van de Wet verbod pelsdierhouderij is de bevoegdheid van het Rijk.


7. Hoe staat de mogelijkheid voor een agrariër om te schakelen tussen te houden dieren in deze situatie in verhouding tot de Wet Verbod Pelsdierhouderij die op 15 januari 2013 is ingegaan en tot de ethische overwegingen dat het houden van pelsdieren met als doel het verkrijgen van hun pels niet aanvaardbaar is?

Antwoord: De Wet verbod pelsdierhouderij betreft een verbod op het houden, doden of doen doden van pelsdieren. Het verbod is ingevoerd vanwege ethische en maatschappelijke weerstand tegen de bontproductie. Een omgevingsvergunning voor milieu kan op grond van artikel 2.14, derde lid, Wabo alleen in het belang van het milieu worden geweigerd. Aangezien het verbieden van het houden van nertsen niet is gebaseerd op overwegingen van milieu, maar op ethische gronden, kan een omgevingsvergunning niet op die grond worden geweigerd. Ook de omgevingsvergunning voor bouwen kent een eigen, limitatief, toetsingskader. Samenvattend is er op grond van de Wabo geen mogelijkheid om een vergunning te weigeren met het oog op de Wet verbod pelsdierhouderij.

De Wet verbod pelsdierhouderij zorgt er voor dat de nertsenhouderij zonder huisvestingsplaatsen niet mag starten. Voor bestaande nertsenhouders geldt, onder voorwaarden, een overgangstermijn tot 1 januari 2024.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris

Interessant voor jou

Vragen over de toevoeging van een vijfde expert aan het nieuwe onderzoek betreffende het Logistiek Park Moerdijk

Lees verder

Vragen over de jacht op wilde zwijnen in Heeze-Leende

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer