Vragen over (de uitbreiding van) lucht­haven Seppe


Indiendatum: feb. 2014

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende (de uitbreiding van) luchthaven Seppe.


Geacht college,

Op 21 maart aanstaande neemt de provincie een besluit over een uitbreiding van luchthaven Seppe. Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.

1. In artikel 4 van de Verordening Luchtvaart wordt voor vliegvelden een gebruiksplan verplicht gesteld. Bent u van mening dat er voor de vliegvelden Seppe en Budel een gebruiksplan moet worden opgesteld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

2. De geluidsruimte binnen het luchthaventerrein mag door de eigenaar naar eigen inzicht worden ingevuld. Hoe staat deze bepaling in relatie tot artikel 4 van de Verordening Luchtvaart (opstellen van een gebruiksplan)? Op welke wijze is / wordt de omgevingscommissie daarbij betrokken en welke invloed heeft zij daarin?

3. Binnen de geplande uitbreiding van het oppervlak van de luchthaven wordt mede een tweede taxibaan gerealiseerd? Vindt hierbij een toename / verandering van de geluidsbelasting plaats? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke invloed heeft dat op de omgeving?

4. De ontwikkeling van het bedrijventerrein Airparc Seppe is toegestaan op voorwaarde dat alleen luchtvaartgebonden bedrijven zich er mogen vestigen. Op welke wijze is dat wettelijk verankerd en welke definitie voor luchtvaartgebondenheid wordt daarbij door u gehanteerd? Wie is bevoegd gezag om dit te toetsen en controleren?

5. Bent u het met ons eens dat, wanneer er zich niet luchtvaartgebonden bedrijven zouden vestigen op het luchtvaartgebonden bedrijventerrein, dit ten koste kan gaan van invulling / bezetting van andere (in de buurt gelegen) bedrijventerreinen? Zo ja, hoe groot acht de kans dat dit kan gebeuren? Vindt u dit wenselijk?


Wij vernemen graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: feb. 2014
Antwoorddatum: 18 mrt. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1. In artikel 4 van de Verordening Luchtvaart wordt voor vliegvelden een gebruiksplan verplicht gesteld. Bent u van mening dat er voor de vliegvelden Seppe en Budel een gebruiksplan moet worden opgesteld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

Antwoord: Nee. De Verordening luchtvaart Noord-Brabant bevat regels voor het aanvragen van een nieuw luchthavenbesluit of de wijziging van een vigerend luchthavenbesluit. Artikel 4 regelt welke informatie aangeleverd moet worden in de aanvraag voor een nieuw luchthavenbesluit. Een aantal bepalingen van artikel 4 heeft betrekking op een nieuwe luchthaven. Hiertoe behoort ook de bepaling waarin een plan voor het gebruik van de luchthaven gedurende de eerste vijf jaar na inwerkingtreding van het luchthavenbesluit wordt gevraagd. Dit plan is nodig bij een nieuwe luchthaven om inzicht te verkrijgen in het te verwachten gebruik van de luchthaven. Voor zowel Seppe als Budel is er sprake van een bestaande luchthaven met een vastgesteld luchthavenbesluit. Een plan als bedoeld in artikel 4 van de verordening is hier dus niet aan de orde. Overigens levert de exploitant van luchthaven Seppe op vrijwillige basis jaarlijks vóór 1 oktober een gebruiksplan voor het komende gebruiksjaar. Het gebruiksjaar van luchthaven Seppe loopt van 1 oktober van enig jaar tot 1 oktober van het daarop volgend jaar.

2. De geluidsruimte binnen het luchthaventerrein mag door de eigenaar naar eigen inzicht worden ingevuld. Hoe staat deze bepaling in relatie tot artikel 4 van de Verordening Luchtvaart (opstellen van een gebruiksplan)? Op welke wijze is / wordt de omgevingscommissie daarbij betrokken en welke invloed heeft zij daarin?

Antwoord: Zoals bij de beantwoording van vraag 1 is gesteld, is een dergelijk plan als bedoeld in artikel 4 i van de Verordening luchtvaart Noord-Brabant niet van toepassing op deze situatie. Overigens merken wij op dat het handhavingsstelsel van de Wet luchtvaart, uitgewerkt in de Regeling burgerluchthavens, hier van kracht is. Daarin is onder meer bepaald dat de exploitant vier keer per jaar moet rapporteren over de feitelijke en te verwachte invulling van de vergunde geluidsruimte hetgeen ook gebeurt.
In de Verordening Commissie Regionaal Overleg Seppe Noord-Brabant zijn in artikel 3 de taken van deze commissie beschreven. Tot die taken behoort onder andere het uitwisselen van informatie tussen de leden over het feitelijke en voorziene gebruik van de luchthaven. In dit aspect heeft de verordening dus voorzien en is het aan de commissie om hiervan gebruik te maken.


3. Binnen de geplande uitbreiding van het oppervlak van de luchthaven wordt mede een tweede taxibaan gerealiseerd? Vindt hierbij een toename / verandering van de geluidsbelasting plaats? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke invloed heeft dat op de omgeving?

Antwoord: Nee. De vergunde grenswaarden voor de geluidbelasting in de handhavingspunten, zoals bedoeld in artikel 6 van het vigerende luchthavenbesluit, zullen na uitbreiding van het luchthavengebied niet veranderen. Dit heeft de exploitant van de luchthaven ook zo aangegeven.


4. De ontwikkeling van het bedrijventerrein Airparc Seppe is toegestaan op voorwaarde dat alleen luchtvaartgebonden bedrijven zich er mogen vestigen. Op welke wijze is dat wettelijk verankerd en welke definitie voor luchtvaartgebondenheid wordt daarbij door u gehanteerd? Wie is bevoegd gezag om dit te toetsen en controleren?

Antwoord: De door u genoemde wettelijke verankering is geregeld in het bestemmingsplan ‘Seppe Airparc’ van de gemeente Halderberge. Overigens zijn ook bezoekers- en ontvangstruimten, kantoorruimten, detailhandel en horeca toegestaan mits ondergeschikt. In de planregels, artikel 1.23, van het bestemmingsplan ‘Seppe Airparc’ is de volgende definitie opgenomen voor luchtvaartgebondenheid: functies en diensten direct gebonden aan de luchtvaart. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning wordt getoetst aan het bestemmingsplan. Deze toetsing wordt uitgevoerd door de instantie die bevoegd is voor de verlening van deze vergunning. In de regel is dat de gemeente.

5. Bent u het met ons eens dat, wanneer er zich niet luchtvaartgebonden bedrijven zouden vestigen op het luchtvaartgebonden bedrijventerrein, dit ten koste kan gaan van invulling / bezetting van andere (in de buurt gelegen) bedrijventerreinen? Zo ja, hoe groot acht de kans dat dit kan gebeuren? Vindt u dit wenselijk?

Antwoord: Ja. Indien zich een niet luchtvaartgebonden bedrijf zou vestigen op Airparc Seppe dan kan dat ten koste gaan van invulling/bezetting van andere (in de buurt gelegen) bedrijventerreinen. In het bestemmingsplan ‘Airparc Seppe’ is echter de vestiging van niet luchthavengebonden bedrijven uitgesloten. De vestiging van niet luchtvaartgebonden bedrijven vinden wij niet wenselijk. Zoals aangegeven in ons antwoord op vraag 4, zal de gemeente hier in de regel op toe moeten zien.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris

Interessant voor jou

Vragen over het innemen van rechten bij uitkopen van veehouderijbedrijven

Lees verder

Vragen over de biggenrace in Uden op Carnavalsmaandag

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer