Vragen over de verwachtte haal­baarheid van het Hof van Cranen­donck

Indiendatum: sep. 2014
Antwoorddatum: 14 okt. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1. Heeft u, voordat u planologische medewerking heeft verleend aan het project, een inschatting gemaakt van de financiën, de financiële risico’s en de haalbaarheid van Hof van Cranendonck? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven wanneer u hiernaar onderzoek heeft gedaan en wat de uitkomst van dat onderzoek was?

Antwoord: Ja. Hof van Cranendonck was één van de drie meerwaardenprojecten op grond van het Koersdocument Stad en Platteland. Drie externe deskundigen hebben in dat verband in een vroeg stadium de haalbaarheid onderzocht. Het betrof destijds een eerste inschatting van de haalbaarheid ten behoeve van de afweging of een meerwaardetraject aan de orde was. Uiteindelijk wordt in het kader van het bestemmingsplan de uitvoerbaarheid van het project geborgd (zie verder antwoord onder 2). De commissie ROW heeft op 14 december 2012 ingestemd met het adviesrapport “Meerwaardegesprekken De Heihorsten, De Logt en Hof van Cranendonck” d.d. 8 november 2012.

2. Heeft u de initiatiefnemers van Hof van Cranendonck gevraagd om financiële garantstellingen en om een risicoanalyse? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welk moment? En wat was de uitkomst van de analyse?

Antwoord: Nee. De gemeente is verantwoordelijk en bevoegd voor het opstellen van het bestemmingsplan. De uitvoerbaarheid is een onderdeel van dat plan. Wij beoordelen het plan op de (ruimtelijke) provinciale belangen. Als in dat kader financiële garantstellingen nodig zijn zal de gemeente dat moeten verantwoorden. In de vooroverlegreactie van 11 maart 2014 over het voorontwerpbestemmingsplan is expliciet gewezen op het (nog) ontbreken van een anterieure overeenkomst in dat verband.

3. Heeft u binnen de ontwikkeling en de plannen de kredietwaardigheid van de initiatiefnemers onderzocht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze? En wat was de uitkomst van het onderzoek?

Antwoord: Nee. Zie ons antwoord op vraag 2.

4. Kunt u aangeven wanneer u bent begonnen met het overleg met de initiatiefnemers van Hof van Cranendonck en hoeveel kosten daarbij zijn gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en op welke wijze worden deze kosten verhaald op de initiatiefnemers?

Antwoord: Ja. De eerste overleggen over het initiatief hebben vanaf najaar 2011 met de gemeente plaatsgevonden. Het is gebruikelijk dat wij als provincie overleg voeren met gemeenten en initiatiefnemers over allerlei ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in de startfase van een project als in een latere fase in de procedure. Daarmee beogen wij onze provinciale belangen in een vroegtijdig stadium te borgen. De gemeente is overigens initiatiefnemer van het bestemmingsplan en kosten op grond van onze wettelijke taken worden per definitie niet op gemeenten verhaald.

5. Heeft u in de aanloop naar de voorbereiding van de aanwijzing Integratie Stad en Platteland rekening gehouden met de verkeersafwikkeling van het project, de ingrepen in de infrastructuur, het verdwijnen van karakteristieke bomenlanen en het verdwijnen van een cultuurhistorisch bol-akker? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord: Nee. De redenen om ter plaatse de aanduiding integratie stad – land op te nemen zijn uitvoerig opgenomen in het voorstel aan PS. De gemeente is verantwoordelijk voor het opstellen van het bestemmingsplan. Ook verkeersafwikkeling, infrastructuur en cultuurhistorie maken daarvan onderdeel uit. Wij beoordelen dit plan op grond van de in de Verordening ruimte genoemde provinciale belangen.

Het gebied waar Hof van Cranendonck gerealiseerd had moeten worden betreft een (beschermd) natuurgebied.

6. Hoe groot was de totale oppervlakte van het project en hoeveel hectare natuurgebied zou zijn aangetast indien Hof van Cranendonck was gerealiseerd?

Antwoord: De totale oppervlakte van het plangebied voor Hof van Cranendonck, in de Verordening ruimte 2014 aangeduid als integratie stadland, bedraagt ca. 70 ha. De directe aantasting van de EHS ten behoeve van de aanleg van de toegangsweg en rotonde omvatte een oppervlakte van 2.608 m².
Er moest derhalve 4.347 m² worden gecompenseerd.

7. Is er nagedacht over compensatie van de aantasting van de natuur? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke regeling was daarvoor getroffen en wat waren in dit kader de verwachte kosten?

Antwoord: Ja. Er is een compensatieplan opgesteld met de Verordening ruimte als grondslag. Zie verder ons antwoord op vraag 6.

8. Aangezien de ontwikkeling van Hof van Cranendonck nu geen doorgang vindt, wordt de aanwijzing Integratie Stad en Platteland teruggedraaid naar de originele bestemming? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie(s) neemt u daartoe?

Antwoord: Nee. PS heeft hiertoe op verzoek van de gemeente besloten gelet op het specifieke karakter van het gebied waarin een cluster van bebouwing is gelegen met woningen en kantoren, waaronder het voormalig gemeentehuis en een fors agrarisch bouwblok van een intensieve veehouderij. Er is leegstand en het gebied leent zich verder voor het ontwikkelen van natuur. De Verordening ruimte 2014 biedt voor dergelijke gebieden de volgende mogelijkheid: “Onder specifieke voorwaarden is stedelijke ontwikkeling ook mogelijk in gebieden met bijzondere landschappelijke kwaliteiten, de zogenoemde ’gebieden integratie stad-land’. In deze gebieden kan stedelijke ontwikkeling plaatsvinden in samenhang met een groene en blauwe landschapsontwikkeling.” De aanduiding integratie stad-land maakt derhalve een gebiedsgerichte aanpak en herbestemming van aanwezige functies mogelijk waarbij rekening moet worden gehouden met de kwaliteiten en waarden van het gebied.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Voorzitter, Secretaris,