Aanvul­lende Staten­vragen Q-koorts

Indiendatum: mrt. 2008

Den Bosch, 7 maart 2008.

Aanvullende Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het College van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

Onlangs hebben we vragen gesteld over de Q-koorts (Publicatiedatum 18-02-2008)
Uit zeer recente gegevens van RIVM en GGD blijkt dat het genoemde aantal mensen dat ziek is geworden in de gestelde vragen nog aan de lage kant was. Vorig jaar zijn wel 170 mensen ziek geworden waarvan een kleine 150 in Noord-Brabant. Alle huisartsen, behandelaars en verloskundigen in Noord-Brabant is dit afgelopen week per brief gemeld.
In de bijlage het persbericht van LNV en VWS.

Er zijn signalen dat geitenhouders het melden van zieke dieren onder de pet houden omdat ze geen zin hebben in gedoe.

Daarom twee nieuwe aanvullende vragen:

- Wie ziet toe op de hygiëne maatregelen?
- Hoe weten we waar zich nieuwe dierziektegevallen voordoen? (boeren melden vrijwillig en nu dus niet)

Bijlage
DEN HAAG - Het ministerie van Landbouw waarschuwt voor de gevaren van Q-koorts, de ziekte die opvallend veel inwoners van Herpen vorig jaar opliepen. Deze ziektekiemen veroorzaken bij schapen en geiten vroegtijdige abortus en kunnen ook voor mensen gevaarlijk zijn.
Dit geldt vooral voor mensen met een verminderde weerstand, jonge kinderen, oude mensen en vooral zwangere vrouwen.

Vooral direct contact met mest of stro van geiten- en schapenbedrijven is een risico. Ook kan besmet stof zich door te verwaaien over grote afstand verspreiden, aldus het ministerie. Een veehouder kan maatregelen nemen om de risico's zoveel mogelijk te verminderen.

Zo zouden mensen uit de risicogroepen niet moeten helpen tijdens de aflamperiode. Ze zouden evenmin in de stal moeten komen en zelfs geen contact moeten hebben met de kleren van de partner die geholpen heeft bij een verlossing. Ook zouden bezoekers moeten worden geweerd uit de stal. Ten slotte is het van belang mest en stro bij rustig weer uit te rijden en zo spoedig mogelijk onder te werken.

Op de website van het ministerie staat meer informatie. Hier is ook een folder van de Gezondheidsdienst voor Dieren te vinden, waarin maatregelen staan om risico’s voor mens en dier te verminderen.