Schrif­te­lijke vragen bedreiging controleur meldpunt jacht­mis­standen

Indiendatum: mei 2010

Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

Geacht college,

Op 26 april jl. is een controleur van het meldpunt jachtmisstanden van de Partij voor de Dieren verbaal en fysiek bedreigd door een lid van de WBE Roosendaal. In de afgelopen jaren zijn er meer bedreigingen aan zijn adres geuit en is er door jagers materiële schade toegebracht aan de bezittingen van de controleur.
De provincie Noord-Brabant vertrouwt haar Flora- en Faunabeleid toe aan de FBE en de daaronder vallende WBE's. Men mag verwachten dat jagers, aangesloten bij de WBE's, zich niet schuldig maken aan bedreigingen en criminele activiteiten. Indien dit wel gebeurt wordt hiermee de integriteit van het faunabeheer aangetast.
Naast bovengenoemde situatie komen tevens geregeld meldingen binnen van illegale jachtpraktijken door bij WBE's aangesloten jagers, zoals het vergiftigen van roofvogels en vossen. In enkele gevallen ging het zelfs om overtredingen begaan door BOA's in dienst van de overheid.

Wij willen u graag de volgende vragen stellen.

1. Bent u op de hoogte van bovenbeschreven bedreiging van de controleur?
2. Heeft u actie ondernomen naar aanleiding van bovengenoemde misstanden? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Om een jachtakte te kunnen verkrijgen moet een (aspirant) jager in het bezit zijn van een jachtdiploma en van onbesproken gedrag zijn.

3. Wat is uw visie op het gegeven dat eenmaal in het bezit van een jachtakte de jager niet meer gecontroleerd wordt op zijn al dan niet onbesproken gedrag?
4. Wat is uw visie op het feit dat jagers die zich niet aan gedragsnormen houden uw faunabeleid uitvoeren, en hoe waarborgt u de integriteit van de jagers die het provinciaal faunabeheer uitvoeren?

Met vriendelijke groet,
Dr. Birgit Verstappen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren