Schriftelijke vragen naar aanleiding van de themabijeenkomst Uitvoeringsagenda milieu
Indiendatum: 11 sep. 2024
Geacht college,
Op vrijdag 30 augustus vond de themabijeenkomst over de Uitvoeringsagenda milieu plaats. Tijdens de bijeenkomst bleven een aantal van onze vragen onbeantwoord, en ontstonden er ook nieuwe vragen.
Wij kunnen ons voorstellen dat de innovaties wat betreft Best Beschikbare Technieken (BBT) elkaar snel kunnen opvolgen, en dat een bedrijf regelmatig moet investeren om up-to-date te blijven.
1. Bent u van mening dat bedrijven de investeringen in BBT ook daadwerkelijk doen? Indien ja, waar blijkt dat uit?
2. Wat is de consequentie als er uit de vijfjaarlijkse rapportage blijkt dat de Best Beschikbare Techniek niet op het bedrijf aanwezig is?
3. Op welk moment bij vraag 2 zal bestuursdwang worden toegepast?
4. Kan het bedrijf de bedrijfsvoering voortzetten, en dus blijven uitstoten, terwijl het bedrijf bezig is met het opheffen van de onrechtmatige situatie (het niet voldoen aan BBT)?
In de Uitvoeringsagenda staat: ‘’Het uitstoten van Zeer Zorgwekkende Stoffen naar water en lucht is niet altijd niet toegestaan en afhankelijk van de vergunning. Deze vergunningverlening hoop je afdoende ook af te stemmen op de wenselijkheid van een specifieke plek waarin doelstelling van N2000 en KRW van belang zijn.’’
5. De woorden ‘hoop’ en ‘wenselijkheid’ lezen alsof Natura2000 en de Kaderrichtlijn Water ondergeschikt zijn aan de belangen van de uitstotende bedrijven. Kunt u aan ons verduidelijken hoe deze passage uit de Uitvoeringsagenda moet worden geïnterpreteerd?
In verschillende Nederlandse provincies is de afgelopen tijd ophef ontstaan over bouwmateriaal Beaumix, een uitvinding van aannemer Boskalis. Volgens het bedrijf zelf is Beaumix een ‘circulair bouwmateriaal’, maar het bevat allerlei schadelijke bestanddelen, waaronder batterijresten. Dit heeft grote gevolgen voor het milieu. U heeft aangegeven bij de beantwoording van onze technische vragen d.d. 29 augustus jl. dat Beaumix niet gebruikt is bij de werkzaamheden aan:
N69.01 nieuwe verbinding N69, gunning was op 21-12-2018;
N631 tunnel onder spoor Rijen, gunning was op 3-6-2022;
N268 Dinteloord – Oud Gastel, gunning was op 10-10-2023.1,2
6. Bent u bereid om ook voor toekomstige projecten geen gebruik te maken van het bouwmateriaal Beaumix, en hier bij een gunning op te selecteren?
7. Bent u bereid om bij de Brabantse gemeenten te inventariseren of en waar in de Brabantse gemeenten Beaumix is gebruikt in bouwprojecten? Indien nee, waarom niet?
Een van onze provinciale doelen is om de geurhinder van structurele bronnen te verminderen. Tegelijkertijd worden sinds kort weer vergunningen verleend voor grotere stallen met meer varkens. Op pag. 43 van de Uitvoeringsagenda staat: Als geuroverlast te erg wordt voor omwonenden, dan grijpt de provincie ‘’indien nodig en mogelijk, in’’.
8. Welke mogelijkheden hebt u om in te grijpen, wanneer bijvoorbeeld een nieuw vergunde varkensstal ondanks inzet van een luchtwassysteem, tóch te veel geur uitstoot?
Wij vernemen graag uw reactie en danken u bij voorbaat voor de beantwoording.
Met vriendelijke groet,
Ellen Putman
Partij voor de Dieren Noord-Brabant
Indiendatum:
11 sep. 2024
Antwoorddatum: 9 okt. 2024
Op vrijdag 30 augustus vond de themabijeenkomst over de Uitvoeringsagenda milieu plaats. Tijdens de bijeenkomst bleven een aantal van onze vragen onbeantwoord, en ontstonden er ook nieuwe vragen.
Wij kunnen ons voorstellen dat de innovaties wat betreft Best Beschikbare Technieken (BBT) elkaar snel kunnen opvolgen, en dat een bedrijf regelmatig moet investeren om up-to-date te blijven.
1. Bent u van mening dat bedrijven de investeringen in BBT ook daadwerkelijk doen? Indien ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord:
Dit dient voor ieder bedrijf separaat beoordeeld te worden. BBT zijn voorgeschreven in een vergunning en/of in algemene regels die voor een bedrijf gelden. Wij zien toe op de naleving hiervan.
2. Wat is de consequentie als er uit de vijfjaarlijkse rapportage blijkt dat de Best Beschikbare Techniek niet op het bedrijf aanwezig is?
Antwoord:
Indien ons blijkt dat door een bedrijf een voorgeschreven BBT niet wordt/is toepast, zal hiertegen handhavend worden opgetreden.
3. Op welk moment bij vraag 2 zal bestuursdwang worden toegepast?
Antwoord:
Bij het optreden tegen een geconstateerde overtreding, hanteren wij de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). Er wordt daarmee door ons gekozen voor een passend handhavingstraject en -instrument.
Welke interventie passend is, hangt af van de aard, zwaarte, oorzaken en gevolgen van de overtreding en van het verwachte effect van de interventie.
Het toepassen van bestuursdwang is één van de instrumenten die ons ter beschikking staan.
4. Kan het bedrijf de bedrijfsvoering voortzetten, en dus blijven uitstoten, terwijl het bedrijf bezig is met het opheffen van de onrechtmatige situatie (het niet voldoen aan BBT)?
Antwoord:
zie antwoorden bij vraag 2 en 3.
In de Uitvoeringsagenda staat: ‘’Het uitstoten van Zeer Zorgwekkende Stoffen naar water en lucht is niet altijd niet toegestaan en afhankelijk van de vergunning. Deze vergunningverlening hoop je afdoende ook af te stemmen op de wenselijkheid van een specifieke plek waarin doelstelling van N2000 en KRW van belang zijn.’’
5. De woorden ‘hoop’ en ‘wenselijkheid’ lezen alsof Natura2000 en de Kaderrichtlijn Water ondergeschikt zijn aan de belangen van de uitstotende bedrijven. Kunt u aan ons verduidelijken hoe deze passage uit de Uitvoeringsagenda moet worden geïnterpreteerd?
Antwoord:
De boodschap van de aangehaalde passage is dat vergunningen voor het uitstoten van ZZS in sommige gevallen mogen worden verleend. Randvoorwaarde voor verlening is dat de uitstoot niet belemmerend mag zijn voor het behalen van N2000- en KRW-doelstellingen. De woorden 'hoop' en 'wenselijkheid' kunnen daarbij inderdaad onbedoeld verwarring oproepen. In het op 17 september 2024 door GS vastgestelde Uitvoeringsprogramma Milieu, komen de woorden 'hoop' en 'wenselijkheid' niet langer voor.’
In verschillende Nederlandse provincies is de afgelopen tijd ophef ontstaan over bouwmateriaal Beaumix, een uitvinding van aannemer Boskalis. Volgens het bedrijf zelf is Beaumix een ‘circulair bouwmateriaal’, maar het bevat allerlei schadelijke bestanddelen, waaronder batterijresten. Dit heeft grote gevolgen voor het milieu. U heeft aangegeven bij de beantwoording van onze technische vragen d.d. 29 augustus jl. dat Beaumix niet gebruikt is bij de werkzaamheden aan:
N69.01 nieuwe verbinding N69, gunning was op 21-12-2018;
N631 tunnel onder spoor Rijen, gunning was op 3-6-2022;
N268 Dinteloord – Oud Gastel, gunning was op 10-10-2023.1,2
6. Bent u bereid om ook voor toekomstige projecten geen gebruik te maken van het bouwmateriaal Beaumix, en hier bij een gunning op te selecteren?
Antwoord:
Nee. Voor onze gunningscriteria wegen we circulariteitsdoelstellingen af met de aard van het beoogde gebruik van mogelijke toepassingen, de risico’s die op korte en lange termijn kunnen optreden en de kosten bij aanleg en instandhouding. Hoewel het gebruik van Beaumix niet wettelijk verboden is, kunnen we in een contracteis vastleggen dat het middel niet toegestaan is. We overleggen momenteel met andere provincies over deze materie om een weloverwogen besluit hierover te kunnen nemen.
7. Bent u bereid om bij de Brabantse gemeenten te inventariseren of en waar in de Brabantse gemeenten Beaumix is gebruikt in bouwprojecten? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. Het is niet onze rol, bevoegdheid of verantwoordelijkheid om toe te zien op bouwprojecten van andere overheden en hun gebruik van Beaumix of andere soorten materialen.
Een van onze provinciale doelen is om de geurhinder van structurele bronnen te verminderen. Tegelijkertijd worden sinds kort weer vergunningen verleend voor grotere stallen met meer varkens. Op pag. 43 van de Uitvoeringsagenda staat: Als geuroverlast te erg wordt voor omwonenden, dan grijpt de provincie ‘’indien nodig en mogelijk, in’’.
8. Welke mogelijkheden hebt u om in te grijpen, wanneer bijvoorbeeld een nieuw vergunde varkensstal ondanks inzet van een luchtwassysteem, tóch te veel geur uitstoot?
Antwoord:
Geuremissies en –maatregelen zijn aspecten die geregeld zijn in de omgevingsvergunning, onderdeel milieubelastende activiteit. In de meeste gevallen is de gemeente hiervoor het bevoegde gezag. Dat geldt voor nagenoeg alle veehouderijbedrijven. Wij hebben geen bevoegdheid om bij deze gemeentelijke bedrijven in te grijpen bij een mogelijke overschrijding.
Uiteraard hebben wij deze bevoegdheid wel bij de bedrijven (met name industriële bedrijven) waarvoor wij het bevoegde gezag zijn. Wel hebben we de mogelijkheid om bij overlastsituaties in gesprek te gaan met gemeenten en bedrijven.
Interessant voor jou
Technische vragen over het concept Uitvoeringsagenda Landbouw & Voedsel 2024-2027
Lees verderTechnische vragen over de GLB-openstellingen voor innovatie en kennisoverdracht 2024
Lees verder