Tech­nische vragen over de Bijdra­ge­re­geling versterking biodi­ver­siteit en versnelling ener­gie­be­sparing Noord-Brabant


Indiendatum: 7 feb. 2025

De themabijeenkomst Bijdrageregeling versterking biodiversiteit en versnelling energiebesparing Noord-Brabant, heeft bij ons nog geleid tot de volgende technische vragen.

1. Er kunnen zich te allen tijde, nieuwe soorten in een gebied vestigen na het opstellen van een Soortenmanagementplan. Hoe kan worden voorkomen dat een nieuwe beschermde soort, over het hoofd wordt gezien omdat die niet in een vastgesteld Soortenmanagementplan terugkomt?

2. Welke mogelijkheden zijn er dan nog om een soort wél op te nemen?

3. De Soortenmanagementplannen worden opgesteld door ecologische adviesbureaus. Welke adviesbureaus zijn, of worden, dit?

4. Hoe worden omwonenden op de hoogte gebracht van het bestaan van een Soortenmanagementplan in hun omgeving?

Indiendatum: 7 feb. 2025
Antwoorddatum: 28 feb. 2025

De themabijeenkomst Bijdrageregeling versterking biodiversiteit en versnelling energiebesparing Noord-Brabant, heeft bij ons nog geleid tot de volgende technische vragen.

1. Er kunnen zich te allen tijde, nieuwe soorten in een gebied vestigen na het opstellen van een Soortenmanagementplan. Hoe kan worden voorkomen dat een nieuwe beschermde soort, over het hoofd wordt gezien omdat die niet in een vastgesteld Soortenmanagementplan terugkomt?

Antwoord:
Dit is, ondanks een deskundigeninschatting en ecologisch onderzoek vooraf, niet geheel te voorkomen. Zowel bij een gebiedsgerichte omgevingsvergunning op basis van een Soortenmanagementplan als bij een reguliere omgevingsvergunning voor flora- en fauna-activiteiten ten behoeve van een (los) project, kan het daarom voorkomen dat nieuwe beschermde soorten worden aangetroffen dan die zijn opgenomen in de vergunning. In beide gevallen dient bij nieuwe beschermde soorten én bij negatieve effecten op die nieuwe soorten een (aanvullende) vergunning aangevraagd te worden.
Overigens geldt dat met een vergunning sowieso maatregelen genomen moeten worden, zoals werken buiten de meest kwetsbare perioden, om negatieve effecten te minimaliseren.


2. Welke mogelijkheden zijn er dan nog om een soort wél op te nemen?

Antwoord:
Als het een meer dan incidenteel aantreffen van een beschermde soort betreft, kan deze via een wijzigingsverzoek van het Soortenmanagementplan opgenomen worden in de gebiedsgerichte omgevingsvergunning. Als het een incidenteel aantreffen van een beschermde soort betreft, ligt een reguliere (losse) vergunning meer voor de hand.


3. De Soortenmanagementplannen worden opgesteld door ecologische adviesbureaus. Welke adviesbureaus zijn, of worden, dit?

Antwoord:
Gemeenten die een Soortenmanagementplan willen vaststellen, zetten hiervoor een opdracht uit in de markt en zijn vrij in de keuze van hun ecologisch adviesbureau.


4. Hoe worden omwonenden op de hoogte gebracht van het bestaan van een Soortenmanagementplan in hun omgeving?

Antwoord:
Gemeenten communiceren op verschillende manieren met inwoners, bijvoorbeeld via de gemeentelijke website, berichten in lokale kranten of rechtstreeks via brieven. Via het netwerk dat we vanuit de provincie met gemeenten hebben zien we dat gemeenten hierover onderling ook kennis, tips en ervaring uitwisselen en waar mogelijk helpen we gemeenten hierbij vanuit de provincie.

Interessant voor jou

Technische vragen over de aankomende aanbesteding van de catering voor het bedrijfsrestaurant in het provinciehuis

Lees verder

Vragen over het geitenmoratorium en het onderzoeksrapport “Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO-III)”

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer