Technische vragen over Ruimte voor Ruimte als maatschappelijk ontwikkelaar
Indiendatum: 17 feb. 2025
De memo over het besluit om de Ruimte voor Ruimte-regeling voort te zetten als maatschappelijk ontwikkelaar, heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Ruimte voor Ruimte-projecten worden beoordeeld op onder andere de ruimtelijke kwaliteit, de landschappelijke inpassing en de natuurcompensatie. Op welke wijze kan in het huidige systeem, en in het nieuwe systeem (Ruimte voor Ruimte als maatschappelijk ontwikkelaar) aan natuurcompensatie worden gedaan?
2. Indien natuurcompensatie ook in financiële zin mogelijk is (d.m.v. een compensatiefonds): Hoeveel middelen bevat het compensatiefonds?
3. In het licht van de steeds schaarser wordende ruimte in Noord-Brabant: hoe groot acht u de kans dat de middelen uit het compensatiefonds nog kunnen worden ingezet voor feitelijke natuurcompensatie? Graag waar mogelijk een onderbouwing.
Indiendatum:
17 feb. 2025
Antwoorddatum: 19 feb. 2025
De memo over het besluit om de Ruimte voor Ruimte-regeling voort te zetten als maatschappelijk ontwikkelaar, heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Ruimte voor Ruimte-projecten worden beoordeeld op onder andere de ruimtelijke kwaliteit, de landschappelijke inpassing en de natuurcompensatie. Op welke wijze kan in het huidige systeem, en in het nieuwe systeem (Ruimte voor Ruimte als maatschappelijk ontwikkelaar) aan natuurcompensatie worden gedaan?
Antwoord:
Bij Ruimte voor Ruimte is in beginsel geen sprake van natuurcompensatie. Natuurcompensatie hangt samen met projecten waarbij natuurwaarden binnen het Natuurnetwerk Brabant (NNB) worden aangetast. Binnen het NNB geldt een ‘nee, tenzij-principe’: er zijn geen ontwikkelingen mogelijk die een aantasting geven van natuurwaarden, tenzij wordt voldaan aan de in de omgevingsverordening opgenomen uitzonderingen. Als aan de voorwaarden voor uitzondering wordt voldaan, moet de aantasting van natuurwaarden worden gecompenseerd. Dat is de verplichte natuurcompensatie. Gelet op het ‘nee, tenzij’ worden Ruimte voor Ruimte-projecten in beginsel niet ontwikkeld binnen het NNB.
Het huidige systeem van Ruimte voor Ruimte voorziet in een terugverdienopgave van in het verleden behaalde kwaliteitswinst, voornamelijk gebaseerd op sloop van opstallen en uit de markt halen van rechten. Ruimte-voor-ruimtekavels moeten daarbij op aanvaardbare plekken worden ontwikkeld. Dit is gedefinieerd in de omgevingsverordening. In beginsel speelt daarbij geen natuurcompensatie omdat die plekken buiten het NNB liggen.
Ruimte voor ruimte als maatschappelijk ontwikkelaar (nieuwe systeem) moet, net als iedere andere ontwikkelaar, binnen de kaders van de omgevingsverordening handelen. Dat betekent dat zij ontwikkelingen op aanvaardbare plekken mogelijk kunnen maken gebaseerd op de maatwerkregeling omgevingskwaliteit (artikel 5.14) of op de regels voor een reguliere stedelijke ontwikkeling (artikel 5.55 en 5.56). Natuurcompensatie is daarbij alleen aan de orde als zo’n ontwikkeling plaatsvindt in NNB en aan de daarvoor gestelde uitzonderingsbepalingen voldoet.
Als Ruimte voor Ruimte gebruik maakt van de maatwerkregeling voor omgevingskwaliteit, moet een project gepaard gaan met een fysieke tegenprestatie in omgevingskwaliteit. Eén van de fysieke maatregelen die daarbij kan worden betrokken is natuurontwikkeling. Er is dan geen sprake van natuurcompensatie want er is geen aantasting van natuur. De natuurontwikkeling is dan de verplichte fysieke tegenprestatie voor de ontwikkeling van een woning, zoals bedoeld in de beleidsregel Omgevingsrecht (paragraaf 7).
2. Indien natuurcompensatie ook in financiële zin mogelijk is (d.m.v. een compensatiefonds): Hoeveel middelen bevat het compensatiefonds?
Antwoord:
Zoals onder vraag 1 is verduidelijkt, is er bij een Ruimte voor Ruimte-project in beginsel géén sprake van natuurcompensatie.
Natuurcompensatie in financiële zin is op grond van de regels zoals opgenomen in de omgevingsverordening overigens wel mogelijk. Daarvoor beschikt de provincie over een afzonderlijk natuurcompensatiefonds. Dit staat echter los van Ruimte voor Ruimte.
Voor zover het natuurontwikkeling betreft gekoppeld aan een Ruimte voor Ruimte-project moet de bouw van de woning en de fysieke tegenprestatie in de vorm van natuurontwikkeling in 1 plan aan elkaar worden gekoppeld. Als dat niet mogelijk blijkt, kan de fysieke tegenprestatie met de storting van een bijdrage in een gemeentelijk fonds worden gedaan. De gemeente verplicht zich dan om binnen 5 jaar uitvoering te geven aan de fysieke tegenprestatie. Het is onbekend hoeveel middelen deze (gemeentelijke) fondsen omvatten.
3. In het licht van de steeds schaarser wordende ruimte in Noord-Brabant: hoe groot acht u de kans dat de middelen uit het compensatiefonds nog kunnen worden ingezet voor feitelijke natuurcompensatie? Graag waar mogelijk een onderbouwing.
Antwoord:
De beleidsregel stimuleert natuurontwikkeling op daarvoor geschikte plekken. In verband met de schaarser wordende ruimte en het belang om goede landbouwgronden te behouden, geldt als voorwaarde voor natuurontwikkeling dat dit plaatsvindt binnen nog niet gerealiseerde natuur in het NNB en ecologische verbindingszones of dat dit nabij het bestaande Natuurnetwerk Brabant plaatsvindt (en bijdraagt aan kwaliteit en samenhang van dat NNB). Daarmee wordt aangesloten op bestaande beleidsuitgangspunten. Vanuit beleidsdoelen is feitelijke natuurontwikkeling op deze plekken (al dan niet in samenwerking met waterschappen of terreinbeherende organisaties) goed mogelijk.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Technische vraag over het toetsingsrapport betreffende de subsidieverlening aan Zalmkwekerij Uden
Lees verderTechnische vragen over de stikstofimpact van hondenfokkerijen
Lees verder