Veehou­derij, gezondheid en lucht­wassers


Indiendatum: okt. 2011

Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

Geacht college,

In toenemende mate ontvangen wij signalen dat 's nachts en in het weekend de stank rondom diverse veehouderbedrijven nauwelijks te verdragen is. Het vermoeden bestaat dat luchtwassers uit en/of luiken open worden gezet, waardoor naast stank ook fijnstof en ammoniak ongehinderd naar buiten kan stromen. Als een luchtwasser uit staat wordt tussen de drie (bij 70% rendement) en twintig keer (bij 95% rendement) zoveel ammoniak uitgestoten.

1. Kunt u aangeven hoeveel geurklachten er tot nu toe in 2011 zijn binnengekomen bij de milieuklachtenlijn, en hoeveel daarvan gerelateerd waren aan veehouderijen?
2. Hoeveel van deze klachten komen uit de Landbouw Ontwikkelings Gebieden? Idem voor verwevingsgebied en extensiveringsgebied.
3. Hoe is de verdeling van geurklachten over de avonden, de weekenden en de werkdagen?
4. Kunt u ons informeren over de wijze waarop de handhaving in het weekend en buiten kantooruren is georganiseerd?
5. Kunt u aangeven hoeveel mankracht er in het weekend en 's avonds ingezet wordt voor handhaving, ten opzichte van reguliere kantooruren?

Van ondernemers uit de veesector begrijpen wij dat er nogal eens meer dieren gehouden worden dan de vergunning toestaat. Dit kan gaan om a) ondernemers die meer dieren in hun stallen zetten dan waarvoor ze produktierechten hebben, b) om het oneigenlijk opvullen van stalruimte gecreëerd ter voorbereiding op het Varkensbesluit 2013, of c) om situaties waar na het plaatsen van een luchtwasser de 'gewonnen emissiereductie' opgevuld wordt met meer dieren.

6. Bent u bekend met bovengenoemde situaties?
7. Op welke wijze worden veehouderijen gecontroleerd op het aantal gehouden dieren?
8. Op welke wijze worden veehouderijen gecontroleerd op het opvullen van emissieruimte of huisvestingsruimte?

Op grond van de Verordening Stikstof en Natura 2000, en de Natuurbeschermings-wetvergunningen is de provincie verantwoordelijk voor toezicht op de uitstoot van zo'n 1000 veehouderijen. In de toekomst zullen er ten gevolge van het besluit huisvesting nog meer bedrijven met luchtwassers bij komen.
Naar aanleiding van het 'Rapport Evaluatie luchtwassers 2009', waarin ernstige misstanden werden geconstateerd , zijn extra middelen ingezet voor handhaving op het (correct) gebruik van luchtwassers. Ook is voorgesteld om alle 12.000 veehouderijen in Brabant te bezoeken.

9. Wat is de voortgang in het bezoeken van alle Brabantse veehouderijen, en wat is er op die bedrijven geconstateerd?

In Gemert-Bakel liep afgelopen jaar een door de provincie geïnitieerd vervolgtraject op de pilot elektronisch monitoren van luchtwassers. Uit de eerste resultaten van de pilot bleek dat het succes van elektronisch monitoren nog te wensen overlaat, o.a. doordat de meetwaarden en meettechnieken (nog) niet betrouwbaar zijn .

10. Zijn de resultaten van de vervolgproef elektronisch monitoren al bekend? Zo ja, kunt u ons deze doen toekomen? Zo nee, wanneer mogen wij die tegemoet zien?
11. Welke alternatieven zijn er voor handen indien het methodisch inzetten van elektronisch monitoren in de (nabije) toekomst geen perspectief biedt?

Voortvloeiend uit het programma Schoon Brabant zou in mei 2011 een tussenrapportage gepresenteerd worden over de plaatsing van luchtwassers.

12. Mogen wij deze rapportage alsnog binnenkort verwachten?
13. Kunt u daarin ook het totaal aan toegekende subsidies weergeven, dan wel, kunt u ons die gegevens doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

De intentie is uitgesproken dat de provincie in de loop van 2011 met alle gemeenten probeert om tot afspraken te komen om meer samen op te trekken in het toezicht op veehouderijen . Veehouderijen vallen nu onder het controlefrequentieregime van eenmaal per twee jaar. Uit de handhavingsparagraaf in de jaarstukken 2010 blijkt dat hercontrole de naleving van voorschriften verhoogd tot 86%.

14. Kunt u toelichten wat de stand van zaken is in het vormen van afspraken met gemeenten?
15. Kunt u aangeven of u signalen van gemeente heeft ontvangen waar bezuinigingen van invloed zijn op de controle- en handhavingsinzet voor veehouderijen?
16. Bent u van mening dat een controle van eenmaal per twee jaar voldoende is gezien het aantal overtreders?

Van Doorn meldt in zijn recente rapport dat de overlast door ammoniak en fijnstof als steeds storender wordt ervaren, en stelt dat 'de huidige problemen met mest, emissies van ammoniak, geur en fijnstof definitief tot het verleden moeten gaan behoren'.

17. Bent u, ook in het licht van de adviezen van Van Doorn en Alders, van mening dat luchtwassers onderdeel uitmaken van een duurzame en toekomstbestendige landbouw? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
18. Hoe is de afvoer van het afvalwater van de luchtwassers geregeld, en worden er in dat proces ook overheidscontroles uitgevoerd? Zo ja, welke controles zijn dat? Zo nee, waarom niet?

In Brabant is de veehouderij de grootste bron van ammoniakuitstoot (meer dan 90%) en fijnstof (ruim één derde). De afgelopen jaren zijn er miljoenen euro’s provinciaal geld aan subsidies op luchtwassers en pilotprojecten gespendeerd. Luchtwassers zijn echter maar beperkt geschikt om fijnstof tegen te houden, zijn niet geschikt voor toepassing bij alle vormen van pluimveehouderij, en bovendien hebben ze een hoog energieverbruik. Met het huidige aantal dieren en het risico van verder toenemende dieraantallen bij het vervallen van de dierrechten neemt de fijnstof-, ammoniak- en stankproblematiek toe.

19. Welke maatregelen heeft u voor ogen om dat deel van het fijnstof dat niet door luchtwassers weg te vangen is, te reduceren?
20. Is de nu geldende compartimentering houdbaar bij het vervallen van het dierrechtenstelsel? Zo nee, welke middelen bezit het provinciebestuur om het aantal dieren binnen de provincie te reguleren als de dierrechten vrijgegeven worden?

De GGD adviseert om de blootstelling te verminderen en een afstandscriterium tussen veebedrijven en woonkernen in te stellen . In de adviezen van Van Doorn en Alders wordt wel gesproken over het verminderen van antibioticagebruik, echter niet over het nemen van ruimtelijke maatregelen of afname van de dierdichtheid om blootstelling te verminderen.

21. Bent u bereid om uit voorzorg voor de volksgezondheid ook ruimtelijke maatregelen en een afname van het aantal dieren in Brabant te overwegen voor toekomstig beleid? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Met vriendelijke groet,

ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Interessant voor jou

Uitbreiding safaripark Beekse Bergen

Lees verder

Proefdieren Life Sciences Park

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer