Vervolgvragen over dierenwelzijn op paardensportevenement Indoor Brabant
Indiendatum: 28 mrt. 2025
Geacht college,
Hartelijk dank voor het beantwoorden van onze schriftelijke vragen over dierenwelzijn op paardensportevenement Indoor Brabant. We zijn blij te lezen dat uw college het met de Tweede Kamer eens is dat er in de paardensport geen plek kan zijn voor dwangmiddelen die pijn en stress veroorzaken, en daarmee het welzijn van paarden schaden. De beantwoording heeft ook onderstaande vervolgvragen bij ons opgeroepen.
In antwoord op vraag 3 geeft u aan niet in te gaan op de hulp- en trainingsmiddelen waar wij in onze vragen naar refereren, en waarover de Tweede Kamer twee keer heeft besloten deze te willen verbieden.
1. Welke hulp- en trainingsmiddelen, waar met de aangenomen Tweede Kamer-moties op wordt gedoeld, werden/worden gebruikt bij Indoor Brabant en hoe reflecteert u daarop, ook gezien vanuit uw betrokkenheid bij Indoor Brabant?
2. Bent u bereid om het uitsluiten van het gebruik van de betreffende hulp- en trainingsmiddelen als harde voorwaarde te stellen aan verdere betrokkenheid van de provincie bij Indoor Brabant, ongeacht of de regering al dan niet nog langer het uitvoeren van de twee moties uitstelt, dus mogelijk vooruitlopend op het landelijk geldende verbod? Zo nee, waarom bent u niet bereid om als provincie vast gehoor te geven aan dit duidelijke signaal van de Tweede Kamer?
We zijn er positief over dat u in de beantwoording van de vragen refereerde naar de aangekondigde dierenwelzijnsnotitie, en dat bij de programma’s wordt opgehaald hoe zij invulling zouden willen geven aan extra aandacht voor dierenwelzijn.
3. Kunnen we ervan uitgaan dat het programma dat over (de facilitering van) (paardensport)evenementen gaat, welwillend meedenkt over de positieve bijdrage die het kan leveren aan dierenwelzijn, zoals bijvoorbeeld geen paardensportevenementen sponsoren waarbij gebruik wordt gemaakt van bit, zweep, tongbandjes en sporen met tandwielen, en meer algemeen geen evenementen sponsoren waarbij dieronvriendelijke hulp- en trainingsmiddelen gebruikt worden?
Met vriendelijke groet,
Ellen Putman,
Partij voor de Dieren Noord-Brabant
Indiendatum:
28 mrt. 2025
Antwoorddatum: 16 apr. 2025
Hartelijk dank voor het beantwoorden van onze schriftelijke vragen over dierenwelzijn op paardensportevenement Indoor Brabant. We zijn blij te lezen dat uw college het met de Tweede Kamer eens is dat er in de paardensport geen plek kan zijn voor dwangmiddelen die pijn en stress veroorzaken, en daarmee het welzijn van paarden schaden. De beantwoording heeft ook onderstaande vervolgvragen bij ons opgeroepen.
In antwoord op vraag 3 geeft u aan niet in te gaan op de hulp- en trainingsmiddelen waar wij in onze vragen naar refereren, en waarover de Tweede Kamer twee keer heeft besloten deze te willen verbieden.
1. Welke hulp- en trainingsmiddelen, waar met de aangenomen Tweede Kamer-moties op wordt gedoeld, werden/worden gebruikt bij Indoor Brabant en hoe reflecteert u daarop, ook gezien vanuit uw betrokkenheid bij Indoor Brabant?
Antwoord:
We hebben kennisgenomen van de aangenomen Tweede Kamer- moties. Echter een aangenomen motie is op dit moment nog geen de wet- en regeling. We vinden het uiteraard van belang dat The Dutch Masters - Indoor Brabant oog heeft voor dierenwelzijn en opereert binnen de geldende wet– en regelgeving.
The Dutch Masters – Indoor Brabant opereert onder de regelgeving van de Fédération Equestre Internationale (FEI). De FEI hanteert strikte regels en protocollen om het welzijn van paarden te waarborgen en treedt op tegen misstanden. Dit omvat onder andere het verbod op middelen of methoden die pijn of stress veroorzaken. The Dutch Masters volgt de richtlijnen over welke hulpmiddelen op een verantwoorde manier gebruikt mogen worden. Hieronder vallen bijvoorbeeld goed passende bitten, reguliere sporen zonder scherpe randen, een zweep binnen de toegestane lengte, mits correct gebruikt en alles zonder dwang of pijnprikkels. Deze hulpmiddelen zijn toegestaan onder strikte voorwaarden en staan onder toezicht van veterinaire en technische commissies, zodat het welzijn van de paarden altijd gewaarborgd blijft.
2. Bent u bereid om het uitsluiten van het gebruik van de betreffende hulp- en trainingsmiddelen als harde voorwaarde te stellen aan verdere betrokkenheid van de provincie bij Indoor Brabant, ongeacht of de regering al dan niet nog langer het uitvoeren van de twee moties uitstelt, dus mogelijk vooruitlopend op het landelijk geldende verbod? Zo nee, waarom bent u niet bereid om als provincie vast gehoor te geven aan dit duidelijke signaal van de Tweede Kamer?
Antwoord:
Nee, omdat wij van mening zijn dat wij evenementen willen en kunnen ondersteunen die voldoen aan bestaande wet- en regelgeving.
We zijn er positief over dat u in de beantwoording van de vragen refereerde naar de aangekondigde dierenwelzijnsnotitie, en dat bij de programma’s wordt opgehaald hoe zij invulling zouden willen geven aan extra aandacht voor dierenwelzijn.
3. Kunnen we ervan uitgaan dat het programma dat over (de facilitering van) (paardensport)evenementen gaat, welwillend meedenkt over de positieve bijdrage die het kan leveren aan dierenwelzijn, zoals bijvoorbeeld geen paardensportevenementen sponsoren waarbij gebruik wordt gemaakt van bit, zweep, tongbandjes en sporen met tandwielen, en meer algemeen geen evenementen sponsoren waarbij dieronvriendelijke hulp- en trainingsmiddelen gebruikt worden?
Antwoord:
Ja vanuit het programma wordt graag nagedacht over dierenwelzijn, en worden evenementen ondersteund die handelen binnen de bestaande wet- en regelgeving.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Technische vragen over de omgang met het ontbreken van geuremissiefactoren voor ruim 670.000 in Brabant gehouden dieren
Lees verderTechnische vervolgvraag over het onderzoeksrapport “Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO-III)”
Lees verder