Vragen over de plannen voor de bouw van een mest­ver­wer­kings­in­stal­latie aan de Rieterweg in Overloon te gemeente Boxmeer


Indiendatum: sep. 2014

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende de plannen voor de bouw van een mestverwerkingsinstallatie aan de Rieterweg in Overloon te gemeente Boxmeer.


Geacht college,

Buurtbewoners van een toekomstige mestverwerkingsinstallatie aan de Rieterweg in Overloon zijn van mening dat er eerst een informatieavond voor inwoners van Overloon moet komen, voordat de politiek kan beoordelen of een mestverwerkingsinstallatie een goed plan is.
Vooralsnog is het college van de gemeente Boxmeer van mening dat een besluit over het wel of niet afgeven van een verklaring van geen bezwaar kan plaatsvinden zonder dat er een dergelijke informatieavond is gehouden. Omwonenden van het perceel zouden graag zien dat de beslissing over dat besluit niet in september wordt genomen, zoals nu staat gepland, maar in oktober.

Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.

1. Bent u bekend met de plannen voor een mestverwerkingsinstallatie aan de Rieterweg in Overloon? Welke rol heeft de provincie daarbij (gespeeld)?

2. Kunt u aangeven of u vindt dat ook bij de plannen voor een mestverwerkingsfabriek een dialoog met de omwonenden noodzakelijk is? Zo ja, welke stappen worden er genomen nu blijkt dat de bewoners van het gebied graag zien dat er een bewonersavond wordt gehouden?

3. De ontwikkeling van grootschalige mestverwerking en vergisting is afhankelijk van lange termijn contracten m.b.t. de aanvoer van mest. Hoe is dat in dit geval geregeld?

4. Bent u van mening dat indien deze contracten niet aanwezig of inzichtelijk zijn, deze plannen geen doorgang kunnen vinden? Zo nee, waarom niet?

5. Hebben alle bestaande installaties voldoende waarborgen op dat gebied? Zijn er bedrijven die hier problemen mee hebben? Zo ja, welke problemen zijn dat en wat zijn de gevolgen hiervan?

6. Moeten, gezien de planologische impact van grootschalige mestverwerkingsinstallaties, aanvragen worden onderworpen aan een uitgebreide MER procedure? Zo nee, waarom niet?

7. Bent u van mening dat eerst overbelaste gebieden zouden moeten aangewezen voordat nieuwe mestverwerkingsinstallaties worden opgezet/gepland? Zo nee, waarom niet?

Graag vernemen wij uw reactie.


Met vriendelijke groet,

Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: sep. 2014
Antwoorddatum: 7 okt. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Bent u bekend met de plannen voor een mestverwerkingsinstallatie aan de Rieterweg in Overloon? Welke rol heeft de provincie daarbij (gespeeld)?

Antwoord: Ja, het initiatief aan de Rieterdreef in Overloon is ons bekend. Wij zijn bevoegd gezag ingevolge de Wabo voor de inrichting.


2. Kunt u aangeven of u vindt dat ook bij de plannen voor een mestverwerkingsfabriek een dialoog met de omwonenden noodzakelijk is? Zo ja, welke stappen worden er genomen nu blijkt dat de bewoners van het gebied graag zien dat er een bewonersavond wordt gehouden?

Antwoord: Ja, in de Verordening ruimte 2014 zijn voorwaarden opgenomen waaraan initiatieven moeten voldoen. Daar hoort ook een zorgvuldige dialoog met de omgeving bij. Over dit initiatief is een informatieavond gehouden. De Dorpsraad Overloon staat er positief in.


3. De ontwikkeling van grootschalige mestverwerking en vergisting is afhankelijk van lange termijn contracten m.b.t. de aanvoer van mest. Hoe is dat in dit geval geregeld?

Antwoord: De aanvrager is bezig met het sluiten van contracten met veehouders die de mest gaan leveren. Complicerende factor daarbij is dat veel veehouders wettelijk verplicht zijn om nu al mest te (laten) verwerken. Voor het jaar 2015 zal door het Rijk naar verwachting het percentage verplicht te verwerken mest worden verhoogd.
Er zijn echter nog weinig mestverwerkingsinitiatieven waarvoor vergunning is verleend nadat de Verordening ruimte 2014 in werking is getreden. Pas als de vergunning is verleend kan de bouw starten en kan vervolgens mest worden verwerkt. Voor dit initiatief moet de aanvraag voor de activiteiten bouwen en milieu in het kader van de omgevingsvergunning nog worden ingediend.


4. Bent u van mening dat indien deze contracten niet aanwezig of inzichtelijk zijn, deze plannen geen doorgang kunnen vinden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, deze mening hebben wij niet. In de Verordening ruimte 2014 is als voorwaarde opgenomen dat via een bedrijfsplan inzichtelijk gemaakt dient te worden hoe de aanvoer van mest is geregeld. Daarop vindt een marginale toets plaats. Wij staan op het standpunt en daarop wordt getoetst dat gezondheid, veiligheid en inpasbaarheid in de omgeving belangrijkere criteria zijn om te bepalen of plannen kunnen doorgaan.


5. Hebben alle bestaande installaties voldoende waarborgen op dat gebied? Zijn er bedrijven die hier problemen mee hebben? Zo ja, welke problemen zijn dat en wat zijn de gevolgen hiervan?

Antwoord: Wij hebben geen inzicht in de aanvoer van mest van bestaande installaties. Bedrijven moeten voldoen aan de vereisten vanuit de vergunning. Slechts van enkele installaties die eigendom zijn van een groep veehouders die tevens aandeelhouder zijn, weten we dat er langjarige contracten zijn. Van andere initiatieven weten we dit niet en zijn deze er vaak niet, omdat het hier gaat om private inrichtingen, die veelal middels jaarcontracten afspraken maken met klanten. Voor inwerkingtreding van de Verordening ruimte 2014 bestond noch de verplichting, noch de noodzaak voor mestverwerkers om ons inzicht te bieden in de herkomst van hun aanvoer.


6. Moeten, gezien de planologische impact van grootschalige mestverwerkingsinstallaties, aanvragen worden onderworpen aan een uitgebreide MER procedure? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, in het Besluit MER wordt voor mestverwerkingsinstallaties geen milieueffectrapportage verplicht voorgeschreven. Wel eisen wij voor grotere initiatieven een aanmeldingsnotitie-m.e.r. Deze moet worden ingediend voorafgaand aan de omgevingsvergunningaanvraag. Op basis daarvan besluiten wij of een milieurapportage noodzakelijk is. In dit geval hebben wij reeds een besluit genomen dat er geen milieurapportage hoeft te worden gemaakt, omdat de relevante criteria hiertoe geen aanleiding geven.


7. Bent u van mening dat eerst overbelaste gebieden zouden moeten aangewezen voordat nieuwe mestverwerkingsinstallaties worden opgezet/gepland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, de aanwijzing van overbelaste gebieden staat los van plannen voor mestverwerkingsinstallaties. Indien een vergunningsaanvraag wordt ingediend dienen wij deze in behandeling te nemen.
Bovendien zou de agrarische sector daardoor ook nog extra belemmerd worden in hun mogelijkheden om te voldoen aan de wettelijke plicht tot mestverwerking. Dit achten wij onwenselijk.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter, de secretaris
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk, mw. ir. A.M. Burger

Interessant voor jou

Vragen over het gebruik van drones boven de Brabantse Wal

Lees verder

Vragen over de aanwijzing en werkwijze van de Stichting Afhandeling & Monitoring Fauna-aanrijdingen (SAMF)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer