Vragen over een grotere kans op longkanker door intensieve veehouderij
Indiendatum: mrt. 2016
Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende een grotere kans op longkanker door intensieve veehouderij.
Geacht college,
Uit onderzoek van oncologisch chirurg Ignas van Bebber blijkt dat de provincie Brabant in Nederland op de tweede plaats staat als het gaat om de aanwezigheid van longkanker onder de bevolking. Volgens Van Bebber is daarmee nog niet aangetoond dat de directe oorzaak hiervan de uitstoot van ammoniak of fijn stof is, maar de relatie zou wel duidelijk aanwezig is. Van Bebber is van mening dat er verder onderzoek nodig is. De GGD erkent dat er gezondheidsrisico's zijn verbonden aan het wonen in een gebied waar ook veel vee wordt gehouden.
In de consultatieversie van de actualisatie Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 (UBA 2020) zijn projecten beschreven in het kader van humane gezondheid in relatie met de veehouderij. Vier van de drie projecten zijn gericht op het in kaart brengen van de risico’s. Eén project heeft als doel te rapporteren over maatregelen en afspraken in het kader van gezondheidsrisico’s van de veehouderij.
Wij hebben hierover enkele vragen.
1. Bent u bekend met het onderzoek van dr. Van Bebber?
2. Onderschrijft u de resultaten van het onderzoek en deelt u onze zorgen over longkanker veroorzaakt door de veehouderij?
3. Wanneer verwacht u meer duidelijkheid te hebben over de gezondheidsrisico’s van de veehouderij?
4. Deelt u onze mening dat het onverantwoord is de Brabantse veestapel verder te laten groeien, terwijl nog niet is uitgewezen dat dit niet ten koste gaat van de gezondheid van Brabanders? Zo ja, bent u voornemens de groei van de Brabantse veestapel een halt toe te roepen?
5. Indien ‘nee’ op vraag 4, bent u bereid een stop op de groei van de veestapel, en uiteindelijk een krimp van de veestapel, te bewerkstelligen indien uit de onderzoeken blijkt dat de gezondheidsrisico’s van de veehouderij daarmee beperkt kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Wij vernemen graag uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
mrt. 2016
Antwoorddatum: 4 apr. 2016
Wij beantwoorden deze vragen als volgt.
1. Bent u bekend met het onderzoek van dr. van Bebber?
Antwoord: Nee, we hebben er, net als u, in de media van gehoord. Zie ook het antwoord op vraag 2.
2. Onderschrijft u de resultaten van het onderzoek en deelt u onze zorgen over longkanker veroorzaakt door de veehouderij?
Antwoord: Bij navraag bij de dhr. van Bebber bleek dat de bevindingen van dhr. van Bebber niet in een voor ons beschikbare rapportage zijn vastgelegd. Om die reden is een oordeel over de bevindingen en de conclusies niet te geven.
3. Wanneer verwacht u meer duidelijkheid te hebben over de gezondheidsrisico’s van de veehouderij?
Antwoord: De GGD is een onderzoek gestart en heeft hiervoor contact gezocht met dhr. van Bebber en een aantal deskundigen incl. het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid. De GGD verwacht medio april een factsheet te kunnen presenteren met de resultaten van de uitgevoerde verkenning. Daarnaast loopt het landelijke onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO). De resultaten hiervan verwacht het rijk rond de zomer van dit jaar te presenteren.
4. Deelt u onze mening dat het onverantwoord is de Brabantse veestapel verder te laten groeien, terwijl nog niet is uitgewezen dat dit niet ten koste gaat van de gezondheid van Brabanders? Zo ja, bent u voornemens de groei van de Brabantse veestapel een halt toe te roepen?
Antwoord: Nee, wij beschikken niet over door landelijke deskundigen gedeelde informatie dat er nu sprake zou zijn van een onaanvaardbaar risico dat veroorzaakt wordt door de omvang van de Brabantse veestapel. Tegelijkertijd luisteren wij naar de zorgen over de omvang van de veestapel. Daarom is dit één van de drie lijnen voor ons nieuwe mestbeleid en daarmee onderwerp van de mestdialogen.
5. Indien ‘nee’ op vraag 4, bent u bereid een stop op de groei van de veestapel, en uiteindelijk een krimp van de veestapel, te bewerkstelligen indien uit de onderzoeken blijkt dat de gezondheidsrisico’s van de veehouderij daarmee beperkt kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja. Wanneer wij het gezondheidsrisico onaanvaardbaar hoog achten zullen wij bij het Rijk, als eerst verantwoordelijke, aandringen op passende maatregelen. Als de maatregelen van het Rijk naar onze mening onvoldoende zijn zullen wij ons beraden op nadere stappen. Dit kan ook ingrijpen in de veestapel betekenen, zie antwoorden op vragen 3 en 4.
Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
de voorzitter, de secretaris,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger
Interessant voor jou
Vragen over de Noord-Brabantse aanpak van de bijensterfte
Lees verderVragen over BioSpares B.V. en BIQ Group N.V.
Lees verder