Vragen over het intrekken van lege vergunningen in de veehouderij
Indiendatum: mrt. 2014
Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende het intrekken van lege vergunningen in de veehouderij.
Geacht college,
Er zijn twee problemen met " lege vergunningen", namelijk saldering van rechten van een stoppend bedrijf en overname van een stoppend of gestopt bedrijf. In beide gevallen komen er meestal meer dieren bij. Dat willen we niet in overbelaste gebieden en relatief vee-arme gebieden willen we niet tot overbelast gebied laten uitgroeien.
Het voeren van een actief intrekkingsbeleid van zogenoemde ongebruikte rechten in de veehouderij versnelt de transitie naar een duurzame veehouderij aanzienlijk. Tijdens de behandeling van de Verordening ruimte 2014 op 7 februari 2014 kwam het onderwerp van de 'lege vergunningen' reeds aan de orde. Wij hebben daarover aanvullende vragen.
1. Welke Brabantse gemeenten voeren een actief intrekkingsbeleid ten opzichte van lege vergunningen? Op welke wijze uit zich dat?
2. Welke Brabantse gemeenten voeren geen actief intrekkingsbeleid ten opzichte van lege vergunningen? Op welke wijze uit zich dat?
3. Indien gemeenten geen actief intrekkingsbeleid voeren of lege vergunningen niet intrekken, kunt u daar tegen optreden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
4. Heeft u inzicht in het aantal lege vergunningen dat is ingetrokken? Zo ja, hoeveel vergunningen waren / zijn dat in 2013 en 2014? Zo nee, waarom niet?
5. Worden ingetrokken vergunningen bekend gemaakt en zijn deze openbaar? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
6. Op welke wijze en door wie wordt het intrekken van lege vergunningen voor de veehouderij gecontroleerd en geregistreerd?
7. Valt de aanwezigheid van de lege vergunningen ook door derden te controleren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
8. Wordt het BVB-bestand Brabant actueel gehouden en zijn de gegevens zijn daarin betrouwbaar? Zo niet, waarom niet?
9. Zijn er gemeenten die hun vergunningenbestand niet op orde hebben en/of niet meewerken aan het actueel houden van het BVB-bestand? Zo ja, welke zijn dat?
10. U gaf tijdens de behandeling van de Verordening ruimte op 7 februari 2013 aan dat het college gemeentes heeft aangeschreven om een actief beleid te voeren omtrent lege vergunningen. Is het intrekkingsbeleid m.b.t. lege vergunningen verankerd in provinciale of gemeentelijke regelgeving? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, zijn daar mogelijkheden toe? Welke zijn dat?
Wij vernemen graag uw reactie.
Met vriendelijke groet,
ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
mrt. 2014
Antwoorddatum: 1 apr. 2014
Wij beantwoorden deze vragen als volgt.
1. Welke Brabantse gemeenten voeren een actief intrekkingsbeleid ten opzichte van lege vergunningen? Op welke wijze uit zich dat?
2. Welke Brabantse gemeenten voeren geen actief intrekkingsbeleid ten opzichte van lege vergunningen? Op welke wijze uit zich dat?
Antwoord: Het intrekken van een lege vergunning is de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van gemeenten. Via het Bestand veehouderijbedrijven (BVB) heeft de provincie uitsluitend zicht op de daadwerkelijk ingetrokken vergunningen in een gemeente. Op basis hiervan hebben wij een globaal beeld van het intrekkingsbeleid van gemeenten. De provincie heeft echter geen zicht op het aantal vergunningen dat voor intrekking in aanmerking komt. Of een vergunning voor intrekking in aanmerking komt hangt bovendien af van verschillende factoren.
Voor de volledigheid merken wij op dat er een verschil is tussen intrekking van vergunningen en het vervallen van dierrechten. Een ondernemer behoudt bij intrekking van de vergunning zijn dierrechten, die eventueel elders ingezet kunnen worden. Dierrechten staan los van een omgevingsvergunning.
3. Indien gemeenten geen actief intrekkingsbeleid voeren of lege vergunningen niet intrekken, kunt u daar tegen optreden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Nee, het voeren van een intrekkingsbeleid voor veehouderijbedrijven is een autonome bevoegdheid van de gemeente. Hier kan de provincie niet tegen optreden.
Wel kan de provincie vanuit haar coördinatierol in kader van de transitie van de veehouderij het intrekken van lege vergunningen bevorderen. Wij stellen het intrekken van lege vergunningen o.a. aan de orde in de relatiegesprekken die wij met gemeenten voeren. Ook in het kader van de depositiebank hebben wij gemeenten regelmatig verzocht om over te gaan tot het intrekken van lege vergunningen.
4. Heeft u inzicht in het aantal lege vergunningen dat is ingetrokken? Zo ja, hoeveel vergunningen waren / zijn dat in 2013 en 2014? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja, volgens het BVB zijn in 2013 153 vergunningen volledig ingetrokken. In 2014 zijn tot 1 maart 18 vergunningen ingetrokken. Bij het BVB is er sprake is van een na-ijleffect omdat besluiten door de gemeenten niet direct in het BVB worden verwerkt. De verwachting is dat het aantal ingetrokken vergunningen in 2013 op ca. 200 zal uitkomen.
5. Worden ingetrokken vergunningen bekend gemaakt en zijn deze openbaar? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja, een besluit treedt pas in werking nadat het bekend is gemaakt. De bekendmaking geschiedt in elk geval aan de houder van de vergunning. Daarnaast doen gemeenten ook veelal mededeling van hun besluiten in een huis-aan-huisblad. Overigens zijn alle besluiten openbaar en altijd opvraagbaar. Ook het BVB is openbaar en door iedereen te raadplegen.
6. Op welke wijze en door wie wordt het intrekken van lege vergunningen voor de veehouderij gecontroleerd en geregistreerd?
Antwoord: Het intrekken van lege vergunningen en dit verwerken in het BVB is de verantwoordelijkheid van gemeenten. Via het handhavingstraject vindt controle van vergunningen plaats.
De provincie houdt alleen overzichten bij van de intrekkingen, o.a. in kader van de monitoring bedrijfsontwikkeling.
7. Valt de aanwezigheid van de lege vergunningen ook door derden te controleren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja, iedereen kan via het BVB vergunninggegevens raadplegen.Mocht een derde van mening zijn dat een veehouderij niet meer in werking is terwijl er nog wel dieraantallen in het BVB worden aangegeven, kan bij de gemeente een verzoek tot intrekking van de betreffende vergunning worden ingediend.
8. Wordt het BVB-bestand Brabant actueel gehouden en zijn de gegevens zijn daarin betrouwbaar? Zo niet, waarom niet?
Antwoord: Ja, de gegevens in het BVB zijn betrouwbaar. Het BVB geeft echter niet op ieder moment de actuele situatie weer. Dit is afhankelijk van het moment waarop gemeenten de gegevens verwerken in het BVB.
9. Zijn er gemeenten die hun vergunningenbestand niet op orde hebben en/of niet meewerken aan het actueel houden van het BVB-bestand? Zo ja, welke zijn dat?
Antwoord: Nee, alle gemeenten werken mee aan het vullen en actualiseren van het BVB.
10. U gaf tijdens de behandeling van de Verordening ruimte op 7 februari 2013 aan dat het college gemeentes heeft aangeschreven om een actief beleid te voeren omtrent lege vergunningen. Is het intrekkingsbeleid m.b.t. lege vergunningen verankerd in provinciale of gemeentelijke regelgeving? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, zijn daar mogelijkheden toe? Welke zijn dat?
Antwoord: Nee, het intrekkingsbeleid is niet verankerd in wetgeving. In 2003 zijn in de overeenkomst van Cork al afspraken gemaakt om over te gaan tot het intrekken van lege vergunningen. Provincie en gemeenten hebben hiervoor in de MOLO-werkgroep veehouderij en milieu gezamenlijk een draaiboek opgesteld. Vanaf 2005 zijn 2.579 vergunningen ingetrokken van bedrijven die volledig zijn gestopt. Wij blijven de gemeenten er regelmatig op aanspreken. Onlangs hebben wij nog, na ons besluit de depositiebank niet meer open te stellen, in een brief aan alle Brabantse gemeenten verzocht milieuvergunningen te blijven intrekken.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Voorzitter, Secretaris
Interessant voor jou
Technische vragen over subsidiering van Life Science fondsen
Lees verderVragen over het provinciale ganzenbeleid
Lees verder