Vragen over het provin­ciale ganzen­beleid


Indiendatum: mrt. 2014

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende het provinciale ganzenbeleid.


Geacht college,

Wij hebben de volgende vragen over het ganzenbeleid van de provincie Noord-Brabant.

1. Kunt u aangeven hoe de zomer- en winterpopulaties van ganzen in Noord-Brabant zich ontwikkelen over de laatste jaren?

2. Gaat u de maatregelen uitvoeren zoals die zijn gesteld in het ganzenakkoord? Zo nee, op welke onderdelen wilt u afwijken?

3. Gaat u de onderdelen uit het ganzenakkoord individueel beoordelen op basis van nut en noodzaak, bijvoorbeeld de winterrust? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u daarover advies inwinnen en bij wie?

4. Bent u met ons van mening dat het ganzenbeleid diervriendelijker kan worden ingevuld? Zo ja, bent u op de hoogte van het bestaan van diervriendelijke maatregelen zoals o.a. het niet bejagen van vossen, klaver plaatsen op percelen waar ganzen wel welkom zijn, het minder geschikt maken van landschappen door bijvoorbeeld het plaatsen van heggen, het gebruik van drones en laserstralen?

5. Uit cijfers van de Nederlandse vereniging tot Dierenbescherming blijkt dat het jaarlijks doden van ganzen niet structureel bijdraagt aan het verminderen van de schade aan gewassen.1 Bent u het er mee eens dat het doden van ganzen niet structureel bijdraagt aan vermindering van gewasschade? Zo nee, waarom niet?

6. Bent u het met ons eens dat de provinciale invulling van het ganzenbeleid een kans is om wel tot structurele vermindering van gewasschade te komen?

7. Kunt u aangeven hoeveel de provincie uitkeert uit het faunafonds en hoeveel wordt gespendeerd aan maatregelen om overlast door ganzen te voorkomen?

Andere provincies hebben reeds onderzoek gedaan naar diervriendelijke oplossingen voor ganzenoverlast. Provincie Zeeland heeft, in opdracht van de SP-fractie, onderzoek gedaan naar diervriendelijke methoden. Provincie Groningen heeft een proef gedaan met diervriendelijke ganzenbestrijding. In provincie Utrecht is in 2011 een PvdD-motie aangenomen over onderzoek naar alternatieve methoden.

8. Bent u bekend met de resultaten van deze onderzoeken?

9. Bent u bereid de resultaten van deze onderzoeken toe te passen in het ganzenbeleid? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

10. Bent u bereid om onderzoek te doen naar diervriendelijke invullingen van het ganzenbeleid, anders dan verjaging en/of doding? Zo nee, waarom niet?

11. Wanneer brengt u Provinciale Staten op de hoogte van het provinciale ganzenbeleid; wordt het ganzenbeleid in de commissie ER behandeld voordat het wordt vastgesteld? Zo nee, welke mogelijkheden heeft PS om invloed uit te oefenen? Indien geen, waarom niet?

12. Welke organisaties bent u van plan te betrekken bij de provinciale invulling van het ganzenbeleid en welke rol hebben die partijen?

13. Mag er in een ganzenrustgebied gejaagd worden, op ganzen of andere dieren?

Wij vernemen graag uw reactie.


Met vriendelijke groet,

ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: mrt. 2014
Antwoorddatum: 4 apr. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1. Kunt u aangeven hoe de zomer- en winterpopulaties van ganzen in Noord-Brabant zich ontwikkelen over de laatste jaren?

Antwoord: Ja. In de Toestand van de Brabantse natuur 2012 wordt in hoofdstuk 4 een overzicht gegeven van de tellingen van zomer- en winterganzen tot en met 2010. In de bijlage bij de beantwoording van deze vraag hebben wij voor u de meest recente tellingen op een rijtje gezet.


2. Gaat u de maatregelen uitvoeren zoals die zijn gesteld in het ganzenakkoord? Zo nee, op welke onderdelen wilt u afwijken?

Antwoord: Deze vraag is op dit moment niet met een ja of nee te beantwoorden. Alle afspraken uit het ganzenakkoord tussen de provincies en de zeven natuur-en landbouworganisaties zijn begin december 2013 ontbonden, inclusief de financiële afspraken. Het ganzenbeleid wordt nu volledig decentraal ontwikkeld. De provincies, en dus ook Noord-Brabant, hanteren hierbij gezamenlijk het uitgangspunt om zoveel mogelijk in lijn van het voormalige ganzenakkoord te werken. Verder is het uitgangspunt om de provinciale uitwerking van het ganzenbeleid zoveel mogelijk vorm te geven met de Faunabeheereenheid (FBE). De FBE van Noord-Brabant heeft aangegeven tot een advies aan de provincie te willen komen. Wij zijn in afwachting van dat advies.


3. Gaat u de onderdelen uit het ganzenakkoord individueel beoordelen op basis van nut en noodzaak, bijvoorbeeld de winterrust? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u daarover advies inwinnen en bij wie?

Antwoord: Ja. Alle maatregelen worden beoordeeld op basis van nut en noodzaak. Over het totale pakket aan maatregelen zullen wij advies inwinnen bij de FBE met daarin vertegenwoordigd: de terreinbeherende organisaties (Stichting het Brabants Landschap, Vereniging Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer), Federatie Particulier Grondbezit, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer en de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie. Tevens zullen wij advies vragen aan de Vogelbescherming Nederland, de Dierenbescherming en op grond van de Flora- en faunawet tevens aan het Faunafonds.


4. Bent u met ons van mening dat het ganzenbeleid diervriendelijker kan worden ingevuld? Zo ja, bent u op de hoogte van het bestaan van diervriendelijke maatregelen zoals o.a. het niet bejagen van vossen, klaver plaatsen op percelen waar ganzen wel welkom zijn, het minder geschikt maken van landschappen door bijvoorbeeld het plaatsen van heggen, het gebruik van drones en laserstralen?

Antwoord: Nee, althans niet op voorhand. In het kader van een heroverweging van het totale pakket aan maatregelen maken we alle afwegingen die nodig zijn. Daarbij kijken we ook naar diervriendelijke maatregelen, waaronder de door u genoemde maatregelen.


5. Uit cijfers van de Nederlandse vereniging tot Dierenbescherming blijkt dat het jaarlijks doden van ganzen niet structureel bijdraagt aan het verminderen van de schade aan gewassen. Bent u het er mee eens dat het doden van ganzen niet structureel bijdraagt aan vermindering van gewasschade? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. Het doden van ganzen draagt bij aan de vermindering van gewasschade. Met de huidige inzet van maatregelen en middelen wordt echter onvoldoende schadereductie bereikt.


6. Bent u het met ons eens dat de provinciale invulling van het ganzenbeleid een kans is om wel tot structurele vermindering van gewasschade te komen?

Antwoord: Ja.


7. Kunt u aangeven hoeveel de provincie uitkeert uit het faunafonds en hoeveel wordt gespendeerd aan maatregelen om overlast door ganzen te voorkomen?

Antwoord: De gemiddelde kosten van ganzenschade in Noord-Brabant was €186.609 per jaar in de periode 2010-2012. Dit is gebaseerd op de cijfers van het Faunafonds en Dienst Regelingen. Maatregelen om schade door ganzen te voorkomen worden ingezet door de grondeigenaren. Wij hebben geen cijfers van de kosten die hiermee gemoeid zijn.


8. Andere provincies hebben reeds onderzoek gedaan naar diervriendelijke oplossingen voor ganzenoverlast. Provincie Zeeland heeft, in opdracht van de SP-fractie, onderzoek gedaan naar diervriendelijke methoden. Provincie Groningen heeft een proef gedaan met diervriendelijke ganzenbestrijding. In provincie Utrecht is in 2011 een PvdD-motie aangenomen over onderzoek naar alternatieve methoden. Bent u bekend met de resultaten van deze onderzoeken?

Antwoord: Ja, voor zover het afgeronde onderzoeken betreft, zijn wij bekend met de resultaten.


9. Bent u bereid de resultaten van deze onderzoeken toe te passen in het ganzenbeleid? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja. Bij de uitwerking van het ganzenbeleid worden de resultaten van meerdere onderzoeken betrokken.


10. Bent u bereid om onderzoek te doen naar diervriendelijke invullingen van het ganzenbeleid, anders dan verjaging en/of doding? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. Er zijn meerdere onderzoeken gedaan naar de diervriendelijke invulling van het ganzenbeleid. Op dit moment zien wij geen meerwaarde in het (laten) doen van aanvullend onderzoek.


11. Wanneer brengt u Provinciale Staten op de hoogte van het provinciale ganzenbeleid; wordt het ganzenbeleid in de commissie ER behandeld voordat het wordt vastgesteld? Zo nee, welke mogelijkheden heeft PS om invloed uit te oefenen? Indien geen, waarom niet?

Antwoord: Wij zullen u na het zomerreces informeren over het provinciale ganzenbeleid. Provinciale Staten zijn bevoegd als het gaat om het geven van een algemene vrijstelling voor het opzettelijk verontrusten van ganzen. Dit is nu geregeld in de Verordening vrijstellingen ex artikel 65 Flora- en faunawet 2007 van de provincie Noord-Brabant. Afhankelijk van de uitwerking van het provinciaal beleid, zullen wij uw staten, indien aan de orde, tevens een voorstel tot wijziging van deze verordening ter besluitvorming voorleggen.


12. Welke organisaties bent u van plan te betrekken bij de provinciale invulling van het ganzenbeleid en welke rol hebben die partijen?

Antwoord: Zie ons antwoord op vraag 3.


13. Mag er in een ganzenrustgebied gejaagd worden, op ganzen of andere dieren?

Antwoord: Op dit moment zijn er geen ganzenrustgebieden aangewezen. In de aangewezen ganzenfoerageergebieden is het op grond van de Verordening vrijstellingen ex artikel 65 Flora- en faunawet 2007 van de provincie Noord- Brabant niet toegestaan ganzen te verstoren in de periode het 1 oktober tot 1 april.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris,

> Hier is een PDF van de antwoorden inclusief de bijlage in te zien.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Vragen over het intrekken van lege vergunningen in de veehouderij

Lees verder

Vragen over het beleid t.a.v. het buitengebied in de gemeente Roosendaal en de aanzuigende werking van mestvergistingsinstallaties op veehouderijen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer