Vragen over het laten vallen van de eisen voor dieren­welzijn en anti­bi­o­ti­ca­ge­bruik in de Brabantse Zorg­vul­dig­heidscore Veehou­derij (BZV)


Indiendatum: jan. 2014

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant over het laten vallen van de eisen voor dierenwelzijn en antibioticagebruik in de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV).

Geacht college,

Op 3 januari 2014 hebben we kennis genomen van het bericht "ZLTO redelijk tevreden over aanpassingen BZV". In het bericht wordt door de betrokkene gesteld dat: 'zaken als dierenwelzijn, antibioticabeleid en dergelijke waren in eerste instantie wel onderdeel van de BZV, maar zijn na overleg tussen provincie en sector uit de score gehaald' en 'Het systeem zoals het er nu ligt is gewoon een stuk beter als wat er in eerste instantie lag."

We hebben daarover de volgende vragen.

1. Wanneer heeft bovenstaand overleg of overleggen plaatsgevonden? En welke partijen waren daarbij betrokken?

2. Klopt het dat dierenwelzijn en antibioticiabeleid naar aanleiding van dit overleg uit de BZV zijn verwijderd? Zo ja, waarom hebt u daarvoor gekozen?

3. Zijn er nog meer wijzigingen is de BZV aangebracht, al of niet naar aanleiding van het eerder genoemde overleg? Zo ja, welke waren dat en waarom?

4. Heeft u daarbij ook overleg gehad/gepleegd met dierenwelzijn- en/of volksgezondheids-organisaties? Zo ja, welke waren dat en wat was hun advies? Zo nee, waarom niet?

5. Opname van dierenwelzijn en antibioticagebruik in de BZV zijn een resultaat van de Ruwenbergconferentie. Waaraan ontleent u het mandaat om deze criteria te laten vervallen zonder alle betrokken partijen opnieuw te raadplegen?

6. Welke onderhandelingsresultaat heeft u terugontvangen voor het inleveren van bovenstaande eisen? Op welke punten zijn de eisen op de BZV aangescherpt? Of zijn naar uw mening de eisen in de BZV alleen afgezwakt? Waarom is daarvoor gekozen?

7. Kunt u aangeven op welke wijze maatregelen uit de BZV onderhandelbaar zijn? Hoe verloopt een dergelijk proces?

8. Waarom heeft u in eerste instantie gekozen voor de criteria dierenwelzijn en antibiotica, als u deze nu niet meer op neemt in de BZV?

9. Deelt u de mening van de LTO dat het BZV systeem, zonder dierenwelzijnseisen en antibioticaeisen, zoals het er nu ligt een stuk beter is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

10. Antibioticagebruik heeft een directe relatie met het ontstaan van resistente bacteriën die een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Op welke wijze kan antibioticagebruik nu worden verminderd, nu u de eisen voor antibioticagebruik heeft laten vallen?

11. Als u daarmee bewerkstelligt dat het gebruik van antibiotica niet wordt verminderd, accepteert u dan ook de verantwoordelijkheid voor de hiermee samenhangende nadelen voor de volksgezondheid zoals het ontstaan van multiresistente micro-organismen? Zo nee, waarom niet? Aanvaart u de aansprakelijkheid voor de consequenties daarvan, of legt u deze bij de sector?

12. Heel veel dieren in de intensieve veehouderij in Brabant lijden nog steeds omdat zij hun natuurlijk gedrag niet kunnen vertonen. Brabant is samen met Flevoland hekkensluiter als het gaat om weidegang voor koeien (slechts 52%). Toch wilt u toestaan dat de sector kan groeien, verplaatsen en/of intensiveren. Op welke wijze kan dierenwelzijn nu worden verbeterd, nu u eisen voor dierenwelzijn heeft laten vallen?

13. Bent u met ons van mening, dat zonder eisen voor dierenwelzijn en antibioticagebruik in de BZV er sprake is van een gemiste kans? En dat zonder stimulans van de overheid het onwaarschijnlijk is dat de markt de situatie zal verbeteren?

14. Wat is de waarde van het rapport 'Al het vlees duurzaam' van de commissie van Van Doorn die dierenwelzijn expliciet noemt als verbeterpunt voor de intensieve veehouderij, terwijl u zich hiervoor niet inzet middels de BZV?


Wij vernemen graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: jan. 2014
Antwoorddatum: 21 jan. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Wanneer heeft bovenstaand overleg plaatsgevonden? En welke partijen waren daarbij betrokken?

Antwoord: Het artikel waar u naar verwijst gaat over de consultatieversie van de BZV die op 25 november 2013 door GS is vastgesteld. In het artikel reageert de ZLTO op de wijzigingen ten opzichte van de concept BZV van september 2013. Het concept is gemaakt om deze op praktijkbedrijven te testen via een steekproef. De ervaringen uit de steekproef zijn verwerkt in de consultatieversie.
De BZV komt tot stand in nauw overleg met de partners uit het Brabantberaad, deze zitten in de werkgroep BZV (ambtelijk) en een stuurgroep BZV (bestuurlijk). U bent geïnformeerd over dit proces via de commissie TSP van 30 mei 2013. Over de conceptversie bent u geïnformeerd via de dagmail van 2 oktober 2013. De consultatieversie BZV staat geagendeerd voor bespreking op 24 januari 2014 in de commissie TSP.


2. Klopt het dat dierenwelzijn en antibioticabeleid naar aanleiding van dit overleg uit de BZV zijn verwijderd? Zo ja, waarom hebt u daarvoor gekozen?

Antwoord: Nee, dierenwelzijn en antibiotica zijn niet uit de BZV verwijderd. Naar aanleiding van de uitkomsten van de steekproef is de oorspronkelijke opzet vereenvoudigd.
Maatregelen voor dierenwelzijn en antibiotica waren in de conceptversie in de afzonderlijke maatlatten in de BZV opgenomen. Deze onderdelen zijn overgebracht naar het onderdeel certificaten.


3. Zijn er nog meer wijzigingen in de BZV aangebracht, al of niet naar aanleiding van het eerder genoemde overleg? Zo ja, welke waren dat en waarom?

Antwoord: Zie antwoord op vraag 1 en 2.


4. Heeft u daarbij ook overleg gehad/gepleegd met dierenwelzijn- en/of volksgezondheids-organisaties? Zo ja, welke waren dat en wat was hun advies? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja. De Provinciale Raad Gezondheid (PRG) en GGD zitten respectievelijk in de Stuurgroep BZV en de (ambtelijke) werkgroep BZV. PRG en GGD adviseerden de huidige kwaliteitssystemen / certificaten in de veehouderij uit te breiden met maatregelen gericht op volksgezondheid.


5. Opname van dierenwelzijn en antibioticagebruik in de BZV zijn een resultaat van de Ruwenbergconferentie. Waaraan ontleent u het mandaat om deze criteria te laten vervallen zonder alle betrokken partijen opnieuw te raadplegen?

Antwoord: Zoals hiervoor aangegeven maken de thema’s dierenwelzijn en antibioticagebruik onderdeel uit van de BZV. Aangezien onderstaande vragen 6 tot en met 13 er vanuit gaan dat dierenwelzijn en antibioticagebruik geen onderdeel meer uitmaken van de BZV beantwoorden wij deze vragen niet meer afzonderlijk.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris

Interessant voor jou

Vragen over het persbericht van GS over de berichtgeving aangaande de second opinion 'Logistiek Park Moerdijk'

Lees verder

Vragen over de aanleg van bomen op braakliggend terrein, ten behoeve van duurzame energieopwekking

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer