Vragen over illegale afva­l­opslag door Afval­stoffen Terminal Moerdijk B.V. (ATM)


Indiendatum: jun. 2014

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende illegale afvalopslag door Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. (ATM).


Geacht college,

Deze week vernamen wij dat afvalverwerker Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. (ATM) illegaal gevaarlijke afvalstoffen heeft opgeslagen.
“Volgens het OM hebben het bedrijf en de directeur begin 2010 'welbewust en weloverwogen' bijna 4,5 miljoen liter gevaarlijke afvalstoffen aan boord van twee binnenschepen geladen. (…)De binnenvaartschepen werden vervolgens enkele weken met hun gevaarlijke lading aan kades in de omgeving van Rotterdam aangemeerd. "Met alle risico's van dien", stelde de officier.” (bron)
Wij hebben hierover een aantal vragen.

1. Welke risico’s hebben de omwonenden en de natuur gelopen door de illegale afvalopslag?

ATM ging eerder al meerdere keren de fout in met milieudelicten en niet-vergunde activiteiten.

2. Is de controle en handhaving van veiligheids- en milieuregels de taak van Regionale Uitvoeringsdienst Midden- en West-Brabant? Zo ja, is het daarmee provincie Noord-Brabant die de eindverantwoordelijkheid hierover draagt? Zo nee, welke instantie of overheid is verantwoordelijk voor de controle en handhaving van de veiligheids- en milieuregels omtrent bedrijven als ATM?

3. Op welke wijze en met welke frequentie wordt gecontroleerd of bedrijven als ATM zich houden aan veiligheids- en milieuregels?

De provincie heeft de afgelopen jaren tientallen omgevingsvergunningen verleend aan ATM, waaronder voor de aanleg van opslagtanks.

4. Worden bij de beoordeling van vergunningaanvragen door ATM de herhaaldelijke overtredingen door het bedrijf in overweging genomen?

5. Is het bestuursrechtelijk mogelijk om, op basis van de herhaaldelijk gepleegde milieudelicten in het verleden, milieuvergunningen niet meer of beperkt te verlenen aan ATM? Zo ja, acht u het wenselijk om dit te doen? Zo nee, wilt u zich – in het belang van de veiligheid van de omwenden, de natuur en het milieu – inzetten voor beperking van de bedrijfsvoering van ATM?

6. Is het juridisch mogelijk om bij te verlenen vergunningen aan bedrijven die herhaaldelijk veiligheids- en milieuregels hebben overtreden, extra strenge voorwaarden te stellen omtrent bijvoorbeeld controles?

Wij vernemen graag uw reactie.


Met vriendelijke groet,

ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: jun. 2014
Antwoorddatum: 8 jul. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Welke risico’s hebben de omwonenden en de natuur gelopen door de illegale opslag?

Antwoord: Omwonenden en de natuur hebben geen groter risico gelopen dan bij het vervoer per schip van vergelijkbare afvalstoffen. De opslag bestond uit afvalwater, in dit geval een mengsel van olie/water/slib.


2. Is de controle en handhaving van veiligheids- en milieuregels de taak van de Regionale Uitvoeringsdienst Midden- en West-Brabant? Zo ja, is het daarmee provincie Noord-Brabant die de eindverantwoordelijkheid hierover draagt? Zo nee, welke instantie of overheid is verantwoordelijk voor de controle en handhaving van de veiligheid-en milieuregels omtrent bedrijven als ATM?

Antwoord: Ja, de controle en handhaving van milieuregels en deels de veiligheidsregels is een taak van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB). De OMWB is een uitvoeringsdienst en is door het bevoegd gezag (GS Noord-Brabant) onder mandaat belast met de basistaken (vergunningverlening, toezicht, handhaving) in het omgevingsrecht. Mandaat betekent dat de eindverantwoordelijkheid blijft liggen bij GS van Noord- Brabant.
In de omgevingsvergunning van ATM zijn voorschriften met betrekking tot het milieu opgenomen, maar ook veiligheidsregels die betrekking hebben op de externe veiligheid als gevolg van de activiteiten op het terrein van ATM (de inrichting). De OMWB voert hierop het toezicht uit.
Ter verduidelijking: Zodra een schip aan de steiger van ATM ligt, is dit een onderdeel van de inrichting. Zodra het schip vaart is het geen onderdeel van de inrichting en valt het daarmee niet onder de omgevingsvergunning. Daarnaast zijn er ook veiligheidsregels die volgen uit andere wetgeving, zoals de Arbeidsomstandighedenwet, Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet op de veiligheidsregio. Hierop wordt toezicht gehouden door het daartoe bevoegde gezag (Inspectie SZW, Waterschap en de Veiligheidsregio).


3. Op welke wijze en met welke frequentie wordt gecontroleerd of bedrijven als ATM zich houden aan veiligheids- en milieuregels?

Antwoord: De preventieve controle op de naleving van de omgevingsvergunning door ATM wordt uitgevoerd door een toezichthouder van de OMWB aan de hand van een Meerjaren Milieu Inspectie Programma (MMIP). Hierin zijn alle thema’s uit de omgevingsvergunning op basis van het risico voor de omgeving geprioriteerd. De naleefprestatie is van invloed op deze prioritering. Bij slechte naleving volgt intensievere controle. De controlefrequentie voor het preventief toezicht is 4 maal per jaar. Daarnaast vindt naar aanleiding van incidenten (ongewone voorvallen, klachten, meldingen bedrijf) controle op de naleving van de omgevingsvergunning plaats. De handhaving wordt uitgevoerd conform de Brabantse Handhavingsstrategie.


4. Worden bij de beoordeling van vergunningaanvragen door ATM de herhaaldelijke overtredingen door het bedrijf in overweging genomen?

Antwoord: Nee, dit is geen beoordelingskader bij de toetsing van een vergunningaanvraag aan de milieuregelgeving. Wel kunnen herhaaldelijke overtredingen ter beoordeling staan bij de toetsing van een vergunningaanvraag aan de Wet Bibob.


5. Is het bestuursrechtelijk mogelijk om, op basis van de herhaaldelijk gepleegde milieudelicten in het verleden, milieuvergunningen niet meer of beperkt te verlenen aan ATM? Zo ja, acht u het wenselijk om dit te doen? Zo nee, wilt u zich - in het belang van de veiligheid van de omwonenden, de natuur en het milieu - inzetten voor beperking van de bedrijfsvoering van ATM?

Antwoord: Ja, op grond van ons beleid toetsen wij bij aanvragen van oprichtings- en revisievergunningen aan de Wet Bibob. Bij andere (lichtere) omgevingsvergunningen doen we dit niet. Als er een ernstig gevaar is dat een aangevraagde oprichtings- of revisievergunning mede gebruikt gaat worden om uit gepleegde strafbare feiten verkregen voordelen te benutten, of om strafbare feiten mee te plegen, dan kan dit reden zijn om een vergunning niet of beperkt te verlenen.
Bij ATM heeft geen toets op grond van de Wet Bibob plaatsgevonden, omdat het beleid nog niet was vastgesteld. De laatste revisievergunning van ATM dateert van 25 mei 2009. Onze eerste beleidsregel tot structurele toepassing van de Wet Bibob dateert van 12 augustus 2009. Mocht ATM in de toekomst een nieuwe revisievergunning aanvragen, dan vindt op basis van ons beleid een toets aan de Wet Bibob plaats.


6. Is het juridisch mogelijk om bij te verlenen vergunningen aan bedrijven die herhaaldelijk veiligheids- en milieuregels hebben overtreden extra strenge voorwaarden te stellen omtrent bijvoorbeeld controles?

Antwoord: Nee, dit kan als gezegd niet rechtstreeks vanuit de milieuwetgeving. Bij een toets aan de Wet Bibob kunnen wel beperkende maatregelen aan een te verlenen vergunning worden gesteld.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris

Interessant voor jou

Vragen over de opheffing van de Grond Exploitatiemaatschappij (GEM) ten behoeve van Business Park Aviolanda (BPA)

Lees verder

Vragen over de uitstoot van gas door mestvergistingsinstallatie Cleanergy

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer