vragen Provi­dentia

Indiendatum: jul. 2010

Den Bosch, 13 juli 2010

Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

Geacht college,

In de gemeente Heeze-Leende is het ontwerp bestemmingsplan Providentia gepresenteerd. Er is bebouwing (240 woningen, uitbreiden klooster, bedrijvigheid) gepland buiten de contour van het huidige bestemmingsplan. Deze bebouwing gaat beslag leggen op AHS en GHS gebied, tevens EHS. Dit project is door de provincie aagewezen als pilotproject 'Nieuw Dorps Bouwen'.

Wij willen u graag de volgende vragen stellen.

1. Hoe beoordeelt u deze plannen, in het licht van provinciaal beleid gericht op het voorkomen van verdere verstedelijking van het landelijk en natuurlijk gebied? Is hier geen sprake van verstedelijking?

Met het steeds iets verder oprekken van de grenzen van bouwen in natuur kan een precedentwerking worden geschapen, waardoor op meerdere plaatsen natuur opgegeven wordt voor bebouwing. Onder de noemer 'maatwerk' wordt EHS herbegrensd of worden ontwikkelingen wegens 'maatschappelijk belang' toegestaan binnen de EHS.

Er bestaan geen provinciale richtlijnen voor compensatie voor het bouwen in de AHS. Ondanks dat in de AHS geen immense natuurwaarden aanwezig zijn, gaat het vaak wel om landschappelijk waardevol gebied en wordt hoe dan ook ingeleverd op groen.

2. Waarom zijn er geen compensatierichtlijnen voor bouwen in de AHS?
3. Bent u van mening dat er richtlijnen ontwikkeld moeten worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hier een voorzet voor te geven?
4. Providentia tast EHS aan. Bent u van mening dat pilotprojecten geen beslag zouden mogen leggen op natuur, gezien de voorbeeldwerking die uitgaat van dergelijke plannen?
5. Bent u van mening dat van het plan Providentia een precedentwerking uitgaat om binnen de EHS te gaan bouwen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt precedentwerking voorkomen?
6. Bent u voornemens eerst beleidsaanpassingen door te voeren om natuur en landschap beter te beschermen voordat dit pilotproject navolging mag gaan krijgen in andere gemeenten? Zo ja, welke aanpassingen gaat u doen? Zo nee, waarom niet?
7. Hoe wordt kwaliteitsverarming van de aanwezige natuur voorkomen?

Het kloostercomplex ligt geïsoleerd in landelijk gebied. Hier wordt nu een nieuwe woonkern gesticht, echter zonder voorzieningen en infrastructuur. Uit de plannen blijkt dat er een flink verhoogde druk gaat onstaan op zandwegen en natuurgebieden.

8. Waarom is bij Providentia gekozen voor woningbouw in plaats van het op andere wijze herontwikkelen van het klooster zonder hoge omgevingsbelasting? Is woningbouw de enige manier om dergelijke complexen te kunnen behouden?

De natuurverkenningen behorend bij het projectplan zijn niet volledig uitgevoerd, er zijn diverse beschermde diersoorten over het hoofd gezien. Dit is een vaker voorkomende situatie: natuurverenigingen die het gebied goed kennen constateren dat de momentopnamen uitgevoerd in opdracht van de projectontwikkelaar of gemeente onvolkomen zijn. Op basis van dergelijke onvolledige natuurverkenningen worden natuurgebieden aangemerkt als 'minder waardevol' of 'betrekkelijk' en krijgen daardoor sneller groen licht voor projectontwikkeling.

9. Hoe wordt de aanwezige kennis van natuur- en milieuwverenigingen meegenomen in dergelijke projectverkenningen? Wordt deze kennis actief opgevraagd?

In het ontwerp bestemmingsplan wordt gesproken over 'gebruik maken van de economische kracht van recreatie en toerisme en plattelandsontwikkeling en de verbinding vanuit beide met de sociaal economische opgaven van de regio als Brainport'. Brainport wordt recentelijk in vrijwel elk projectplan gebruikt als een van de bestaansredenen voor de ontwikkeling.

10. Is er gedegen onderzoek gedaan naar de aantrekkende werking van Brainport, alsmede een profiel gemaakt van het vestigingsgedrag van kenniswerkers en andere professionals die Brainport aan zou (moeten) gaan trekken? Zo ja, waar is dat in te zien? Zo nee, waarom niet en waarop zijn dan de uitspraken van gemeentes, projectontwikkelaar, provincie en anderen over de aantrekkende kracht van Brainport gebaseerd?