Agenda van Brabant


11 juni 2010

Agenda van Brabant

De Agenda van Brabant is de leidraad voor noodzakelijke bezuinigingen en duurzame investeringen in de toekomst van Brabant. De gepresenteerde visie wordt gesitueerd tegen de achtergrond van de klimaat-, kennis-, en economische crisis. Brabant bereidt zich met dit visiestuk voor op een leven na de crisis.

Laten we even naar de klimaatcrisis kijken. Het afgelopen decennium was het warmste sinds de temperatuurmetingen in 1880 zijn begonnen, aldus NASA. Gerenommeerde wetenschappers (zie: De staat van het klimaat, 2009) zijn het erover eens zijn dat de situatie nog ernstiger is dan men aanvankelijk dacht. Dit visiestuk bereidt ons voor op het leven na de crisis? Vraag aan GS: Waar situeert u ergens het einde van de klimaatscrisis? Hoe ver in de toekomst reikt u met dit visiestuk?

Kijkend naar dit visiestuk is een belangrijke vraag voor ons: hoe draagt dit bij aan de vermindering van de Brabantse bijdrage aan het klimaatprobleem? Gaan we bijvoorbeeld vanaf vandaag het de vervuiler betaalt principe hanteren en stoppen we met subsidies aan de veehouderij, die wereldwijd goed is voor zo’n 18% bijdrage aan de klimaatscrisis? Geven we het goede voorbeeld door alleen duurzaam vlees te serveren aan gasten en werknemers ipv het goedkope, in velerlei opzichten werkelijk smakeloze kiloknallervlees dat ons zo duur komt te staan?

Laten we alstublieft onze kop niet in het zand steken maar de kredietcrisis in samenhang zien met de klimaatscrisis, én de voedselcrisis, watercrisis, biodiversiteitscrisis, dierziektencrisis . Een mondiale economie die is gericht op het behalen van winst op de korte termijn, en onvoldoende rekening houdt met de uitputting van de aarde, daaraan zou Brabant geen bijdrage meer moeten leveren.

Denk aan hoe de kredietcrisis ook alweer is ontstaan, namelijk door hypotheken aan mensen die zich deze niet kunnen veroorloven, verstrekt door banken die daarbij blind vertrouwden op de macht van de globale markt. Op het moment dat de absurditeit van dat systeem werd doorzien, brak de paniek uit en de crisis was daar. Zo is het ook met de klimaatverandering. Het is alleen maar wachten op het moment dat de mensen beseffen dat we niet kunnen doorgaan om de gigantische schade aan het milieu en het klimaat buiten de economische groeicijfers te houden, om de klimaatcrisis te doen uitbarsten. En de mensheid eindelijk bereid is om bijvoorbeeld een land dat z’n economie een oppepper wil geven door het tropisch regenwoud te kappen, erop te wijzen dat op langere termijn dat land juist wordt verwoest.

Wij hebben een „morele verantwoordelijkheid” om radicale veranderingen door te voeren. Het is aan ons politici om de economie in een nieuwe richting te sturen. We moeten onszelf daarbij geen rad voor ogen draaien. Zogenaamd “schone” kolencentrales bestaan niet, ondergrondse CO2 opslag is geen oplossing, evenals het bestendigen van de onheilzame bio-industrie door subsidies op mestvergisters, die nog meer rood in groen betekenen en bovendien stankoverlast geven.We moeten in plaats daarvan fors gaan investeren in werkelijk duurzame energie zoals wind en zon of plantaardige biomassa. Er mag geen geld meer verkwist worden aan het mooi en kunstzinnig in het landschap verstoppen van veefabrieken, dit onder het kopje duurzaam. We zullen ons actief in moeten zetten op herstel van de biodiversiteit in Brabant. Op bescherming van bodem, lucht en water. We moeten als we ons willen voorbereiden op klimaatsverandering (die in Nederland 2x zo hard toeslaat als elders in de wereld) volledig inzetten op biologische, liefst biologisch –dynamische landbouw. Het waterbergend vermogen is namelijk veel groter: tot zo’n 20-50 %. Ook is er een betere benutting van water bij schaarste.
Biologische bodems bevatten veel meer biodiversiteit en organische stof, wat zorgt voor een betere bodemstructuur. Door deze betere bodemstructuur treedt er minder erosie op en wordt water beter benut bij schaartste, terwijl bij overstroming er meer water wordt opgenomen.
Volgens de analyses van de VN landbouw- en voedselorganisatie FAO kan biologische landbouw juist door die betere bodemstructuur zorgen voor hogere voedselopbrengsten, ook in een veranderd klimaat.

Tijdens een conferentie van de wereld Voedsel en Landbouworganisatie FAO in Rome is de conclusie getrokken dat de wereldvoedselproductie met 32% zou toenemen bij volledige omschakeling naar biologisch!
In ontwikkelingslanden geeft biologische landbouw tot 3x meer opbrengst.
Alleen bij optimale weersomstandigheden en gebruik van pesticiden en kunstmest is de gangbare landbouw 25% effectiever,maar dan kijken we niet naar de schadelijke bijeffecten.

De biologische landbouw biedt meer voordelen. Behalve een beter waterbeheer en bodemvorming, is er ook minder emissie, meer opslag van CO2, meer biodiversiteit - rond biologische bedrijven komen bijv. 25-44 % meer vogels voor en drie keer zoveel vlinders - meer bestuiving, meer luchtzuivering e.d. Dit zijn ecologische diensten die onmisbaar zijn voor leven. In die zin is er geen alternatief voor biologische landbouw. Deze diensten, worden door deze landbouw bovendien gratis en voor niets verricht. Dat is al een bezuiniging! Daarnaast kan de verbrede landbouw sociaal maatschappelijke diensten, diensten op terrein van gezondheidszorg of educatie en recreatie verrichten. Het is ook een arbeidsintensieve landbouw. Op deze transitie, van gangbaar naar biologisch moeten wij als politici sturen. Dat betekent stoppen met het spekken van een eindeloze reeks dure technologische oplossingen. Die worden dan immers ook overbodig. Moeder Aarde geeft genereus als we samenwerking ipv uitputten. Het heideschaap is een voorbeeld van een kwalitatief hoogwaardige vorm van natuurbeheer. Plag en maaimachines zijn een veel minder kosteneffectief beheersinstrument. En dan hebben we het nog niet over de meerwaarde ervan voor recreanten, educatie en biodiversiteit en behoud van genetisch erfgoed.

Goede bodems zijn dus belangrijk vanuit het oogpunt van klimaatverandering. Voor intensieve bomenteelt zou daarom ook geen plaats moeten zijn in Brabant. We zouden wel bos ontwikkelings gebieden kunnen aanleggen. Dat levert schone energie op, vangt CO2 af, bevordert ons leefklimaat, trekt toerisme aan en al die kenniswerkers die hier moeten willen wonen.

Wat kunnen we nog meer doen?
We kunnen fors inzetten op innovatief en goedkoop openbaar vervoer en het aanleggen van een glasvezelnetwerk, waardoor thuis werken aantrekkelijk is. Want welke bijdrage levert u aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door de bulk van het geld naar het verbreden van autowegen te sluizen in de wetenschap daarmee autovervoer te stimuleren?

Tot zover wat betreft de klimaatcrisis, en onze bijdrage aan een verminderde uitstoot van broeikasgassen.

Dan het agro en food cluster, dat hoeft wat ons betreft niet zondermeer gespekt te worden. We mogen er best eisen aan stellen. Op dit moment maakt veel voedsel ons ziek.
Onze voedselrelaties zijn door de voedingsmiddelen industrie abrupt veranderd. We gingen van natuurlijke naar geraffineerde voedingsmiddelen. Van onbewerkt voedsel naar voedsel dat reductionistisch gereduceerd is tot zijn opvallendste chemische verbindingen en dat vervolgens nieuw in elkaar geknutseld wordt tot voedselachtige substanties. De sprongen die gemaakt worden zijn te groot. Ons lichaam heeft bijvoorbeeld een oeroude en duurzame relatie met mais, die het met de fructoserijke stroop die ervan gemaakt wordt (nog) niet heeft: dat leidt tot een slechte gezondheid. Het is te geraffineerd. Overal waar het westerse voedingspatroon voet aan de grond krijgt, worden mensen ziek (er ontstaat een epidemie van chronische ziekten – vetzucht, suikerziekte, hartaandoeningen en verschillende vormen van kanker, tandproblemen – die op het moderne voedingspatroon, zijn terug te voeren).

Als overheid kunnen we werken aan bewustwording, aan stimuleren van werkelijk duurzame en gezonde voeding. Het zal ten goede komen aan meer diversiteit van de agrarische akkerbouw. Dat zal ook zijn weerslag hebben op de huidige akkerbouw. Die levert vooral grondstoffen: die door de voedingsindustrie bijdrage aan ongezond leefpatroon van mensen: chips, frites, suiker…. We moeten juist investeren in gezond voedsel. Beter is onze akkers te beplanten met bonen en lupinen, verse groenten, of biomassa voor energie of andere nonfood toepassingen. Er zijn veel meer variëteiten in gewassen en groenten nodig, dat zouden we kunne stimuleren met subsidies.

De focus ligt nu op het ruimtelijk-economische terrein met open oog voor ontwikkelingen op andere terreinen. Laten we dat anders formuleren. De focus ligt wat ons betreft allereerst op een gezond ecologisch evenwicht. Dat vormt de basis voor een gezond leefklimaat en een gezonde economie. Natuur en milieu zetten we daarom middels een amendement bovenaan het lijstje van investeringsdomeinen, samen met ecologie, behoud van soortenrijkdom en zorg voor een goede bodem, water en lucht. Als tweede volgt duurzame economie.

Deze prioritering betekent dat we onmogelijk op natuur en milieu kunnen bezuinigen. Want hoeveel (klimaat)winst levert de bezuiniging op dit terrein eigenlijk op? Is het gezien de klimaatcrisis en ecologische crisis wel verantwoord om in álle afdelingen te gaan snijden. Het maakt bezuinigen misschien beter te accepteren, het klinkt logisch, maar gezien de enorme ecologische opgave waarvoor wij staan, is het dat niet.
Bovendien is het maar de vraag of we daadwerkelijk iets gaan besparen.
Nu beschikken we over een groep mensen, die kennis opgebouwd hebben mbt de Brabantse natuur en die continuïteit garanderen op dat terrein. Het wegbezuinigen van deze mensen, is niet verstandig. Vraag aan GS: Volgens mij hechten wij aan goede natuurgegevens om op basis daarvan beslissingen te nemen. Klopt dat? Is externe inhuur soms goedkoper? Is dit geen kapitaalvernietiging?
Of neem de NME. Een relatief zeer klein bedrag dat gekort wordt op natuur- en milieueducatie (100.000) lijkt een snel te behalen voordeeltje, echter de effecten op de langere termijn zijn niet in geld uit te drukken. Mensen die op jonge leeftijd natuurervaringen opdoen, groeien op latere leeftijd uit tot hoeders van diezelfde natuur, ook wordt met NME veel draagvlak gecreëerd voor natuur en milieu. Een kleine investering met een groot bereik.

De bezuinigingen zullen wat ons betreft dus elders weggehaald moeten worden. Een aantal suggesties is al gedaan. (onderbesteding Brabant bruist van 5,4 miljoen).

Interessant voor jou

Megastallendebat

Lees verder

Bijdrage Provinciale Staten 1 oktober 2010 Energieagenda

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer