Bijdrage Provinciale Staten 1 oktober 2010 Energieagenda
Voorzitter,
Wij hebben met veel interesse kennis genomen van de Energie Agenda. Hierin hebben we gelukkig een paar goede doelstellingen gevonden. Wij zijn vooral te spreken over de intenties voor elektrisch rijden en slimme netwerken, zonne-energie en windenergie. Wel vragen we ons af hoe we de Brabander beter kunnen betrekken bij wind energie. Hier missen wij een visie van de provincie en wij zien graag dat de lokale bevolking als primair belanghebbende meer betrokken wordt via een coöperatiestructuur.
Volgens de gegevens uit het investeringsprogramma Essent is er voor de vier pijlers, te weten, kennis en innovatie, bereikbaarheid, duurzame energie en leefomgeving, nu 1 miljard te besteden. Daarnaast geeft de provincie aan dat het de voorkeur heeft om dit kapitaal te investeren in risicodragende participaties, die de voorkeur hebben boven het verstrekken van subsidies. Er ontbreekt een overzicht van de verdeling van de 1 miljard over de vier pijlers. Uit het masterplan Energie blijkt dat er voor een 1e tranche 50 miljoen naar duurzame energie gaat. Dit beoogde budget van 50 miljoen euro vinden wij onvoldoende. In energieland is een investering van 50 miljoen euro een druppel op een gloeiende plaat en de resultaten zullen nagenoeg niets bijdragen aan een duurzaam Brabant. Wij vinden dat de investering moet worden verhoogd tot minimaal 600 miljoen euro, waarvan 400 miljoen voor risicodragende participties in bosbouw en glasvezel.
Wij zijn van mening dat de Brabantse burger meer moet profiteren van de verkoop van de ESSENT aandelen en daarom moeten er forsere investeringen worden gedaan. Wij vinden dat de provincie voor 200 miljoen euro aandeelhouder moet worden in een glasvezelnetwerk. Een digitale snelweg is duurzamer dan autosnelwegen, zorgt voor minder verkeer op de weg, bevordert het thuiswerken en trekt innovatie aan.
Ook vindt de Partij voor de Dieren dat de provincie voor 200 miljoen euro grond moet aankopen om daar duurzame bosbouw te promoten. De bosbouw kan voor Brabant zeer waardevol zijn, het levert hout als grondstof voor duurzame producten en het afval kan als biomassa voor energievoorziening worden gebuikt. Daarbij is het eindelijk een maatregel waardoor de biodiversiteit in Brabant kan toenemen in plaats van de dramatische afname die we de afgelopen 20 jaar hebben gezien. Een groen Brabant is aantrekkelijk voor de Brabanders zelf, het toerisme en bedrijfsleven.
Wij dienen daarom een motie in met een verzoek om meer budget en daarbij een begrotingsvoorstel voor 600 miljoen euro.
We zijn ook bijzonder blij dat er in de agenda een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen biomassa en mest. Het hoofdstuk biobased economy geeft duidelijk de kern van de zaak weer. We hebben in Brabant een enorm mestoverschot en voor deze enorme afvalberg is de oplossing een mesttransitie met een potentiele omzet van 1 miljard euro. Verwezen wordt daar naar de overheidsvisie van mevr Verburg (blz 23), een visie die we misschien met een korreltje zout moeten nemen / als niet geheel onafhankelijk, gezien de achtergrond v.d. auteur.
Wij kunnen ons in het geheel niet vinden in deze opvattingen over mesttransitie. Wanneer de verwachte omzet zo groot is, 1 miljard euro voor brabant en 20 miljard euro voor nederland, welke milieu gevolgen heeft een dergelijke massale industrie?
Gezien de milieubelasting van het eten van vlees (ons allemaal bekend), is de verwerking van mest tot energie de facto niet duurzaam en dus een illusie! Echter gezien de belanghebbenden van de studie over mestvergisting (Agro&CO en ZLTO), en de te verwachten winsten, is de uitkomst van deze studie (blz 26) dan ook niet verrassend, namelijk dat er plek is voor 10 tot 15 nieuwe grote mestvergisters!
De gevolgen voor Brabant zullen destructief zijn. Een vlees- en mestindustrie afhankelijk van een provincie vol megastallen met enorme dieraantallen, doordrenkt van ernstig dierenleed, met vrachtwagen die af en aan rijden om voer te brengen, mest afhalen, grote risico’s op dierziektes, afgedekt met een penetrerende, ongezonde stank. Buiten Nederland zijn we verantwoordelijk voor het definitief verdwijnen van het Amazonegebied voor ons veevoer! Allemaal om de Brabantse mestvergisters aan de gang te houden, een lampje dat brandt in ieder huis in Brabant, over de rug van dieren en milieu. Een biobased economy op deze basis is zeker niet duurzaam en daarom moreel verwerpelijk!
Wij lezen dat de waarde voor Brabant de naamsbekendheid is (blz 26) en die naamsbekendheid komt er zeker: Brabant, de afvoerput van de wereld!
Om deze reden dienen wij een motie in met het verzoek af te zien van de mesttransitie.
Ook zal iedere Brabander zich in de toekomst afvragen wat de provincie zelf bijdraagt aan een duurzame toekomst. We zien graag een duidelijke doelstelling voor uw eigen energievoorziening. U kunt het goede voorbeeld geven door bijvoorbeeld het plaatsen van een windmolen en/of zonnepanelen bij het provinciehuis en het aanschaffen van een elektrisch wagenpark. Ook zouden we graag zien dat de gedeputeerde zelf elektrisch gaat rijden. Dit zijn concrete maatregelen die voor een duurzame overheid noodzakelijk zijn.
Interessant voor jou
Agenda van Brabant
Lees verderBijdrage Essent Sustainability Development
Lees verder