Brabantse Omge­vings­visie, start­do­cument


16 december 2016

Het verhaal over de omgevingsvisie begint wel heel erg breed en met grootse begrippen: slagvaardig inspelen op veranderingen, veiligheid, gezondheid en kwaliteit van de leefomgeving verbeteren en duurzaamheid op de lange termijn. Daar kun je niet tegen zijn.

Alleen blijkt die lange termijn wel heel erg lang te zijn, 90 jaar maar liefst. Wat er op die termijn gaat gebeuren is echt niet te overzien, zeker niet qua technische ontwikkelingen. En daarmee verliest dit deel aan relevantie.

Maar ik wil wel een voorspelling doen over ethische veranderingen: wij zullen gaan erkennen dat de verschillen tussen mensen en andere dieren nergens absoluut maar altijd gradueel zijn, onze kennis van en communicatie met andere soorten zal enorm verbeteren en de benadering van dieren als niet-menselijke personen met intrinsieke waarde en eigen rechten is op termijn onontkoombaar. En wellicht zullen we ons in 2106 te pletter schamen over de intensieve veehouderij, net zoals we dat nu doen over zaken als racisme en slavernij.

Maar na dat lange-termijn verhaal wordt het stuk gelukkig wat concreter: focus op 4 thema’s: welvaart, samenwerking, vernieuwing en klimaat. Dat lijken mij thema’s voor de komende 15 – 20 jaar en dat lijkt me dan ook de meest realistische planning.

De keuze van deze thema’s getuigt van een ontroerend optimisme. We mogen onze handjes dichtknijpen als het hierbij blijft, dan krijgen we in elk geval geen oorlog of serieuze rampen.

Klimaat is wat lastiger, we kunnen ons wapenen tegen de gevolgen van klimaatveranderingen door de waterhuishouding op orde te brengen. Maar als we iets willen doen aan de beïnvloeding, dan moeten we niet alleen kijken naar wat wij hier in Brabant doen, maar ook naar wat onze handelswijze voor impact heeft elders op de wereld. Blijven we soja importeren, ontbossing stimuleren of nemen we onze verantwoordelijkheid. Gaan we voor wat wij willen of voor wat de planeet nodig heeft?

En dan wordt het nog concreter want de uitslag van de verkenning is wel illustratief:

De ondervraagden kozen meer voor begrippen als fysieke omgeving, grenzen stellen, concrete ideeen en speerpunten. Alleen bij de proces parameters lag de keuze weer breder: samenwerken, alle Brabanders en integrale benadering.

Tot slot worden er duidelijke vragen gesteld: willen we een forum van pioniers instellen die helpen de visie vorm te geven? Het lijkt me prima, mits ervoor gezorgd wordt dat het geen lobby-circuit van gevestigde belangen wordt.

En zijn we het eens met de voorgestelde wijze van samenwerken met Rijk en gemeenten: ja, de onderwerpen zijn dermate complex dat we er niet komen zonder brede samenwerking. Maar met polderen alleen komen we er ook niet. Op enig moment zal iemand het lef moeten hebben om door te pakken.

En dan het meest concrete onderdeel, de uitvoeringsstrategie. Hier komt de basis wetgeving terecht en de programma’s water, N2000 en omgevingslawaai en het incorporeren van de Wnb. Hier wordt duidelijk gemaakt worden dat er nog steeds grenzen zijn, niet alles wordt losgelaten. Hier ligt de essentiele taak van de overheid: zorgen dat die dingen gebeuren die mensen niet vanzelf doen, maar die in het algemeen belang wel moeten gebeuren. Opkomen voor kwetsbare waarden en rechtszekerheid geven, want de vrijheid van de een betekent de beperking van de ander.