Conti­nu­ering van Bijen­impuls voor Brabant

Voorzitter,
Laat ik voorop stellen dat we blij zijn met het continueren van de bijenimpuls in 2018.

Het rapport over de dramatische achteruitgang van het aantal insecten in Duitsland en Nederland, drukt ons weer met de neus op de feiten: het gaat echt niet goed met het leven in ons land. En ik zeg met opzet niet “met de natuur”, want insecten zijn simpelweg een onmisbare schakel voor het leven op aarde zoals wij dat nu kennen.

Ik heb er alle begrip voor dat het lastig is om het directe effect van dit programma te meten aan de hand van het aantal bijen en bijensoorten. Maar dat wil niet zeggen dat we geen serieuze evaluatie nodig hebben.

We willen graag weten welke meetbare effecten dit programma heeft. Welke KPI’s zijn wel er mogelijk? Nadruk ligt op het buitengebied en de agrarische sector speelt een essentiële rol. Voorlichting, dus. Maar alleen praatclubjes zet geen zoden aan de dijk. Kunt u aangeven hoeveel boeren minder gif zijn gaan gebruiken, hoeveel hectare extra leefgebied er bij is gekomen? Hoeveel bijenlinten, hoeveel bloemgewassen? Het zoeken is naar win-win maatregelen waarbij de agrariërs zelf ook voordelen ervaren. Kunt u een idee geven van welk type maatregelen dat dan is? De provincie kent al 15 jaar ecologisch bermbeheer; hoeveel kilometer komt daar bij dankzij de inzet van bijvoorbeeld gemeentes?

Kortom, welke criteria kunt u ons leveren en wanneer kunnen we dat verwachten?
En wat ook belangrijk is: nu we 750.000 euro uitgeven uit de bestemming voor GroenBlauwe diensten, welke andere projecten gaan nu niet door? Is er sprake van verdringing?