Uitvoering Toekomst­stra­tegie Essent


23 april 2009

Voorzitter,

Wij hebben als provinciaal bestuur met onze 30,8% aandelen een sleutelrol in de verkoop van Essent. (Als 20% van de aandeelhouders tegen stemt gaat de overname niet door.)
Opnieuw breng ik hier het PvdD standpunt naar voren: verkoop Essent niet. Laten we een voorbeeld nemen aan de Duitse locale overheden die juist met het tegenovergestelde bezig zijn: zij verzamelen en bundelen via een beleggingsmaatschappij zoveel mogelijk RWE aandelen (en zijn met 15% op dit moment de grootste aandeelhouder) omdat zij als overheid juist een vinger in de pap willen hebben.

Instemmend citeer ik Balkenende – en dat is een unicum – dat we met verkoop “een dief van eigen portemonnee” zijn (citaat Balkenende in Eerste Kamer oktober 2008). Het is ook absoluut niet hard te maken dat ‘groter’ ook toekomstbestendiger is.

In het geval van RWE is zelfs het omgekeerde het geval. RWE legt een wissel op een veilige en gezonde toekomst voor ons en generaties na ons. De overname door RWE zal namelijk niet alleen betaald worden door de consument – denk aan de overnameprijs die zal worden verrekend in de consumentenprijzen – maar deze overname zal vooral ook betaald worden door natuur en milieu. RWE is absoluut niet toekomstbestendig en heeft geen licence to operate en met verkoop zijn we niet alleen een dief van eigen portemonnee.
RWE exploiteert nog volop conventionele bruin- en steenkoolcentrales, die een zeer grote uitstoot van CO2 (broeikasgas) tot gevolg hebben evenals verdroging van de omgeving omdat op grote schaal grondwater wordt onttrokken. ( vb: nationaal park De Meinweg). In 2007 was Duitsland de grootste energie producent van Europa (636 TWh). RWE is met 30% van de elektriciteit productie (totaal 24640 MW) de tweede grote speler in Duitsland en RWE produceerde daarvan 2/3 uit kolen en bruinkool. Maar goed, daarvan kan men zeggen in het verleden wist men nog niet beter en je zit nu eenmaal 40 jaar vast aan zo’n centrale.
Maar RWE wil investeren in de bouw van een kerncentrale in Belene (Bulgarije), op een lokatie die door deskundigen als onveilig wordt beschouwd vanwege de gevoeligheid voor aardbevingen (bron: verklaring WereldNatuurfonds).
Ook heeft het bedrijf plannen voor nieuwbouw van conventionele kolencentrales, zonder afvang en opslag van CO2 in Polen en is as we speak aan het bouwen in Duitsland. Hieruit blijkt dat het kwartje nog steeds niet gevallen is wat betreft de ernst van de klimaatsverandering problematiek. Iedere nieuwe centrale (zonder CCS) betekent 40-50 megaton CO2 uitstoot!

Uit hun eigen getallen (website RWE Duitsland) is duidelijk dat RWE in hun thuisbasis Duitsland niet voorop loopt als het gaat om innovatie en ook niet als het gaat om investeren in efficiëntere technieken voor het opwekken van elektriciteit.

(Wanneer we de duurzame vormen van energie vergelijken is RWE een slechte investeerder. Hun totale productie in windenergie in Duitsland is slechts 0,13% (43 MW) en productie uit waterkracht is 1,6% (531 MW).
<Ter vergelijk EON, de grootste speler in Duitsland, heeft in totaal 1% windenergie in hun energiemix (260 MW) en 7% waterkracht (3153 MW). Verder heeft EON slechts 33% kolen (7466 MW) op 20 locaties wel met een gemiddelde leeftijd van 30 jaar en 6% bruinkool (1314 MW) op 3 locaties met een gemiddelde leeftijd van 15 jaar (info 2007; totale productie EON 28470 MW).>)

Als we het goed begrijpen probeert RWE met hun duurzame aankoop van Essent hun portfolio aan eigen niet duurzame investeringen te verbeteren. We voelen er echter niet voor om als een soort van paradepaardje te fungeren voor RWE, een windowdressing waarachter milieuschuld schuilgaat.

Wanneer Essent samen gaat met of opgaat in een grote Europese Energieproducent zouden er voordelen gehaald kunnen worden voor Essent daar waar het gaat om inkoopkosten; klantprofiel optimalisatie en een sterker machtsblok positie op de Europese Energiemarkt; zoals de Minster stelt in haar memorie van antwoord (15-04-200). Echter deze feiten zijn alleen van belang wanneer het gaat om grootschalige en niet duurzame energie productie technieken gebaseerd op fossiele brandstoffen.

< Een groot bedrijf kan groot inkopen. Bijvoorbeeld als je vele tonnen kolen of bruinkool koopt kun je beter onderhandelen, en dat levert een besparing op: zoals in het memorie gesteld op enkele procenten goedkoper inkopen. Wanneer je een groot aandeel hebt in wind of zonne energie dan ben je minder afhankelijk van deze inkoop, de bronnen zijn gratis. Nadeel van wind en zon is dat het niet altijd beschikbaar is en moelijk op te slaan. Op die momenten ben je afhankelijk van andere bronnen. Wat dat betreft heeft Nederland een groot reserve aan aardgas wat als back-up kan dienen.

Verder heb je ook last van verschillen in afname (dat heeft te maken met klantoptimalisatie), dan klopt het aanbod aan wind en zonne energie niet met de afname die klanten wensen. Op dat moment moet je bijvoorbeeld hulpbronnen inzetten om deze verschillen te matchen. Je kunt dan bijvoorbeeld een aardgas (of biomassa) gestookte centrale bijschakelen. Wanneer een bedrijf de touwtjes in handen heeft, kun je je voorstellen dat dat matchen makkelijker is. Anders moet je handje klap gaan doen om energie in te kopen.

Met machtblok wordt bedoeld dat een grote klant sterker is als het gaat om oplossen van problemen, bijvoorbeeld met overheid of leveranciers. Ze lopen harder als je een grote speler bent. >

Wanneer we er van uit gaan dat op er (middel)lange termijn voornamelijk duurzame (elektrische) energie wordt opgewekt op basis van wind, zon, water en biomassa met onze eigen aardgasvoorraad als ondersteuning dan vallen deze voordelen grotendeels weg, sterker nog dan zijn windrijke landen als Nederland (en bijvoorbeeld Engeland) in het voordeel.

Essent heeft in het verleden laten zien juist bij deze duurzame ontwikkelingen vooraan te lopen, zij heeft in Nederland en Duitsland een capaciteit van 600 MW opgebouwd, (753 GWh). Zet hier de investering van RWE in Duitsland tegenover met een opgebouwd vermogen van 51 MW (wat 0,13% is van hun totale energieproductie) dan is meteen duidelijk waarom wij geen vertrouwen hebben in RWE.

Onze conclusie: Essent kan zichzelf prima verder ontwikkelen op de door hen ingeslagen weg. Kleine bedrijven als het Zeeuwse Delta doen het net zo goed, of beter dan reuzen als Enron. Consument én ook natuur en milieu zijn niet gebaat bij een markt, die wordt verdeeld tussen een aantal giganten, die vooral het beste met zichzelf voorhebben.

De huidige energiebronnen raken op. Alle zeilen (toepasselijk woord gezien het belang van windenergie) zullen moeten worden bijgezet in de transitie naar hernieuwbare en duurzame energiebronnen. De omschakeling gaat op dit moment veel en veel te langzaam. Grote maatschappijen als RWE hebben geen haast. Die melken eerst de goedkope en vuile energiebronnen volledig uit. Wereldwijde ecologische crisis ten spijt.

Interessant voor jou

Provinciale Staten 3 oktober 2008

Lees verder

Bestedinggelden Essent

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer