Esther Ouwehand op werk­bezoek bij dieren­op­vang­centra in Noord-Brabant


20 augustus 2008

‘s-Hertogenbosch, 20 augustus 2008 – Tweede Kamerlid Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren bezoekt in augustus diverse dierenopvangcentra in het land samen met actieve leden van de partij. Op 22 augustus is zij in Noord-Brabant. Ouwehand wil hiermee de werkwijzen van verschillende opvangcentra, het vele werk dat hier –vaak door vrijwilligers- wordt verricht en de problemen die zij in de dagelijkse praktijk tegenkomen in kaart brengen.


Veel opvangcentra in Nederland kunnen nauwelijks het hoofd boven water houden en zijn meestal slechts toegerust voor de opvang van honden en katten. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 75.000 honden en katten opgevangen. Het aantal knaagdieren, konijnen en andere diersoorten dat in opvangcentra belandt is onbekend. Voor deze dieren bestaan vrijwel geen structurele voorzieningen. Hoewel gemeenten verplicht zijn zorg te dragen voor de opvang van zwervend aangetroffen dieren binnen de gemeentegrenzen, wordt dit beleid lang niet in alle gemeenten structureel uitgevoerd. Bovendien beperkt de opvangplicht van de gemeenten zich tot een verzorgingsperiode van twee weken.


De Partij voor de Dieren dringt sinds haar intrede in de Tweede Kamer aan op het ontwikkelen van landelijk overheidsbeleid voor de opvang van en de zorg voor zwerfdieren, gezien de gemeentegrensoverschrijdende aard van deze problematiek. Daarnaast pleit de partij voor het opzetten van een landelijk netwerk van gecertificeerde opvangcentra voor de verschillende diersoorten die in Nederland gehouden mogen worden. Esther Ouwehand: “De nood voor honden en katten is al hoog, zeker in de zomer. Dieren als konijnen, knaagdieren en reptielen kunnen op nog minder opvangplaatsen rekenen.”


Naar schatting worden in Nederland zo’n 1 miljoen konijnen gehouden en 800.000 knaagdieren. 81.000 huishoudens zouden een of meer reptielen in huis hebben. De dieren zijn via allerlei kanalen gemakkelijk aan te schaffen. Dierenspeciaalzaken en tuincentra draaien gezamenlijk een miljardenomzet op de productgroep ‘dieren’. Hoewel officiële cijfers ontbreken (het ministerie van LNV weigert registraties bij te houden) worden veel van deze dieren afgestaan of gedumpt in park, bos of vijver. De Partij voor de Dieren vindt dat de overheid moet werken aan een landelijk opvangbeleid. Esther Ouwehand: “Deze ‘vergeten’ groepen gezelschapsdieren mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Zo zou de sector verantwoordelijk moeten worden gesteld voor haar aandeel in de problematiek. Door schattige konijntjes op ooghoogte van kinderen te plaatsen lokken zij bewust impulsaankopen uit, met alle gevolgen van dien. Uit de miljoenen die verdiend worden aan gezelschapsdieren, kunnen dierenspeciaalzaken en tuincentra best een bijdrage storten in een fonds voor de opvang van dieren.”


Esther Ouwehand brengt op 22 augustus in de ochtend een bezoek aan Stichting Dierenthuis in Aarle-Rixtel. Dit is een opvang voor kansarme asieldieren, waaronder oude zieke honden, verwilderde katten en katten besmet met het kattenaids- en / of leucosevirus. De opvang wordt met sluiting bedreigd. In de middag Bezoekt Esther knaagdieropvang Franky in Eindhoven. Deze opvang is gericht op het herplaatsen van gedumpte, gevonden dan wel afgestane tamme konijnen.

Gerelateerd nieuws

Nieuwsbrief zomer 2008 Statenfractie Partij voor de Dieren Noord-Brabant

Op 15 maart 2007 kwam de Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Nu 1 jaar en 5 maanden geleden. Wa...

Lees verder

Groentjes zien PINK

Op dinsdag 19 augustus heeft PINK -de jongerenafdeling van de Partij voor de Dieren- met een kraam gestaan op de informatiema...

Lees verder