Aanvul­lende vragen over de plannen voor de herin­tro­ductie van het edelhert in het Groene Woud


Indiendatum: jul. 2013

Aanvullende schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, betreffende de plannen voor de herintroductie van het edelhert in het Groene Woud, behorende bij de brief van 28 juni 2013 met onderwerp 'Herintroductie Edelhert Groene Woud' van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren.

Geacht college,

Op 28 juni 2013 heeft de provinciale Statenfractie van de Partij voor de Dieren middels een brief aan het college van Gedeputeerde Staten haar mening en twijfels geuit met betrekking tot de herintroductie van het edelhert in het Brabantse Groene Woud (zie bijlage). Verdere verdieping in het onderwerp heeft bij ons tot de volgende vragen geleid.

In het investeringsvoorstel betreffende de plannen voor de herintroductie van het edelhert in Brabant, noemt u het beheren van de populatie door middel van afschot binnen het voor de edelherten bestemde omheinde oppervlak van 300 hectaren. In artikel 10 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, staat dat edelherten slechts mogen worden gedood op gronden waarvoor een faunabeheerplan geldt voor ten minste 5000 hectare.

1. Hebt u onderzocht of het geplande beheer van de edelhertenpopulatie in lijn is met het Besluit beheer en schadebestrijding dieren? Zo ja, op welke voorwaarden strookt afschot van wild binnen een omheind gebied van 300 hectaren met het Besluit beheer en schadebestrijding dieren? Zo nee, waarom niet?

2. Hebt u onderzocht of deze vorm van beheer in lijn is met de Flora- en faunawet? Zo ja, op welke voorwaarden strookt afschot van wild binnen een omheind gebied van 300 hectaren met de Flora- en faunawet? Zo nee, waarom niet?

3. Houdt u bij de toekenning van de subsidie rekening met de mogelijkheid dat er geen afschot van edelherten mag plaatsvinden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

4. Houdt u bij de toekenning van de subsidie rekening met de mogelijkheid dat er geen ontheffing kan worden verleend door het ministerie van EL&I voor het uitzetten van de edelherten. Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

5. Wat gebeurt er met de subsidieaanvraag als blijkt dat het ministerie van EL&I niet de benodigde ontheffing kan verlenen voor het uitzetten van de edelherten?

6. Zijn hier ontbindende voorwaarden voor opgenomen in de subsidietoekenning? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

7. Wat gebeurt er met de gelden indien blijkt dat geen financiële middelen kunnen of mogen worden toegekend aan het project met betrekking tot de herintroductie van het edelhert in Brabant?

8. Welke afspraken zijn of worden binnen het project gemaakt voor het bejagen van de edelherten? Wie gaat het beheer van de populatie uitvoeren en hoe is dit vastgelegd?

9. Hebt u onderzocht wat de invloed van het jagen is op de andere dieren in het gebied (bijvoorbeeld met betrekking tot stress, jacht in het broedseizoen)? Zo ja, welke invloed heeft dit op de in het gebied aanwezig soorten? Zo nee, waarom niet?

10. Herten die in hertenkampen leven of daaruit afkomstig zijn, zijn vaak niet gewend om mensen te mijden. Dit kan, in combinatie met de in het gebied aan te leggen fiets-corridor, gevaarlijke situaties opleveren voor de bezoekers en voor de edelherten in het gebied.1 Heeft u onderzoek gedaan naar de herkomst van de edelherten? Zo ja, wat is de herkomst van de edelherten? Zo nee, waarom niet?

11. Is het juist dat de provincie Noord-Brabant wettelijk gezien het verbod op het uitzetten van dieren in de vrije natuur moet handhaven, en tegelijkertijd financiële middelen verschaft of voornemens is te verschaffen voor dit project in de vorm van subsidie?2 Zo ja, wat vindt u van deze belangenverstrengeling? Zo nee, wie is er wel verantwoordelijk voor het handhaven van het verbod op uitzetten van dieren?


Wij vernemen graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

> Klik hier voor een PDF met de vragen en de genoemde brief als bijlage


2 Artikel 14 Flora- en faunawet

Indiendatum: jul. 2013
Antwoorddatum: 27 aug. 2013

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Hebt u onderzocht of het geplande beheer van de edelhertenpopulatie in lijn is met het Besluit beheer en schadebestrijding dieren? Zo ja, op welke voorwaarden strookt afschot van wild binnen een omheind gebied van 300 hectaren met het Besluit beheer en schadebestrijding dieren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Neen. Dat is een verantwoordelijkheid van de betreffende initiatiefnemer. Het project het Kloppend Hart (met het deelproject edelhert) is een door de regio uitgewerkt en gedragen voorstel. Het betreft geen provinciaal initiatief. Wij hebben het project getoetst aan de beleidskaders zoals “Brabant Uitnodigend Groen “ en de Investeringsagenda van Brabant/Landschappen van Allure. Het project Kloppend Hart voldoet aan alle kaders. Ons investeringsbesluit voor de projecten Landschappen van Allure is genomen op basis van het positieve advies van de externe Adviescommissie Landschappen van Allure.
De projectaanpak vanuit de regio en onze toetsende en procesmatige rol daarin, is volgens de door Provinciale Staten vastgestelde koers "Transitie Stad en Platteland”. De koers die ook leidend was voor BrUG, en die we uitdragen en hier toepassen.
Bij dit project zijn de Flora- en faunawet en daarmee het Besluit beheer en schadebestrijding dieren voor zover ons bekend niet van toepassing. Toetsing aan en handhaving van de Flora- en faunawet is een verantwoordelijkheid van het ministerie van EZ.
Het betreft in dit project dieren die aangemerkt worden als zogenaamde “gehouden dieren” in een afgesloten gebied met een grootte van 300 ha. Uitwisseling met grof wild uit de vrije natuur is niet mogelijk. Een ontheffing voor afschot in het kader van de Flora- en faunawet is niet nodig omdat de dieren gehouden worden binnen een raster in een gebied kleiner dan 5.000 ha. Het Besluit beheer en schadebestrijding dieren bevat de landelijke en provinciale vrijstellingslijst op grond van artikel 65 van de Flora- en faunawet en nadere regels over middelen die gebruikt mogen worden bij het beheer van in het wild levende dieren en de voorkoming en bestrijding van schade aangericht door dieren. Dit besluit ziet alleen toe op in de vrije natuur levende dieren.

2. Hebt u onderzocht of deze vorm van beheer in lijn is met de Flora- en faunawet? Zo ja, op welke voorwaarden strookt afschot van wild binnen een omheind gebied van 300 hectaren met de Flora- en faunawet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Neen, zoals onder 1. aangegeven is de Flora- en faunawet niet van toepassing op dit project. In dit geval is de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren van toepassing.

3. Houdt u bij de toekenning van de subsidie rekening met de mogelijkheid dat er geen afschot van edelherten mag plaatsvinden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, wij verlenen geen subsidie op het deelproject edelhert. Daarnaast is het beheer is een verantwoordelijkheid van de terreineigenaar, in dit geval het Brabants Landschap. De eigenaar van het gebied is op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren verantwoordelijk voor beheer inclusief afschot van de herten, de inrichting van het gebied, de zorg voor voedsel, de verzorging bij ziekte en de veiligheid voor bezoekers. Daarnaast dient de eigenaar goede afspraken te maken met partijen in de omgeving over wat er gebeurt als edelherten buiten het raster uitbreken. Ook dan is afschot mogelijk. In het projectplan Edelhert van Het Groene Woud zijn hiervoor nadere kaders en gedragsregels opgenomen. Het Brabants Landschap zal dat in samenspraak met de Faunabeheereenheid, de twee Wildbeheereenheden, de lokale ZLTO afdelingen, betrokken gemeenten en provincie uitwerken naar een beheerregeling en protocol.
Zie ook onze antwoorden onder 1 en 2.


4. Houdt u bij de toekenning van de subsidie rekening met de mogelijkheid dat er geen ontheffing kan worden verleend door het ministerie van EL&I voor het uitzetten van de edelherten. Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, wij verlenen geen subsidie aan het deelproject edelhert. Daarnaast is een ontheffing conform Flora- en faunawet een bevoegdheid van het ministerie van EZ. Een ontheffing is voor zover ons bekend niet aan de orde. Zie antwoord onder 1 en 2.

5. Wat gebeurt er met de subsidieaanvraag als blijkt dat het ministerie van EL&I niet de benodigde ontheffing kan verlenen voor het uitzetten van de edelherten?

Antwoord: Zie antwoord onder 4.

6. Zijn hier ontbindende voorwaarden voor opgenomen in de subsidietoekenning? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, zie antwoord onder 1 t/m 5.

7. Wat gebeurt er met de gelden indien blijkt dat geen financiële middelen kunnen of mogen worden toegekend aan het project met betrekking tot de herintroductie van het edelhert in Brabant?

Antwoord: Dit is niet aan de orde. Wij verlenen geen subsidie op het deelproject edelhert

8. Welke afspraken zijn of worden binnen het project gemaakt voor het bejagen van de edelherten? Wie gaat het beheer van de populatie uitvoeren en hoe is dit vastgelegd?.

Antwoord: Zie antwoord onder 3.

9. Hebt u onderzocht wat de invloed van het jagen is op de andere dieren in het gebied (bijvoorbeeld met betrekking tot stress, jacht in het broedseizoen)? Zo ja, welke invloed heeft dit op de in het gebied aanwezig soorten? Zo nee, waarom niet?.

Antwoord: Neen. Dat is een verantwoordelijkheid van de betreffende initiatiefnemer. Wij hebben het projectvoorstel getoetst aan onze beleidskaders, daaraan voldoet het.


10. Herten die in hertenkampen leven of daaruit afkomstig zijn, zijn vaak niet gewend om mensen te mijden. Dit kan, in combinatie met de in het gebied aan te leggen fietscorridor, gevaarlijke situaties opleveren voor de bezoekers en voor de edelherten in het gebied. Heeft u onderzoek gedaan naar de herkomst van de edelherten? Zo ja, wat is de herkomst van de edelherten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Neen, er is door ons geen onderzoek gedaan. Dat is een verantwoordelijkheid van de betreffende initiatiefnemer. De voorstellen worden door het ministerie van EZ en/of door ons getoetst aan de betreffende beleidskaders van rijk en/of provincie.

11. Is het juist dat de provincie Noord-Brabant wettelijk gezien het verbod op het uitzetten van dieren in de vrije natuur moet handhaven, en tegelijkertijd financiële middelen verschaft of voornemens is te verschaffen voor dit project in de vorm van subsidie? Zo ja, wat vindt u van deze belangenverstrengeling? Zo nee, wie is er wel verantwoordelijk voor het handhaven van het verbod op uitzetten van dieren?

Antwoord: Neen, er is geen sprake van het uitzetten van dieren in de vrije natuur conform de Flora- en faunawet. In het geval deze wet wél van toepassing zou zijn, is toetsing en handhaving een verantwoordelijkheid van het ministerie van EZ.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris

Interessant voor jou

Vragen over de voorgenomen subsidieaanvraag van de provincie Noord-Brabant aan de Europese Unie voor herstelmaatregelen van het gebied rond de...

Lees verder

Vragen over de afzet van gedode ganzen in de markt

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer