Q-koorts vervolg vragen


Indiendatum: sep. 2009

Den Bosch, 16 september 2009


Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

Geacht college,

In een brief gedateerd 11 augustus j.l. gaf u aan dat de beantwoording van onze schriftelijke vragen van d.d. 24 juli vertraging oploopt aangezien u meer tijd nodig heeft voor noodzakelijk overleg. Naar aanleiding hiervan willen we u een aantal vervolgvragen stellen.

1. Aangezien wij tot op heden nog op geen enkele vraag antwoord hebben gehad lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het uitstel gold voor alle vragen. Is dat correct?

Uit uw brief wordt niet duidelijk waarom u uitstel nodig heeft en met wie u overleg wilt voeren. U heeft geen termijn aangegeven binnen welke wij antwoord krijgen op de gestelde vragen.

2. Kunt u alsnog de reden van uitstel per vraag aangeven en tevens aangeven met wie u overleg moest voeren?
3. Kunt u aangeven wanneer wij een antwoord op onze vragen tegemoet kunnen zien?
4. Kunnen wij in de toekomst bij vragen waarop u uitstel aanvraagt: a. de reden
vernemen waarom u uitstel aanvraagt, b. met wie er overleg gevoerd moet worden en c. binnen welke termijn dan een antwoord zal volgen?

In aanvulling op de vragen van 24 juli j.l. hebben wij nog enkele vragen. Wij verbazen ons over het feit dat er, onafhankelijk van de uitkomsten van het lopende onderzoek, niet ingezet is op voorlichting. Openhartige voorlichting is zeer noodzakelijk, diverse medische specialisten trekken immers uitermate ernstige conclusies:

Peter Schneeberger, arts-microbioloog van het Jeroen Bosch Ziekenhuis:
"Brabant is bedekt met een laagje Q-koorts bacterien en dat kan nog jaren tot gevolgen leiden. (...) De hoeveelheid beesten en de hoeveelheid mensen, die in deze regio samenleven is een biologische tijdbom. Hoe meer beesten en mensen bij elkaar, hoe groter de risico's op infectieziekten door beesten met mensen. (…) Er moet een betere belans gevonden worden op het gebied van maatregelen tussen landbouw en volksgezondheid."

Jos van de Sande, GGD arts: "Q-koorts is een ernstige ziekte die zich uitbreid naar het
westen van de provincie. Van de meer dan 2000 zieken zijn er ruim 1500 in Brabant. (…) Echte maatregelen die effect hebben die zijn nog niet genomen. Het is nog allemaal heel beperkt." In hetzelfde interview geeft Van de Sande tevens aan dat we niet kunnen wachten tot de uitkomsten van het onderzoek bekend zijn.

De Q-koorts lijkt echter te worden doodgezwegen. Voor het opstarten van een voorlichtingscampagne gericht op het verkleinen van besmettingsgevaar was en is genoeg informatie beschikbaar - deze hoefde slechts uitgezet te worden onder de Brabantse bevolking. Met het uitblijven van deze voorlichting lopen mensen grote risico's op aantasting van hun gezondheid.

5. Bent u het met ons eens dat de gezondheid van mensen boven economische gewin gaat?
6. Een adequate voorlichtingscampagne is uitgebleven. Betekent dit dat u economisch gewin stelt boven gezondheid van mensen? Waarom niet?
7. Kunt u de reden aangeven waarom er geen adequate voorlichtingscampagne is opgezet?
8. Vindt u dat het nalaten van adequate voorlichting door de overheid het vertrouwen van burgers in die overheid kan schaden? Waarom wel/niet?
9. Hoe verantwoordt u aan de inwoners van Brabant dat er tot op heden geen adequate voorlichtingscampagne in gang is gezet?

In 2007 en 2008 is Brabant ook stevig getroffen door de Q-koorts. Toen in het begin van dit jaar de meldingen van Q-koorts besmettingen weer binnen begonnen te stromen wees alles erop dat in 2009 ook weer op een serieuze uitbraak gerekend kon worden.

10. Waarom is ten tijde van de eerste besmettingsmeldingen begin dit jaar niet op basis van het voorzorgsprincipe gekozen voor stevigere maatregelen? (Vervoersverbod, maatregelen rond uitrijden en vervoeren van mest etc.?)

Met vriendelijke groet,
Birgit Verstappen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Indiendatum: sep. 2009
Antwoorddatum: 5 nov. 2009

Bij brief van 16 september 2009, ingekomen op diezelfde dag, heeft u namens de PvdD-fractie ingevolge artikel 3.2 van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten meerdere vragen gesteld.

Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

1. Aangezien wij tot op heden nog op geen enkele vraag antwoord hebben gehad lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het uitstel gold voor alle vragen. Is dat correct?
Ja,
2. Kunt u alsnog de reden van uitstel per vraag aangeven en tevens aangeven met
wie u overleg moest voeren?
3. Kunt u aangeven wanneer wij een antwoord op onze vragen tegemoet kunnen
zien?
De aanpak van de Q-koorts problematiek door LNV en VWS is zeer recent duidelijk geworden. In de periode van 17 augustus 2009 tot en met 26 september 2009 zijn vijf antwoorden op vragen en kamerbrieven1 over dit onderwerp gepubliceerd.
Op 1 oktober 2009 gaf het kabinet aan dat zij beziet of vergunningen aan deze bedrijven voor uitbreiding geweigerd moeten worden. Minister Verburg gaat hierover met de sector en vergunningverlenende overheden praten. In verband met een zorgvuldige beantwoording van uw vragen vonden wij het wenselijk te wachten tot het door LNV en VWS ingezette beleid ons voldoende duidelijk was. De voorliggende brief en uw brief van 24 juli 2009 worden tegelijkertijd beantwoord. De reden voor uitstel is hierboven aangegeven en maakt deel uit van een zorgvuldige werkwijze bij beantwoording van Statenvragen.

4. Kunnen wij in de toekomst bij vragen waarop u uitstel aanvraagt: a. de reden vernemen waarom u uitstel aanvraagt, b. met wie er overleg gevoerd moet worden en c. binnen welke termijn dan een antwoord zal volgen?
Statenvragen worden altijd met de nodige spoed beantwoord. Deze afspraak hebben wij met elkaar gemaakt. Ook bij uitstel hebben wij de afspraak dat dit uitstel zo kort mogelijk zal zijn. Daar kunt u ons aan houden.
Vooraf duidelijkheid geven over met wie wanneer overleg wordt gevoerd lijkt ons niet opportuun. De turbulente ontwikkelingen rond Q-koorts maakten in dit geval uitstel in het kader van een zorgvuldige behandeling van uw vragen noodzakelijk.

5. Bent u het met ons eens dat de gezondheid van mensen boven economisch gewin gaat?
Ja.

6. Een adequate voorlichtingscampagne is uitgebleven. Betekent dit dat u economisch gewin stelt boven gezondheid van mensen? Waarom niet?
7. Kunt u de reden aangeven waarom er geen adequate voorlichtingscampagne is opgezet?
8. Vindt u dat het nalaten van adequate voorlichting door de overheid het vertrouwen van burgers in die overheid kan schaden? Waarom wel/niet?
9. Hoe verantwoordt u aan de inwoners van Brabant dat er tot op heden geen adequate voorlichtingscampagne in gang is gezet?

Verantwoordelijk voor gezondheidsvoorlichting zijn Gemeenten en GGD’en. Zie voor nadere toelichting de beantwoording van uw vragen van 24 juli 2009 (brief nr. 1586990).

10. Waarom is ten tijde van de eerste besmettingsmeldingen begin dit jaar niet op basis van het voorzorgsprincipe gekozen voor stevigere maatregelen? (Vervoersverbod, maatregelen rond uitrijden en vervoeren van mest etc.?)
Op 10 januari 2009 heeft LNV de Regeling2 tijdelijke maatregelen dierziekten (Q-koorts) in verband met hygiënevoorschriften ter voorkoming van de verspreiding van Q-koorts gewijzigd. Met deze wijziging werden striktere eisen aan handelingen met mest gesteld.



Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
, voorzitter
,

secretaris


1kamerbrief 17 augustus 2009, nr. VD 09.1250.CPM
kamerbrief 28 augustus 2009, nr. VDC/2009/1401
kamerbrief 16 september 2009, nr. VDC 09.1548/CPM
kamerbrief 23 september 2009, nr. VDC/2009/1583
kamerbrief 26 september 2009, nr. VDC 09.1803/CPM
2 http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640321&_dad=portal&_schema=PORTAL&p_file_id=34286

Interessant voor jou

Statenvragen n.a.v. gebruik Weidevogelgebied Baarle-Nassau als landbouwgrond

Lees verder

Statenvragen Actieve militaire terreinen uit EHS

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer