Statenvragen Bescherming Landgoed Baest
Indiendatum: aug. 2008
Vragen van de fractie van de Partij voor de Dieren aan Gedeputeerde Staten op grond van artikel 3.2. Reglement van Orde,
Geacht college,
Landgoed Baest in Oostelbeers is een NSW-landgoed en een Rijksmonumenten Complex Historische Buitenplaats. Het gebied heeft de kwalificatie natuurparel en is aangewezen als zeer kwetsbaar gebied. Verder behoort het landgoed tot de EHS en is het een Belvedère gebied. Daarnaast heeft de provincie landgoed Baest ook aangewezen als landgoed met “zeer hoge cultuurhistorische waarde”. In 1997 ontving het de Monumentenprijs voor “mooiste landgoed in Brabant”!
Desondanks heeft u gemeend dat er aan de directe grenzen van het landgoed maar liefst drie Log’s aangewezen konden worden ten behoeve van intensieve veehouderij.
Bent u het eens met de constatering dat landgoed Baest een bijzonder landgoed is en dat er terecht allerlei regelgeving in het leven is geroepen teneinde landgoederen als deze te beschermen? Denk u dat door maar liefst drie Log gebieden te bestemmen rond het landgoed, het landgoed in lijn met andere wetgeving de mate van bescherming wordt geboden die het zou horen te hebben? Zo ja, hoe dan?
Denkt u dat de zonering van de Log gebieden rond het landgoed recht doet aan het Akkoord van Cork? Zo ja, op welke wijze? In het Akkoord is immers bepaald dat intensieve veehouderij geweerd moet worden uit zeer bijzondere gebieden als de EHS en Belvedère gebieden.
Ten oosten van het landgoed ligt Log Langereijt. Dit bevindt zich op 730 m afstand van de bebouwde kom van Oirschot, op 570 meter afstand van de bebouwde kom van Oostelbeers, op 800 meter van het Europees beschermde Habitat-richtlijn gebied Kempenland West. Op ongeveer 500 meter afstand van landgoed ’s-Heerenvijvers en op 250 meter afstand van landgoed Baest.
Landgoed Baest en ’s-Herenvijvers zijn zeer kwetsbare natuurgebieden en vallen onder de ammniak en geurwetgeving. In het Reconstructieplan/Milieueffectrapportage Beerze/Reusel p. 153 staat “Zeer kwetsbare natuurgebieden hebben een kritische ammoniakdepositiewaarde van minder dan 1400 mol per ha”. Het rapport in opdracht van de gemeente Oirschot opgesteld door een expertisebureau van Samenwerkingsverband Regio Eindhoven berekent de ammoniakbelasting op landgoed Baest in de huidige situatie 2400 tot 5000 mol per ha. Op landgoed ’s-Herenvijvers varieert de waarde van 2400 tot 4000 mol per ha. Uitbreiding en vestiging van intensieve veehouderij zal de ammoniakbelasting nog meer doen toenemen. Met als gevolg nog verdere verzuring van het land. Een nog verdere verdroging en vervuiling van land en water.
Op welke wijze beschermt u de natuurwaarden van beide landgoederen?
Handelt de provincie niet in strijd met haar eigen beleid - waarop zij ook in de uitspraak van de Raad van State van 2 mei 2007 is gewezen - door een Log te plaatsen binnen 600 meter van maar liefst twee EHS gebieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat wat wordt gedaan om de situatie te herstellen?
De EHS gebieden worden beschermd door de Natuurbeschermingswet ’98. Deze wet heeft externe werking. Is het niet zo dat de provincie toekomstig vestigende danwel uitbreidende varkensboeren in de omringende Log’s een rad voor ogen draait aangezien zij voor een vergunning zullen moeten aantonen dat vestiging of uitbreiding geen negatieve gevolgen heeft voor beide EHS gebieden?
Kunt u aangeven waarom het gebied Langereijt niet als extensiveringgebied bestempeld is op grond van de Spelregels Integrale Zonering opgesteld in het kader van het Akkoord van Cork?
In het verleden is gebleken dat gemeenten niet in staat waren om de belangen van de Historische Buitenplaats en NSW-landgoed Baest adequaat te behartigen. In een aantal gevallen heeft de provincie zich opgeworpen om gemeentegrenzen overstijgende belangen van het landgoed te behartigen. Het provinciale en nationale belang van het landgoed komt ook tot uitdrukking in het gegeven dat bescherming van het landgoed is vastgelegd in wetten en regels op het niveau van rijk en provincie.
Bent u het eens dat landgoed Baest een bovengemeentelijk belang dient?
Bent u van mening dat gezien de hoeveelheid regelgeving- en beleidsregimes die van toepassing zijn op het landgoed alsmede het gezien het unieke karakter van het landgoed, het landgoed een aparte plaats inneemt op gebied van Ruimtelijke Ordening?
Heeft u overwogen de belangen van het cultureel erfgoed Baest in het kader van de Nw. RO te behartigen op provinciaal niveau? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
Indiendatum:
aug. 2008
Antwoorddatum: 31 aug. 2008
Bij brief van 11 augustus 2008, ingekomen 12 augustus 2008 heeft u namens de partij voor de Dieren Noord-Brabant ingevolge artikel 3.2. van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten vragen gesteld over de ligging van landbouwontwikkelingsgebieden ten opzichte van landgoederen de Baest en
’s-Herenvijvers.
Uw brief met daarin de vragen luidt als volgt:
"Geacht college,
Landgoed Baest in Oostelbeers is een NSW-landgoed en een Rijksmonumenten Complex Historische Buitenplaats. Het gebied heeft de kwalificatie natuurparel en is aangewezen als zeer kwetsbaar gebied. Verder behoort het landgoed tot de EHS en is het een Belvedère gebied. Daarnaast heeft de provincie landgoed Baest ook aangewezen als landgoed met “zeer hoge cultuurhistorische waarde”. In 1997 ontving het de Monumentenprijs voor “mooiste landgoed in Brabant”!
Desondanks heeft u gemeend dat er aan de directe grenzen van het landgoed maar liefst drie Log’s aangewezen konden worden ten behoeve van intensieve veehouderij.
1. Bent u het eens met de constatering dat landgoed Baest een bijzonder landgoed is en dat er terecht allerlei regelgeving in het leven is geroepen teneinde landgoederen als deze te beschermen?
2. Denkt u dat door maar liefst drie Log gebieden te bestemmen rond het landgoed, het landgoed in lijn met andere wetgeving de mate van bescherming wordt geboden die het zou horen te hebben? Zo ja, hoe dan?
3. Denkt u dat de zonering van de Log gebieden rond het landgoed recht doet aan het Akkoord van Cork? Zo ja, op welke wijze? In het Akkoord is immers bepaald dat intensieve veehouderij geweerd moet worden uit zeer bijzondere gebieden als de EHS en Belvedère gebieden.
Ten oosten van het landgoed ligt Log Langereijt. Dit bevindt zich op 730 m afstand van de bebouwde kom van Oirschot, op 570 meter afstand van de bebouwde kom van Oostelbeers, op 800 meter van het Europees beschermde Habitat-richtlijn gebied Kempenland West. Op ongeveer 500 meter afstand van landgoed ’s-Heerenvijvers en op 250 meter afstand van landgoed Baest.
4. Denkt u dat u de bevolking van Brabant dienst door een door een landbouwontwikkelingsgebied voor intensieve veehouderij zo dicht op de bebouwde kom te lokaliseren en zo dicht bij maar liefst drie natuurgebieden? Zo ja, op welke gronden laat u de mogelijkheid tot ontwikkeling van veefabrieken prevaleren boven natuurbehoud, menselijk welzijn (denk aan geuroverlast, MRSA Q-koorts) en landbouwdierenwelzijn?
Landgoed Baest en ’s-Herenvijvers zijn zeer kwetsbare natuurgebieden en vallen onder de ammoniak en geurwetgeving. In het Reconstructieplan/Milieueffectrapportage Beerze/Reusel p. 153 staat “Zeer kwetsbare natuurgebieden hebben een kritische ammoniakdepositiewaarde van minder dan 1400 mol per ha”. Het rapport in opdracht van de gemeente Oirschot opgesteld door een expertisebureau van Samenwerkingsverband Regio Eindhoven berekent de ammoniakbelasting op landgoed Baest in de huidige situatie 2400 tot 5000 mol per ha. Op landgoed ’s-Herenvijvers varieert de waarde van 2400 tot 4000 mol per ha. Uitbreiding en vestiging van intensieve veehouderij zal de ammoniakbelasting nog meer doen toenemen. Met als gevolg nog verdere verzuring van het land. Een nog verdere verdroging en vervuiling van land en water.
5. Op welke wijze beschermt u de natuurwaarden van beide landgoederen?
6. Handelt de provincie niet in strijd met haar eigen beleid - waarop zij ook in de uitspraak van de Raad van State van 2 mei 2007 is gewezen - door een Log te plaatsen binnen 600 meter van maar liefst twee EHS gebieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat wordt gedaan om de situatie te herstellen?
De EHS gebieden worden beschermd door de Natuurbeschermingswet ’98. Deze wet heeft externe werking.
7. Is het niet zo dat de provincie toekomstig vestigende dan wel uitbreidende varkensboeren in de omringende Log’s een rad voor ogen draait aangezien zij voor een vergunning zullen moeten aantonen dat vestiging of uitbreiding geen negatieve gevolgen heeft voor beide EHS gebieden? Zo nee, kunt u uitleggen waarom niet?
8. Kunt u aangeven waarom het gebied Langereijt niet als extensiveringgebied bestempeld is op grond van de Spelregels Integrale Zonering opgesteld in het kader van het Akkoord van Cork?
In het verleden is gebleken dat gemeenten niet in staat waren om de belangen van de Historische Buitenplaats en NSW-landgoed Baest adequaat te behartigen. In een aantal gevallen heeft de provincie zich opgeworpen om gemeentegrenzen overstijgende belangen van het landgoed te behartigen. Het provinciale en nationale belang van het landgoed komt ook tot uitdrukking in het gegeven dat bescherming van het landgoed is vastgelegd in wetten en regels op het niveau van rijk en provincie.
9. Bent u het eens dat landgoed Baest een bovengemeentelijk belang dient?
10. Bent u van mening dat gezien de hoeveelheid regelgeving- en beleidsregimes die van toepassing zijn op het landgoed alsmede het gezien het unieke karakter van het landgoed, het landgoed een aparte plaats inneemt op gebied van Ruimtelijke Ordening?
11. Heeft u overwogen de belangen van het cultureel erfgoed Baest in het kader van de Nw. RO te behartigen op provinciaal niveau? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?"
Wij beantwoorden de gestelde vragen als volgt:
Voorafgaand aan de beantwoording van de afzonderlijke vragen hechten wij er aan op te merken dat Provinciale Staten zelf de betreffende landbouwontwikkelingsgebieden hebben vastgesteld conform de daarvoor opgestelde spelregels, dat de Raad van State de aanwijzing van deze gebieden getoetst heeft en grotendeels akkoord bevonden en dat daarmee deze gebieden onherroepelijk vast staan.
Ad 1.
Ja.
Ad 2.
Ja, de inrichting van een Log inclusief de eventuele nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen kan alleen plaatsvinden binnen bestaande wet- en regelgeving. Als deze wet- en regelgeving het vereist zal met de aanwezigheid van natuurgebieden op een bepaalde afstand rekening gehouden moeten worden.
Ad 3.
Ja, op grond van de spelregels die gehanteerd zijn bij de integrale zonering hoefden de betreffende gebieden niet verplicht aangewezen te worden als extensivering- of verwevingsgebied. Anders dan wordt verondersteld staat in het akkoord van Cork niet dat intensieve veehouderijen uit zeer bijzondere gebieden als de EHS en Belvedère gebieden moeten worden geweerd, maar dat bedrijven die zich in die gebieden bevinden actief worden benaderd om ongewenste uitbreiding – binnen het bouwblok – tegen te gaan.
Ad 4.
Ja, met het ontwikkelen van de Log’n wordt elders in Brabant in kernrandgebieden en nabij natuurgebieden de overlast als gevolg van stank en/of ammoniakuitstoot verminderd. Er vindt immers geen inplaatsing zonder uitplaatsing plaats. Bovendien moeten ontwikkelingen in het Log zoals onder 2. al aangegeven voldoen aan huidige wet- en regelgeving en wordt door stimuleringsmaatregelen in de vorm van subsidies voor gecombineerde luchtwassers bijgedragen aan het verbeteren van woon- en leefklimaat.
Ad 5.
De natuurwaarden van de landgoederen worden beschermd via het ruimtelijke spoor door beschermingsregelingen in het bestemmingsplan. De opstelling en vaststelling van een bestemmingsplan is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarnaast zijn deze gebieden aangewezen als extensiveringsgebied. Enkele onderdelen van de integrale zonering zijn door de Raad van State in de beroepsprocedure vernietigd. In de correctieve herziening van het reconstructieplan Beerze-Reusel zijn daarom gedeelten van de nabij gelegen Log’n gewijzigd in secundair Log. Dit betekent dat nieuwvestiging daar niet meer mogelijk is. Een bescherming van de natuurwaarden vindt verder plaats vanuit de nationale wetgeving waaronder de Flora- en faunawet en de Wet ammoniak en veehouderij.
Ad 6.
Nee, de spelregels geven een indicatieve afstand van 500 meter tussen natuur en landbouwontwikkelingsgebieden. Alleen rond zeer kwetsbare natuur geldt een harde eis van minimaal 250 meter afstand. Anders dan wordt verondersteld heeft de Raad van State ook in zijn uitspraak van 2 mei 2007 bepaald dat de door Provinciale Staten gehanteerde uitgangspunten voor de zonering intensieve veehouderij “niet onredelijk zijn”. De hier aan de orde zijnde Log’n zijn door de Raad van State aan die uitgangspunten getoetst en akkoord bevonden. Van strijd met het eigen provinciale beleid kan dus geen sprake zijn.
Ad 7.
Nee, in het proces van totstandkoming van de reconstructieplannen is steeds gecommuniceerd dat in een Log niet alles mogelijk is. Er wordt weliswaar planologisch ruimte geboden voor uitbreiding of nieuwvestiging maar het reconstructieplan kent geen doorwerking naar milieu- en andere wetgeving. Aan deze regelgeving moest en moet onverkort worden voldaan. Overigens is de stelling dat EHS gebieden worden beschermd door de Natuurbeschermingswet 1998 met daaraan gekoppeld externe werking, niet correct; alleen de zogenaamde Natura 2000 gebieden vallen onder de Natuurbeschermingswet 1998.
Ad 8.
Zie hiervoor het gestelde onder 6. Opgemerkt wordt nog dat ook het Log Langereijt door de Raad van State expliciet is getoetst aan de spelregels en daarmee niet in strijd werd geacht met uitzondering van het gedeelte tussen de 1000 en 1500 meter van een Natura 2000 gebied. Dit gebied is vervolgens in de correctieve herziening als secundair Log aangewezen.
Ad 9.
Het is ons niet duidelijk wat bedoeld wordt met de term ‘bovengemeentelijk belang’. Gelet op de door Provinciale Staten vastgestelde Interimstructuurvisie is er sprake van een provinciaal belang. Zie hiervoor ook het antwoord ad 11.
Ad 10.
Ja, landgoed Baest heeft zoals meerdere landgoederen bijzondere waarden maar is in vergelijking met andere landgoederen niet zo uniek dat buiten de vigerende wet- en regelgeving extra bescherming nodig is, zoals bijvoorbeeld bij de Nationale Landschappen wel het geval is.
Ad 11.
In de Interimstructuurvisie en de Paraplunota ruimtelijke ordening zijn de provinciale belangen benoemd en uitgewerkt. Voor landgoed Baest is hierbij onder meer de Cultuurhistorische Waardenkaart van belang. Daarop is het landgoed aangeduid als rijksmonument, historisch geografisch vlak en historisch groen/bouwkunde, allen met de aanduiding ‘zeer hoog’. Daarnaast maken de gronden deel uit van de op de kaart Ruimtelijke Hoofdstructuur aangeduide Groene hoofdstructuur.
De bescherming van de provinciale belangen met betrekking tot dit landgoed volgen uit de voornemens voor verordening met betrekking tot de bescherming van de GHS-natuur en de bescherming van cultuurhistorische waarden. Zoals bekend zal in het najaar 2008 de discussie over de inzet van het instrument ruimtelijke verordening verder gevoerd worden.
Interessant voor jou
Statenvragen afschieten vossen
Lees verderStatenvragen Brand in Stallen
Lees verder