Staten­vragen Brand in Stallen


Indiendatum: aug. 2008

Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

Inleiding
De afgelopen 2½ jaar zijn er in Nederland 374.000 dieren omgekomen bij stalbranden en het aantal branden waar vooral landbouwhuisdieren de dood vinden neemt ieder jaar toe. In de eerste helft van 2008 zijn er inmiddels landelijk al weer 111.000 brandslachtoffers te betreuren. Hierbij zijn de 450.000 meervallen niet meegerekend die afgelopen 8 augustus omkwamen bij een brand in Vredepeel (Limburg)².

In de Provincie Noord-Brabant zijn dit jaar al 27.460 dieren omgekomen. Dit is dus bijna een kwart van het totale aantal omgekomen dieren in Nederland in de eerste helft van dit jaar!

Het gaat om de dood van dieren bij branden in Deurne (29 februari 2008, 160 biggen³), Rijkevoort (7 april 2008, 25.000 kippen4), Heeswijk-Dinther (7 juni 2008, 1000 varkens5) en Eersel (18 juni 2008, 1300 varkens6).

Buiten al het dierenleed, dieren kunnen immers ook pijn en stress ervaren, lijden ook de getroffen agrariërs en andere dierenhouders onder de dood van hun dieren. Maar als de geldende brandvoorschriften zijn toegepast, treft hen geen enkele blaam. De voorschriften echter gaan uit van dieren als ‘eigendom’. Zij worden daarmee onder objecten geschaard en niet als levende individuen beschouwd.
De brandveiligheidsvoorschriften zoals die in het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening worden gesteld, hebben primair tot doel personen te beschermen. Het Bouwbesluit schaart een veehouderij onder bedrijven met een industriefunctie, waarmee levende wezens als koeien, schapen, varkens en kippen gelijkgesteld worden aan productiemiddelen en machines. Dit doet volgens de Partij voor de Dieren geen recht aan het dier. Het dier is een levend wezen en geen machine.

De Partij voor de Dieren is zich er van bewust dat de provinciale overheid formeel geen taak of eindverantwoordelijkheid heeft op deze specifieke regelgevingen. Maar gelet op het enorme aantal dierslachtoffers in Brabant en het feit dat gemeenten op dit gebied ontoereikende brandvoorschriften hanteren, is zij van mening dat de provincie wel degelijk iets kan betekenen om het lot van de dieren te verbeteren. Zij moet volgens de Partij voor de Dieren de zaak aankaarten bij gemeenten en de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken en daarbij aandringen op adequate regelgeving.

Vragen

1. Bij de huidige stand van de techniek is het mogelijk maatregelen te treffen die de brandveiligheid bij (landbouw)huisdieren verbeteren, denk onder meer aan sprinklerinstallaties. Bent u bereid gemeenten te adviseren en te ondersteunen om verbeteringen ten aanzien van de brandveiligheid van dieren te realiseren?
Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken? Zo, neen waarom niet?

2. Bent u bereid in regulier overleg met de ministeries van VROM en Binnenlandse
Zaken aandacht te vragen voor deze problematiek en de ministers te wijzen op het verschil
tussen dieren en machines en haar te verzoeken haar eerder ingenomen positie7 ten
aanzien van de huidige regelgeving te heroverwegen? Zo neen, waarom niet?



De Volkskrant 23-06-2008.
Zie: http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1034132.ece/Dierenbescherming_bezorgd_over_brand_op veebedrijf
² De Limburger, 8 augustus 2008.
Zie:http://www.limburger.nl/article/20080808/REGIONIEUWS02/808080305/1002
³ De Pers 29-02-2008
Zie: http://www.debeurs.nl/binnenland/177478/Brand-wordt-Brabantse-biggen-fataal.html
4 De Gelderlander 07-04-2008
Zie: http://www.gelderlander.nl/voorpagina/maasland/2939278/Kippen-gedood-bij-brand-in-stal-in-Rijkevoort.ece
5 De Pers 07-06-2008
Zie: http://www.depers.nl/binnenland/210003/Varkens-dood-na-brand-in-stal.html
6 Omroep Brabant 18-06-2008
Zie: http://www.omroepbrabant.nl/?news/101172552/Brand+in+Eerselse+stal+1300+varkens+dood.aspx
7 Zie antwoord op Kamervragen gesteld op 4 maart 2008 door het lid Thieme

Indiendatum: aug. 2008
Antwoorddatum: 15 sep. 2008

Bij brief van 22 augustus 2008, ingekomen op 22 augustus 2008, heeft u namens de Partij voor de Dieren-fractie ingevolge artikel 3.2 van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten meerdere vragen gesteld.

“ Geacht College,

De afgelopen 2½ jaar zijn er in Nederland 374.000 dieren omgekomen bij stalbranden en het aantal branden waar vooral landbouwhuisdieren de dood vinden neemt ieder jaar toe. In de eerste helft van 2008 zijn er inmiddels landelijk al weer 111.000 brandslachtoffers te betreuren. Hierbij zijn de 450.000 meervallen niet meegerekend die afgelopen 8 augustus omkwamen bij een brand in Vredepeel (Limburg).

In de Provincie Noord-Brabant zijn dit jaar al 27.460 dieren omgekomen. Dit is dus bijna een kwart van het totale aantal omgekomen dieren in Nederland in de eerste helft van dit jaar!

Het gaat om de dood van dieren bij branden in Deurne (29 februari 2008, 160 biggen, Rijkevoort (7 april 2008, 25.000 kippen), Heeswijk-Dinther (7 juni 2008, 1000 varkens) en Eersel (18 juni 2008, 1300 varkens).

Buiten al het dierenleed, dieren kunnen immers ook pijn en stress ervaren, lijden ook de getroffen agrariërs en andere dierenhouders onder de dood van hun dieren. Maar als de geldende brandvoorschriften zijn toegepast, treft hen geen enkele blaam. De voorschriften echter gaan uit van dieren als ‘eigendom’. Zij worden daarmee onder objecten geschaard en niet als levende individuen beschouwd.


De brandveiligheidsvoorschriften zoals die in het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening worden gesteld, hebben primair tot doel personen te beschermen. Het Bouwbesluit schaart een veehouderij onder bedrijven met een industriefunctie, waarmee levende wezens als koeien, schapen, varkens en kippen gelijkgesteld worden aan productiemiddelen en machines. Dit doet volgens de Partij voor de Dieren geen recht aan het dier. Het dier is een levend wezen en geen machine.

De Partij voor de Dieren is zich er van bewust dat de provinciale overheid formeel geen taak of eindverantwoordelijkheid heeft op deze specifieke regelgevingen. Maar gelet op het enorme aantal dierslachtoffers in Brabant en het feit dat gemeenten op dit gebied ontoereikende brandvoorschriften hanteren, is zij van mening dat de provincie wel degelijk iets kan betekenen om het lot van de dieren te verbeteren. Zij moet volgens de Partij voor de Dieren de zaak aankaarten bij gemeenten en de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken en daarbij aandringen op adequate regelgeving.

Wij stellen aan GS de volgende vragen:

1) De huidige stand van de techniek is het mogelijk maatregelen te treffen die de brandveiligheid bij (landbouw)huisdieren verbeteren, denk onder meer aan sprinklerinstallaties. Bent u bereid gemeenten te adviseren en te ondersteunen om verbeteringen ten aanzien van de brandveiligheid van dieren te realiseren?
Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken? Zo, neen waarom niet?

2) Bent u bereid in regulier overleg met de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken aandacht te vragen voor deze problematiek en de ministers te wijzen op het verschil tussen dieren en machines en haar te verzoeken haar eerder ingenomen positie1 ten aanzien van de huidige regelgeving te heroverwegen? Zo neen, waarom niet?”

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.
1. De huidige stand van de techniek is het mogelijk maatregelen te treffen die de brandveiligheid bij (landbouw)huisdieren verbeteren, denk onder meer aan sprinklerinstallaties. Bent u bereid gemeenten te adviseren en te ondersteunen om verbeteringen ten aanzien van de brandveiligheid van dieren te realiseren? Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken? Zo, neen waarom niet?

Brandveiligheid is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dat vraagt dus om een terughoudende rol van de provinciale overheid. De provincie heeft wel een rol t.a.v. het toezicht op de gemeentelijke voorbereiding op de rampenbestrijding. Daarbij worden de wettelijke vereisten gehanteerd.



2. Bent u bereid in regulier overleg met de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken aandacht te vragen voor deze problematiek en de ministers te wijzen op het verschil tussen dieren en machines en haar te verzoeken haar eerder ingenomen positie ten aanzien van de huidige regelgeving te heroverwegen? Zo neen, waarom niet?

De ministers van LNV en VROM1 stellen zich op het standpunt dat de brandveiligheid in stallen voldoende is gewaarborgd en er daarom geen noodzaak is tot aanscherping of aanvulling van de huidige regelgeving.
Het is aan de Tweede Kamer om te vragen om beleidswijzigingen, indien zij dat nodig acht. De provincie kan daarbij geen andere rol spelen dan te attenderen op de cijfers die u in uw vragen hebt genoemd. Overigens verwijzen wij u verder naar de vragen die Kamerlid mevrouw Thieme (Partij voor de Dieren) heeft gesteld aan de ministers Cramer en Verburg en op de gegeven antwoorden. Daarin vindt u ook het antwoord op een belangrijk deel van uw vragen.

Interessant voor jou

Statenvragen Bescherming Landgoed Baest

Lees verder

Statenvragen n.a.v. niet ontvankelijk verklaring milieuorganisaties

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer