Staten­vragen VAB Biezen­mortel


Indiendatum: feb. 2008

Statenvragen van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

’s-Hertogenbosch, 11.2.2008

Geacht college,

Hierbij enkele vragen n.a.v. een afgegeven verklaring van geen bezwaar m.b.t. omschakeling naar een VAB.

1. De provincie heeft op 20 december 2007 een verklaring van geen bezwaar afgegeven aan het bedrijf van dhr. de Koning aan de Biezemortelsestraat 2 te Biezemortel inzake het opstarten van andere bedrijfsactiviteiten in de voormalige varkensstallen op dit adres. Deze verklaring is gebaseerd op de constatering dat het totale oppervlak aan schuren niet meer bedraagt dan 1000 m2. Is dat correct?

2. De uitvoering van het vastgelegde provinciaal beleid ten behoeve van
omschakeling naar VAB behelst 1 activiteit op maximaal 1000 m2. Is dit correct?

3. Uitgaande van een recente topografische kaart bedraagt het huidige totale staloppervlak 3600 m2 (50x72m) zoals ook de gemeente Haaren zelf aangeeft in een schrijven d.d. 23 januari 2008. (zie Bijlage)
In het provinciaal dossier behorend bij de beslissing wordt de oppervlakte echter in het geheel niet genoemd (aanvraag en ruimtelijke onderbouwing). Kunt u aangeven hoe men tot de 1000 m2 uitspraak gekomen is?

4. Er is een duidelijk gebrek aan coördinatie tussen provincie en gemeente. Wie stelt de regels en wie controleert er nu eigenlijk?De gemeente gebruikt de afgegeven provinciale verklaring van geen bezwaar om een exploitatieverbod (dwangsom, hondenkennel en caravanstalling) op een oppervlakte van aanzienlijk meer dan 1000m2 op te heffen. (besluit 20 -12-2007, publicaties Leije 23 en 30 januari 2008). De bezwaren tegen De Koning zijn: statische opslag (caravans) op meer dan 1000 m2; combinatie van deze opslag met schuurruimten voor paarden, hondenpension en hondenfokkerij. In totaal 3600 m2; geen sloop; maar zelfs nieuwbouw van muren om hondenuitloop ruimtes te creëren.
a. Worden in de verklaring van geen bezwaar de randvoorwaarden helder en duidelijk gesteld?
b. Mag de gemeente de verklaring om om te schakelen naar een VAB op deze wijze interpreteren?
c. Zo neen, zou u de gemeente erop kunnen, cq willen wijzen dat het niet de bedoeling is een verklaring van geen bezwaar op deze wijze te interpreteren?

5a. Bent u op de hoogte van het feit dat de gemeente Haaren in hun nieuwe, nu ter visie liggende bestemmingsplan buitengebied, aan de locatie Biezenmortelsestraat 2 nog steeds een ivv-status verleent?

5b Is dit niet in strijd met de VAB-regeling?

6a. Is dit de enige locatie in Haaren waar de intrekking van milieuvergunning niet goed verloopt?

6b. Naar aanleiding van deze kwestie rijst de vraag: heeft de Provincie een goed beeld hoe de intrekking van milieuvergunningen bij gestopte bedrijven in de andere Brabantse gemeenten verloopt?

6c. Zo ja, zijn deze gegevens dan openbaar?

6d. Zo nee, hoe denkt de Provincie dit te gaan verbeteren? Het gaat hier immers om een afspraak uit het akkoord van Cork (actief intrekken van zgn. lege milieuvergunningen).

7. In de nota Buitengebied in Ontwikkeling staat op pagina 21 dat hergebruik van VAB0s in het buitengebied ten behoeve van statische opslagactiviteiten is toegestaan, buiten de locaties waarvan de agrarische bestemming kan worden gehandhaafd voor verplaatsers en buiten de locaties waar sloop van bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden met de Rbv- of de ruimte voor ruimte-regeling, MITS er geen afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke-, landschappelijke en cultuur historische waardevolle kwaliteiten EN het hergebruik gepaard gaat met EEN VERBETERING van de ruimtelijke kwaliteit.

a. Bent u van mening dat deze VAB-vergunning bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit?

b.Zo ja, hoe dan? Mijnheer de Koning heeft immers onlangs een bouwlamp van 500 watt, gemonteerd op een 20 m hoge paal, op zijn erf gezet.

c. Ook staat in genoemde nota dat de overige bedrijfsbebouwing zonder cultuurhistorische waarden wordt gesloopt. Is dhr. de Koning daaraan gehouden?


8. Dhr. M.C.A. van der Heijden die deze zaak onderzoekt mag naar eigen zeggen van provinciaal hogerhand de betreffende ambtenaar niet meer benaderen. Dit is hem telefonisch meegedeeld (mevrouw van Driel 30-1-2008). De betreffende ambtenaar weigerde deze uitspraak schriftelijk te bevestigen.

a. Is dit correct, mag dhr van der Heijden de betreffende ambtenaar niet meer benaderen? Zo ja, kunt u aangeven wat hiervan de reden is?

b. Deelt u onze mening dat deze handelswijze niet getuigt van een publieksvriendelijke en transparante overheid?

c. Wil de Provincie Noord-Brabant geen publieksvriendelijke en transparante werkwijze uitdragen? Zo ja, handelt uw ambtenaar mevr. P. van Driel dan niet in strijd met dit voornemen?

d. Wat is de beste manier voor dhr. MCA van der Heijden om antwoorden op zijn vragen te krijgen?

Indiendatum: feb. 2008
Antwoorddatum: 10 mrt. 2008

Geachte dames en heren,

Bij brief van 11 februari 2008, ingekomen 11 februari 2008 heeft mevrouw
B.E.J.M. Verstappen namens de Partij voor de Dieren vragen gesteld als bedoeld in artikel 3.2 van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten.

Deze vragen luiden als volgt:

“Hierbij enkele vragen n.a.v. een afgegeven verklaring van geen bezwaar met betrekking tot omschakeling naar een VAB.

1. De provincie heeft op 20 december 2007 een verklaring van geen bezwaar afgegeven aan het bedrijf van de heer De Koning aan de Biezenmortelsestraat 2 te Biezenmortel inzake het opstarten van andere bedrijfsactiviteiten in de voormalige varkensstallen op dit adres. Deze verklaring is gebaseerd op de constatering dat het totale oppervlak aan schuren niet meer bedraagt dan 1.000 m2. Is dat correct?

2. De uitvoering van het vastgelegde provinciaal beleid ten behoeve van omschakeling naar VAB behelst 1 activiteit op maximaal 1.000 m2. Is dit correct?

3. Uitgaande van een recente topografische kaart bedraagt het huidige totale staloppervlak 3.600 m2 (50x72 m) zoals de gemeente Haaren zelf aangeeft in een schrijven van 23 januari 2008 (zie Bijlage).
In het provinciaal dossier behorend bij de beslissing wordt de oppervlakte in het geheel niet genoemd (aanvraag en ruimtelijke onderbouwing). Kunt u aangeven hoe men tot de 1.000 m2 uitspraak gekomen is?

4. Er is een duidelijk gebrek aan coördinatie tussen provincie en gemeente. Wie stelt de regels en wie controleert er nu eigenlijk? De gemeente gebruikt de afgegeven provinciale verklaring van geen bezwaar om een exploitatieverbod (dwangsom, hondenkennel en caravanstalling) op een oppervlakte van aanzienlijk meer dan 1.000 m2 op te heffen. (besluit 20-12-2007, publicaties Leije 23 en 30 januari 2008). De bezwaren tegen De Koning zijn: statische opslag (caravans) op meer dan 1.000 m2; combinatie van deze opslag met schuur-ruimten voor paarden, hondenpension en hondenfokkerij. In totaal 3.600 m2; geen sloop; maar zelfs nieuwbouw van muren om honden-uitloop ruimtes te creëren.
a. Worden in de verklaring van geen bezwaar de randvoorwaarden helder en duidelijk gesteld?
b. Mag de gemeente de verklaring om te schakelen naar een VAB op deze wijze interpreteren?
c. Zo neen, zou u de gemeente erop kunnen wijzen, c.q. willen wijzen dat het niet de bedoeling is een verklaring van geen bezwaar op deze wijze te interpreteren?

5a. Bent u op de hoogte van het feit dat de gemeente Haaren in hun nieuwe, nu ter visie liggende bestemmingsplan buitengebied, aan de locatie Biezenmortelsestraat 2 nog steeds een ivv-status verleent?

5b. Is dit niet in strijd met de VAB-regeling?

6a. Is dit de enige locatie in Haaren waar de intrekking van milieu-vergunning niet goed verloopt?

6b. Naar aanleiding van deze kwestie rijst de vraag: heeft de Provincie een goed beeld hoe de intrekking van milieuvergunningen bij gestopte bedrijven in de andere Brabantse gemeenten verloopt?

6c. Zo ja, zijn deze gegevens dan openbaar?

6d. Zo nee, hoe denkt de Provincie dit te gaan verbeteren? Het gaat hier immers om een afspraak uit het akkoord van Cork (actief intrekken van zgn. lege milieuvergunningen).

7. In de nota Buitengebied in Ontwikkeling staat op pagina 21 dat hergebruik van VAB’s in het buitengebied ten behoeve van statische opslagactiviteiten is toegestaan, buiten de locaties waarvan de agrarische bestemming kan worden gehandhaafd voor verplaatsers en buiten de locaties waar sloop van bedrijfsgebouwen heeft plaats-gevonden met de Rbv- of de ruimte voor ruimteregeling. MITS er geen afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuur-historische waardevolle kwaliteiten en het hergebruik gepaard gaat met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
a. Bent u van mening dat deze VAB-vergunning bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit?
b. Zo ja, hoe dan? Mijnheer de Koning heeft immers onlangs een bouwlamp van 500 watt, gemonteerd op een 20 m hoge paal, op zijn erf gezet.
c. Ook staat in de genoemde nota dat de overige bedrijfsbebouwing zonder cultuurhistorische waarden wordt gesloopt. Is de heer
De Koning daaraan gehouden?

8. De heer M.C.A. van der Heijden die deze zaak onderzoekt mag naar eigen zeggen van provinciaal hogerhand de betreffende ambtenaar niet meer benaderen. Dit is hem telefonisch meegedeeld. De betreffende ambtenaar weigerde deze uitspraak schriftelijk te bevestigen.
a. Is dit correct, mag de heer Van der Heijden de betreffende ambtenaar niet meer benaderen? Zo ja kunt u aangeven wat hiervan de reden is?
b. Deelt u onze mening dat deze handelswijze niet getuigt van een publieksvriendelijke en transparante overheid?
c. Wat is de beste manier voor de heer M.C.A. van der Heijden om antwoorden op zijn vragen te krijgen?”

Wij hebben deze vragen heden als volgt beantwoord.

1. Dit is juist. In de verklaring van geen bezwaar van 18 december 2007, zijn wij expliciet op het VAB-beleid uit het streekplan ingegaan en ook op de beleidsnota BIO. Ten aanzien van deze beleidsnota hebben wij in de verklaring van geen bezwaar opgemerkt, dat op basis van BIO, hergebruik van VAB’s in het buitengebied ten behoeve van statische opslagactiviteiten is toegestaan, mits onder andere de opslag beperkt blijft tot maximaal 1.000 m2 per (voormalig) bouwblok.
Vervolgens hebben wij geconstateerd, dat alle op het perceel aanwezige stallen een oppervlakte van minder dan 1.000 m2 beslaan, zodat wij met de geplande opslag kunnen instemmen.
Deze constatering is echter onjuist. Uit een tekening (schaal 1:2000) uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt duidelijk dat een groter oppervlak aan stallen aanwezig is (ongeveer 3.600 m2).

2. Nee dit is niet correct. In paragraaf 3.4.14 van het streekplan staat aangegeven dat bij hergebruik van een voormalige agrarische bedrijfs-locatie ten behoeve van een agrarisch verwant bedrijf (zoals een honden- en kattenpension), het bedrijf in beginsel niet meer ruimte mag innemen dan het voormalige agrarische bouwblok. Dit betekent dat geen nieuwe bebouwing mag worden toegevoegd. In het ontwerp-vrijstellingsbesluit dat bij de ruimtelijke onderbouwing van onderhavig dossier is gevoegd, staat expliciet aangegeven dat het gebruik zal plaatsvinden in de bestaande stallen en dat uitbreiding niet mogelijk is.

3. De constatering in ons besluit van 18 december 2007, dat alle op het perceel aanwezige stallen een oppervlakte van minder dan 1.000 m2 beslaan is onjuist. Op dit punt is de in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen kaart met opstallen (schaal 1:2000) niet goed geïnterpreteerd.

4. De door ons verleende verklaring van geen bezwaar heeft betrekking op het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan “Buitengebied van de gemeente Udenhout, partiële herziening (Biezenmortel)” voor het in gebruik nemen van de bestaande voormalige agrarische bedrijfs-opstallen ten behoeve van een honden- en kattenpension als hoofd-activiteit en een caravanopslag als nevenactiviteit. De bestaande bebouwing op het bouwblok mag niet worden uitgebreid en de caravanopslag mag maximaal 1.000 m2 beslaan.
Op basis van onze verklaring van geen bezwaar en op basis van het ontwerp-vrijstellingsbesluit van de gemeente Haaren is het dus niet toegestaan nieuwe bebouwing op te richten of de bestaande bebouwing voor andere functies te benutten.
Voor zover bezwaren (wij nemen aan dat de vragenstelster bezwaren van omwonenden bedoeld) inhouden dat ter plaatse wel sprake is van toevoeging van bebouwing of gebruik door andere functies, is het een gemeentelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid hiertegen handhavend op te treden. Ook de VROM-inspectie kan hier een rol spelen.
Het hobbymatig houden van paarden is in het buitengebied overigens zonder meer toegestaan. Het is een gemeentelijke handhavingstaak er voor te zorgen dat het hobbymatig houden van paarden niet uitgroeit tot bedrijfsmatige activiteiten.
a. Nee, de randvoorwaarden voor hergebruik van VAB’s ten behoeve van agrarisch verwante bedrijven en statische opslag worden gesteld in het streekplan (paragraaf 3.4.12 en 3.4.14) en in de beleidsnota BIO (paragraaf 3, in het bijzonder paragraaf 3.3). Deze hebben wij in onze verklaring van geen bezwaar niet nog een keer expliciet uitgeschreven.
b. Wij nemen aan dat de vragenstelster hier doelt op de door haar beschreven bezwaren onder punt 4. In ons antwoord onder punt 4 zijn wij hier reeds op ingegaan.
Voor zover wij in onze verklaring ten onrechte hebben geconstateerd dat in totaal minder dan 1.000 m2 aan bebouwing aanwezig is, menen wij dat het de gemeente duidelijk kan zijn dat wij hebben bedoeld aan te geven, dat ten aanzien van alle op het perceel aanwezige opstallen maximaal 1.000 m2 mag worden benut ten behoeve van statische opslagactiviteiten, in casu een caravanstalling. Wij baseren ons daarbij op de samenhang tussen de aanvraag om vrijstelling, de ruimtelijke onderbouwing, het concept-vrijstellingsbesluit en de zinsnede in onze verklaring, dat in het kader van de beleidsnota BIO hergebruik van VAB’s in het buitengebied ten behoeve van statische opslag is toegestaan, mits deze beperkt blijft tot 1.000 m2.

c. Wij hebben de gemeente Haaren hierover op 5 maart 2008 een brief gestuurd.

5a. Ja, hiervan zijn wij op de hoogte, het voorontwerp-bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Haaren ligt thans bij de directie ROH voor om advies op grond van artikel 10 Besluit op de Ruimtelijke Ordening.

5b. Ja, dit is in strijd met de VAB-regeling. De gemeente Haaren dient in haar nieuwe bestemmingsplan Buitengebied de nieuw gewenste functie honden- en kattenpension met als neventak een caravanstalling (waar thans vrijstelling voor is verleend op grond van artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening) te vertalen in een adequate bestemmings-regeling die past binnen het VAB-beleid van het streekplan en binnen de regeling voor statische opslag uit de nota Buitengebied in ontwikkeling. In het directieadvies zal de gemeente Haaren hierop worden gewezen. Wij zullen er op toe zien dat in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied een en ander goed wordt geregeld.

6a. Naar onze mening is het niet juist dat de intrekking van de milieu-vergunning niet goed verloopt. Het is niet noodzakelijk dat de milieu-vergunning is ingetrokken voordat de verklaring van geen bezwaar wordt afgegeven.

6b. Ja, de intrekkingen worden door gemeenten verwerkt in het bestand Veehouderij Bedrijven. Provinciale Staten ontvangen hiervan periodiek een rapportage.

6c. Ja.

6d. Niet van toepassing.

7a. Ja.

7b. Er verdwijnt een intensieve veehouderij die op korte afstand is gelegen van een kwetsbaar natuurgebied. Hiermee verbetert de ruimtelijke en milieu-kwaliteit in de omgeving.
Een bouwlamp van 500 watt, gemonteerd op een 20 meter hoge paal die volgens vragenstelster zou zijn geplaatst op het erf, valt buiten de orde van onze verleende verklaring van geen bezwaar en buiten de door de gemeente Haaren aangevraagde vrijstelling van het bestemmingsplan.
De gemeente Haaren dient te beoordelen of deze bouwlamp is toegestaan binnen het vigerend bestemmingsplan “Buitengebied van de gemeente Udenhout, partiële herziening (Biezenmortel)” en heeft in dat kader een handhavende bevoegdheid.
7c. Nee. Indien de heer De Koning zijn VAB uitsluitend voor statische opslag had willen benutten, dan hadden wij dit wel gedaan. In onder-havige situatie gebruikt de heer De Koning zijn VAB ook voor een agrarisch verwant bedrijf in de vorm van een honden- en katten-pension waarbij het streekplan geen sloop als voorwaarde stelt maar bepaalt dat in beginsel niet meer ruimte mag worden ingenomen dan het voormalige agrarische bouwblok (er mag dus geen bebouwing worden toegevoegd).
Het is niet in strijd met ons streekplanbeleid en de beleidsnota BIO dat een VAB wordt hergebruikt ten behoeve van verschillende functies zoals een agrarisch verwant bedrijf en statische opslag. De ene regeling sluit de andere niet uit.

8. Bij de Commissie klachten en verzoeken is een klacht ingediend. Deze commissie zal ons over de gegrondheid hiervan advies uitbrengen. Om die reden zullen wij hierop vooralsnog niet inhoudelijk ingaan.

Interessant voor jou

Statenvragen vleeskuikenbedrijf Druisdijk te Alphen

Lees verder

Statenvragen MRSA

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer