Staten­vragen vlees­kui­ken­be­drijf Druisdijk te Alphen


Indiendatum: jan. 2008

Den Bosch, 31 jan. 2008.



Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde


Tijdens de RM commissie vergadering d.d. 11-1-2008 is RM 1186, Druisdijk te Alphen, besproken. Aangezien er tijdgebrek was, zijn vragen blijven liggen n.a.v. antwoorden van gedeputeerde dhr. Paul Rüpp. U treft daarom hierbij enkele Statenvragen van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het reglement van Orde.


Vragen betreffen RM 1186.

1.
In de reconstructiecommissie de Baronie was volgens dhr. Rüpp sprake van een bouwblokgrootte tot 3 ha met de mogelijkheid tot uitbreiding en wijziging. In het Reconstructieplan De Baronie staat (Hoofdstuk 11, Juridische aspecten blz 221 e.v. ) “Bestaande bedrijven krijgen een beoordeling volgens het “bouwblok op maat” principe (bijlage 5). waarbij de maximale bouwblokomvang 2,5 hectare bedraagt. Indien er reeds sprake is van een groter bouwblok dan 2,5 ha zal maatwerk worden geleverd waarbij zuinig ruimtegebruik uitgangspunt is.)”

en verderop: “Uitbreiding van bouwblokken is met inachtneming van relevante wet- en regelgeving mogelijk tot een omvang van maximaal 2,5 hectare. Dit voor zover nodig, gezien de beoogde bedrijfsomvang en –opzet (Bouwblok op maat).”

a. Het is dus geen 3 maar maximaal 2,5 ha (hetgeen al een oppervlakte betreft met een grootte van vijf voetbalvelden). Bent u dat met ons eens dat u PS niet correct heeft geïnformeerd?

b. In het onderhavige geval wordt een uitbreiding toegestaan van bijna twee en een half keer het bestaande bouwblok: van 2,4 naar 5,83 ha! Mogen we nu concluderen dat dit in de lijn ligt van wat we voortaan mogen verwachten als er gesproken wordt over 'mogelijkheid tot uitbreiding en wijziging'?

c. Hoe voorkomt GS precedentwerking, nu zo’n megabedrijf in Alphen wordt toegestaan?

d. Het reconstructie plan is krap 2 jaar oud en de grens die men in principe stelt in dit plan aan bouwblokken blijkt nu al fors te worden overschreden, een overschrijding van 250%. Heeft men 2 jaar geleden de zaak faliekant verkeerd ingeschat?

e. Kunnen we in de toekomst meer van dit soort uitbreidingen verwachten? Is de maatvoering die gehanteerd wordt nu opgerekt tot 6 ha?

f. Gaat GS in andere regio's eenzelfde beleid voeren?


2.
De Raad van State heeft het LOG Druisdijk te Alphen d.d. 30 mei 2007 vernietigd, vanwege de ligging van het betreffende bedrijf binnen 500 meter van een voor verzuring gevoelig gebied, wat niet in overstemming is met de eigen provinciale zoneringsrichtlijn.

a. Kunt u verklaren waarom er in de notitie toch gesproken wordt over een LOG waardoor de commissie verkeerd geïnformeerd is?

b. Kunt u de redenen aangeven waarom u er zo zeker van bent dat het gebied alsnog een LOG wordt?

c. Is het niet zo dat er weer gewoon de normale procedure gaat plaatsvinden met mogelijkheid van bezwaar en beroep, zodat nog niet met zekerheid kan worden gesteld dat het een LOG wordt?

d. Wat gebeurt er met het bedrijf als de RvS na bezwaar en beroep opnieuw het LOG vernietigt?


3.
Dhr. Rüpp spreekt in het audioverslag van de commissievergadering over concentratie op één plek. Hij heeft het in dit verband over een verhuizing van een boer uit Goirle naar Drenthe vanwege uitstootrechten.

Is de agrarische bestemming en de milieuvergunning op die plek in Goirle daarmee ook ingetrokken?

Graag zien wij in dat geval een kopie tegemoet van de intrekkingsvergunning.

In welke zonering lag dat bedrijf uit Goirle? Komt dat bedrijf uit Goirle waarvan de rechten opgekocht zijn uit extensiveringsgebied natuur of uit extensiveringsgebied overig of uit verwevingsgebied?

Indien het een ander bedrijf betreft, dan gelden dezelfde vragen waarop wij graag een antwoord tegemoet zien.


4.
Er wordt door GS gesproken over de landschappelijke inpassing van de mega bedrijven om op deze wijze verontruste burgers gerust te stellen.

a. Bent u van mening dat in het onderhavige geval van landschappelijke inpassing sprake is? Is dit een goed voorbeeld van wat u bedoelt als u spreekt over landschappelijke inpassing?

b. Een groenstrook van 20-25m breed is als het gaat over landschappelijke inpassing een reële orde van grootte. Bent u dat met ons eens? Zo neen, kunt u aangeven waarom niet?

c. In verband met de landschappelijke inpassing van het bedrijf spreekt u over 9000m2 groen dat aangeplant zal worden. Een bedrijf dat 6 ha in beslag neemt (1 km omtrek) krijgt een groenzone van 9000 m2! Kunt u aangeven hoe breed de groenstrook in dit concrete geval wordt? Begrijpen wij goed dat u dit voor ogen heeft als u spreekt over landschappelijke inpassing?


5.
a. Bent u het met ons eens dat de geuruitstoot in de omgeving van het bedrijf flink toeneemt? Zo neen, waarom niet?

b. Bent u het met ons eens dat er een toename is van verkeersbewegingen in de omgeving van het bedrijf flink toeneemt? Zo neen, waarom niet?

c. Bent u het met ons eens dat de fijnstof uitstoot in de omgeving van het bedrijf toeneemt? Zo neen, waarom niet?

d. Is er een vergoeding getroffen met de omwonende(n) van dit bedrijf in verband met de waardedaling van hun woning aangezien de geuruitstoot in hun woonomgeving aanzienlijk toeneemt, evenals de verkeersoverlast en de stofoverlast?




6.
Kunt u aangeven of en zo ja in hoeverre hier mogelijk sprake is van het voorbehoud voor het gelden van het beleid, indien er overwegende bezwaren bestaan vanuit ruimtelijke-, landschappelijke-, maatschappelijke-en/of milieuhygiënische optiek?



7.
Grote bedrijven zouden goed zijn voor dierenwelzijn, zo is door GS verkondigd. Dierenwelzijn kost wat en grote bedrijven kunnen dat betalen. Maar, in het bedrijf in Alphen wordt gekozen voor het maximale aantal wettelijk toegestane kuikens: 24 per m2!

a. Hoe verhoudt zich dit tot eerdere uitspraken van uw zijde dat grote bedrijven ook gunstiger zijn wat betreft het aspect dierenwelzijn?

b. Deelt u de mening dat op deze manier er geen sprake is van een verbetering van het dierenwelzijn?

c. Deelt u de mening dat dierenwelzijn juist weer moet onderdoen aan andere belangen zoals economische? Waarom wel/niet?


8.
a. Is het voorbeeld van Druisdijk, Alphen wat we in Brabant mogen verwachten?

b. Ziet u in de toekomst in het landschap van Brabant vooral zulke grote bedrijven?

c. Heeft u een agro-industrieelcomplex op het oog voor het Brabantse platteland gericht op de wereldmarkt, ten koste van de gezinsbedrijven, ten koste van natuur en milieu en last but not least ten koste van dierenwelzijn?

d. Heeft u inzicht in het draagvlak bij de bevolking wat betreft megastallen? Hoe ziet dat draagvlak er naar uw mening uit?

9.
U spreekt ook regelmatig over duurzame landbouw. Dat is wat u voor ogen heeft. Ammoniak en stank uit de ventilatielucht filteren betekent echter niet automatisch een verlichting voor het milieu: er vindt slechts een afwenteling plaats op een ander milieucompartiment. De methodes die ontwikkeld zijn, zijn vanwege de hoge energiekosten niet duurzaam, maar kosten veel energie.

a. Luchtwassers zijn geen bijdrage aan het behalen van de IPPC norm. Zie de bijlage. Bent u het daarmee eens?

b. Gesloten stalsystemen zijn niet duurzaam. Bent u het daarmee eens? Kunt u aangeven waarom in uw ogen deze systemen wel degelijk duurzaam zijn?

c. Bent u van mening dat dit bedrijf als een duurzaam bedrijf aangemerkt kan worden?
Zo ja, kunt u aangeven waaruit die duurzaamheid bestaat? Hoe is dierenwelzijn daarin meegewogen?


10.
Hoe verhoudt zich deze mega uitbreiding van een kuikenbedrijf, waarin men geen oog heeft voor dierenwelzijn, zich naar uw mening met de recente uitspraken van minister Verburg met betrekking tot de toekomst van de veehouderij in Nederland?

Indiendatum: jan. 2008
Antwoorddatum: 18 feb. 2008

Geachte dames en heren,

Bij brief van 31 januari 2008, ingekomen 31 januari 2008 heeft mevrouw dr. B.E.J.M. Verstappen mede namens De Partij voor de Dieren Noord-Brabant vragen gesteld als bedoeld in artikel 3.2 van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten.

Deze vragen luiden als volgt:

“Tijdens de RM commissie vergadering d.d. 11 januari 2008 is RM-1186, Druisdijk te Alphen, besproken. Aangezien er tijdgebrek was, zijn vragen blijven liggen n.a.v. antwoorden van gedeputeerde de heer P. Rüpp. U treft daarom hierbij enkele statenvragen van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.

1. In de reconstructiecommissie de Baronie was volgens de heer Rüpp sprake van een bouwblokgrootte tot 3 ha met de mogelijkheid tot uitbreiding en wijziging. In het Reconstructieplan De Baronie staat (Hoofdstuk 11, Juridische aspecten blz. 221 e.v. ) “Bestaande bedrijven krijgen een beoordeling volgens het “bouwblok op maat” principe (bijlage 5). waarbij de maximale bouwblokomvang 2,5 hectare bedraagt. Indien er reeds sprake is van een groter bouwblok dan 2,5 ha zal maatwerk worden geleverd waarbij zuinig ruimtegebruik uitgangspunt is)”
en verderop: “Uitbreiding van bouwblokken is met inachtneming van relevante wet- en regelgeving mogelijk tot een omvang van maximaal
2,5 hectare. Dit voor zover nodig, gezien de beoogde bedrijfsomvang en
-opzet (Bouwblok op maat).”

a. Het is dus geen 3 maar maximaal 2,5 ha (hetgeen al een oppervlakte betreft met een grootte van vijf voetbalvelden). Bent u dat met ons eens dat u PS niet correct heeft geïnformeerd?
b. In het onderhavige geval wordt een uitbreiding toegestaan van bijna twee en een half keer het bestaande bouwblok: van 2,4 naar 5,83 ha! Mogen we nu concluderen dat dit in de lijn ligt van wat we voortaan mogen verwachten als er gesproken wordt over 'mogelijkheid tot uitbreiding en wijziging'?
c. Hoe voorkomt GS precedentwerking, nu zo’n megabedrijf in Alphen wordt toegestaan?
d. Het reconstructie plan is krap 2 jaar oud en de grens die men in principe stelt in dit plan aan bouwblokken blijkt nu al fors te worden overschreden, een overschrijding van 250%. Heeft men 2 jaar geleden de zaak faliekant verkeerd ingeschat?
e. Kunnen we in de toekomst meer van dit soort uitbreidingen verwachten? Is de maatvoering die gehanteerd wordt nu opgerekt tot
6 ha?
f. Gaat GS in andere regio's eenzelfde beleid voeren?

2. De Raad van State heeft het LOG Druisdijk te Alphen d.d. 30 mei 2007 vernietigd, vanwege de ligging van het betreffende bedrijf binnen
500 meter van een voor verzuring gevoelig gebied, wat niet in over-stemming is met de eigen provinciale zoneringsrichtlijn.

a. Kunt u verklaren waarom er in de notitie toch gesproken wordt over een LOG waardoor de commissie verkeerd geïnformeerd is?
b. Kunt u de redenen aangeven waarom u er zo zeker van bent dat het gebied alsnog een LOG wordt?
c. Is het niet zo dat er weer gewoon de normale procedure gaat plaats-vinden met mogelijkheid van bezwaar en beroep, zodat nog niet met zekerheid kan worden gesteld dat het een LOG wordt?
d. Wat gebeurt er met het bedrijf als de RvS na bezwaar en beroep opnieuw het LOG vernietigt?

3. De heer Rüpp spreekt in het audioverslag van de commissievergadering over concentratie op één plek. Hij heeft het in dit verband over een verhuizing van een boer uit Goirle naar Drenthe vanwege uitstootrechten.

Is de agrarische bestemming en de milieuvergunning op die plek in Goirle daarmee ook ingetrokken?
Graag zien wij in dat geval een kopie tegemoet van de intrekkingsvergunning.
In welke zonering lag dat bedrijf uit Goirle? Komt dat bedrijf uit Goirle waarvan de rechten opgekocht zijn uit extensiveringsgebied natuur of uit extensiveringsgebied overig of uit verwevingsgebied?
Indien het een ander bedrijf betreft, dan gelden dezelfde vragen waarop wij graag een antwoord tegemoet zien.

4. Er wordt door GS gesproken over de landschappelijke inpassing van de mega bedrijven om op deze wijze verontruste burgers gerust te stellen.

a. Bent u van mening dat in het onderhavige geval van landschappelijke inpassing sprake is? Is dit een goed voorbeeld van wat u bedoelt als u spreekt over landschappelijke inpassing?
b. Een groenstrook van 20-25m breed is als het gaat over land-schappelijke inpassing een reële orde van grootte. Bent u dat met ons eens? Zo neen, kunt u aangeven waarom niet?
c. In verband met de landschappelijke inpassing van het bedrijf spreekt u over 9.000m2 groen dat aangeplant zal worden. Een bedrijf dat 6 ha in beslag neemt (1 km omtrek) krijgt een groenzone van 9.000 m2! Kunt u aangeven hoe breed de groenstrook in dit concrete geval wordt? Begrijpen wij goed dat u dit voor ogen heeft als u spreekt over landschappelijke inpassing?

5. a. Bent u het met ons eens dat de geuruitstoot in de omgeving van het bedrijf flink toeneemt? Zo neen, waarom niet?
b. Bent u het met ons eens dat er een toename is van verkeers-bewegingen in de omgeving van het bedrijf flink toeneemt? Zo neen, waarom niet?
c. Bent u het met ons eens dat de fijnstof uitstoot in de omgeving van het bedrijf toeneemt? Zo neen, waarom niet?
d. Is er een vergoeding getroffen met de omwonende(n) van dit bedrijf in verband met de waardedaling van hun woning aangezien de geur-uitstoot in hun woonomgeving aanzienlijk toeneemt, evenals de verkeersoverlast en de stofoverlast?

6. Kunt u aangeven of en zo ja in hoeverre hier mogelijk sprake is van het voorbehoud voor het gelden van het beleid, indien er overwegende bezwaren bestaan vanuit ruimtelijke, landschappelijke, maatschappelijke en/of milieuhygiënische optiek?

7. Grote bedrijven zouden goed zijn voor dierenwelzijn, zo is door GS verkondigd. Dierenwelzijn kost wat en grote bedrijven kunnen dat betalen. Maar, in het bedrijf in Alphen wordt gekozen voor het maximale aantal wettelijk toegestane kuikens: 24 per m2!

a. Hoe verhoudt zich dit tot eerdere uitspraken van uw zijde dat grote bedrijven ook gunstiger zijn wat betreft het aspect dierenwelzijn?
b. Deelt u de mening dat op deze manier er geen sprake is van een verbetering van het dierenwelzijn?
c. Deelt u de mening dat dierenwelzijn juist weer moet onderdoen aan andere belangen zoals economische? Waarom wel/niet?

8. a. Is het voorbeeld van Druisdijk, Alphen wat we in Brabant mogen verwachten?
b. Ziet u in de toekomst in het landschap van Brabant vooral zulke grote bedrijven?
c. Heeft u een agro-industrieelcomplex op het oog voor het Brabantse platteland gericht op de wereldmarkt, ten koste van de gezins-bedrijven, ten koste van natuur en milieu en last but not least ten koste van dierenwelzijn?
d. Heeft u inzicht in het draagvlak bij de bevolking wat betreft mega-stallen? Hoe ziet dat draagvlak er naar uw mening uit?

9. U spreekt ook regelmatig over duurzame landbouw. Dat is wat u voor ogen heeft. Ammoniak en stank uit de ventilatielucht filteren betekent echter niet automatisch een verlichting voor het milieu: er vindt slechts een afwenteling plaats op een ander milieucompartiment. De methodes die ontwikkeld zijn, zijn vanwege de hoge energiekosten niet duurzaam, maar kosten veel energie.

a. Luchtwassers zijn geen bijdrage aan het behalen van de IPPC norm. Zie de bijlage. Bent u het daarmee eens?
b. Gesloten stalsystemen zijn niet duurzaam. Bent u het daarmee eens? Kunt u aangeven waarom in uw ogen deze systemen wel degelijk duurzaam zijn?
c. Bent u van mening dat dit bedrijf als een duurzaam bedrijf aangemerkt kan worden? Zo ja, kunt u aangeven waaruit die duurzaamheid bestaat? Hoe is dierenwelzijn daarin meegewogen?

10. Hoe verhoudt zich deze mega uitbreiding van een kuikenbedrijf, waarin men geen oog heeft voor dierenwelzijn, zich naar uw mening met de recente uitspraken van minister Verburg met betrekking tot de toekomst van de veehouderij in Nederland?”

Wij hebben deze vragen heden als volgt beantwoord.

Ad 1
a. Ja, abusievelijk is de omvang van het bouwblok verward met die in andere reconstructiegebieden, waar wel 3 ha of een onbeperkte omvang geldt. In Reconstructieplan De Baronie geldt een bouwblokomvang van maximaal 2,5 ha, terwijl in De peel 3 ha geldt waarvan 0.5 ha groen ingepast moet worden. Hierdoor is de verwarring ontstaan.
b. Nee, er wordt steeds maatwerk geleverd waarbij de huidige omvang en vorm van het bouwblok, de omgeving, de voorgenomen bedrijfsvoering en in voorkomend geval nog andere aspecten een rol spelen.
c. Door steeds een afweging te maken als beschreven onder 1b.
d. De reconstructieplannen kennen verschillende omvangen met betrekking tot de bouwblokgrootte. De reconstructiecommissie in de Baronie heeft in haar gebied een omvang bepaald van 2,5 ha met daarbij de nadrukkelijke overweging dat in voorkomend geval hiervan afgeweken kan worden middels de procedure van een streekplanafwijking.
e. Nee, zie 1b.
f. Nee, het beleid hoeft niet te worden aangepast; in andere reconstructie-plannen gelden weliswaar andere maximale bouwblokgroottes maar ook hier kan in voorkomend geval gemotiveerd van afgeweken worden

Ad 2
a. In de notitie wordt over LOG gesproken omdat de betreffende locatie aan de voorwaarden daarvoor voldoet. De voorziene uitbreiding is op meer dan 700 meter van een A-gebied gelegen en ook buiten de 250 meterzone van een B-gebied en voldoet daarmee aan de provinciale richtlijnen voor het zoneren als LOG (spelregels).
b. Zie 2a.
c. Ja.
d. Indien de aanduiding LOG opnieuw vernietigd zou worden, geldt voor de vergunningen van het bedrijf het beginsel van de formele rechtskracht en blijven de vergunningen onverkort gelden.

Ad 3
Voor de uitbreiding van het bedrijf heeft de aanvrager pluimveerechten aangekocht van een bedrijf dat is verplaatst op grond van het landelijke experiment VIV waarbij als voorwaarde is gesteld dat de milieuvergunning wordt ingetrokken en de bebouwing wordt gesloopt. Dat bedrijf lag in Riel in extensiveringsgebied natuur en is inmiddels gesloopt. De milieuvergunning is door burgemeester en wethouders van Goirle ingetrokken bij besluit van
29 augustus 2006 (zie bijlage).

Ad 4
a. Ja, er is sprake van landschappelijke inpassing. Ja, dit wordt bedoeld met een goede landschappelijke inpassing.
b. Nee, de breedte is niet doorslaggevend voor de kwaliteit van land-schappelijke inpassing.
c. De breedte zal 10 meter bedragen. Ja, dit hebben wij o.a. voor ogen bij landschappelijke inpassing.


Ad 5
a. Ja. Onder de opmerking dat de gemeente het bevoegde gezag is voor de afgifte van de milieuvergunning constateren wij dat de geurhinder voor de omliggende burgerwoningen afneemt vanwege de sloop van stallen en het toepassen van lengteventilatie waarbij de afstand van emissiepunten tot de woningen van derden wordt vergroot.
b. Ja, maar met aanleg van een ontsluitingsweg aan de achterzijde van het bedrijf nemen de verkeersbewegingen op de Druisdijk af.
c. Nee. Uit de door de gemeente verleende milieuvergunning blijkt dat de emissie van fijnstof per saldo afneemt.
d. Het is bij ons niet bekend of er een vergoeding aan omwonenden is betaald. Een vergoeding lijkt ons overigens ook niet aan de orde aangezien de situatie niet is verslechterd. Zie de antwoorden op 5a, 5b en 5c.

Ad 6
Het voorbehoud is bedoeld om een uitbreiding te kunnen beperken tot minder dan de maximaal toegestane bouwblokgrootte. In dit geval had het bouwblok al nagenoeg de maximale omvang. Een mogelijke toepassing van het voorbehoud is daarom niet aan de orde.

Ad 7a, b en c
De genoemde aantallen dieren zijn niet juist. Het bedrijf gaat van de huidige bezetting van 24 kuikens per m2 naar 18 kuikens per m2 in de nieuwe situatie. Wij delen uw mening niet dat er geen sprake is van een verbetering van het dierenwelzijn. Het dierenwelzijn is in de nieuwe bedrijfsopzet beter dan in de huidige opzet. Het dierenwelzijn doet dus niet onder voor het economisch belang.

Ad 8
a. Nee. Zie het antwoord op 1b.
b. Nee. Niet alle landbouwontwikkelingsgebieden zijn daarvoor geschikt.
c. Nee.
d. Nee. Overigens worden er op dit moment met betrekking tot dit onderwerp diverse onderzoeken gedaan. O.a. door de Raad voor het Landelijk Gebied.

Ad 9
a. De bijlage waarnaar verwezen wordt, is niet bijgevoegd. Wij zijn van mening dat luchtwassers wel een verbetering zijn.
b. en c. Wij zijn momenteel bezig met verduurzaming van de landbouw. In het kader van de duurzaamheidsimpuls landbouw worden in overleg met de sector pilots opgezet om te komen tot verduurzamingsmaatregelen zowel op technisch gebied als op gebied van dierenwelzijn. In de begroting is daarvoor ook geld gereserveerd. De successen die hierbij geboekt worden zullen worden opgeschaald. Overigens laat dit onverlet dat wanneer zoals in dit geval een aanvraag aan alle wettelijke vereisten voldoet er een milieuvergunning verleend moet worden

Ad 10.
Wij zijn het niet met u eens dat het dierenwelzijn op dit bedrijf verslechtert. Wij constateren juist een verbetering. Wij zien geen conflict met de brief van minister Verburg over de toekomst van de veehouderij in Nederland. In haar brief geeft zij aan dat schaal op zich voor haar geen onderwerp is. Zij ziet ruimte voor megabedrijven, mits men er in slaagt het project in te passen aan de wensen van de samenleving, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij land-schappelijke kenmerken in de architectuur, door de dieren onder te brengen in overzichtelijke stallen, door transparantie en verbindend ondernemerschap.

Interessant voor jou

Statenvragen Reconstructieplan

Lees verder

Statenvragen VAB Biezenmortel

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer