Technische vragen over de reikwijdte en consequenties van TTIP en ISDS voor de provincie Noord-Brabant
Indiendatum: okt. 2015
Technische vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende reikwijdte en consequenties van TTIP en ISDS voor de provincie Noord-Brabant.
Geacht college,
Het debat over het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP) zwelt in heel Europa aan. Het TTIP moet nu en in de toekomst handelsbarrières wegnemen die zijn ontstaan door een verschil in wet- en regelgeving tussen landen. Dit zal onder andere tot stand komen door wederzijdse erkenning van productnormen en testvormen tussen de VS en de EU. In het verdrag is een onderdeel over zogenoemde investeerdersbescherming opgenomen. Dat betekent dat bedrijven en investeerders die menen dat hun winsten geschaad worden door beleid van (lokale) overheden, een claim tegen de overheid kunnen indienen (ISDS).Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Krijgen door inwerkingtreding van het TTIP, producten die met niet EU-gecertificeerde normen zijn geproduceerd, toegang tot de Europese markt?
2. Op welke manier kan het TTIP na inwerkingtreding de uitvoering van provinciale regelgeving beïnvloeden?
3. Kan het TTIP na inwerkingtreding provinciale regelgeving overrulen?
4. Op welke delen van het provinciale beleid zullen het TTIP en de ISDS invloed hebben na inwerkingtreding van het verdrag?
5. Welke effecten zullen het TTIP en de ISDS hebben voor Noord-Brabant op het gebied van milieu, gezondheid, cultuur, landbouw en economie?
6. Wordt het met de komst van de ISDS mogelijk voor bedrijven om bij de provincie schadeclaims in te dienen, als een gewenste uitbreiding door provinciale regelgeving wordt tegengehouden?
7. Op welke manier worden de Brabantse Europarlementariërs en de leden van Huis der Nederlandse provincies , die ons vertegenwoordigen in de Europese Unie, geïnformeerd over de inhoud van het TTIP?
Wij vernemen graag uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
okt. 2015
Antwoorddatum: 10 nov. 2015
Introductie
De onderhandelingen tussen de EU en de VS met betrekking tot het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP) zijn nog in volle gang. De EU-lidstaten hebben in 2013 mandaat verleend aan de Europese Commissie om de onderhandelingen met de Verenigde Staten te voeren. Vier keer per jaar worden de lidstaten geconsulteerd, de Minister voor Buitenlandse Handel behartigt de Nederlandse belangen tijdens die consultaties.
Het Europees Parlement heeft in juli 2015 een resolutie aangenomen met een advies aan de Europese Commissie. In de aanloop naar dat moment is er ook in het Europees Comité van de Regio’s een rapport geschreven dat naar het Parlement is gestuurd. De provincies hebben ingestemd met het adviesrapport van het Comité van de Regio’s.
Het is op dit moment nog niet duidelijk of er een EU-only akkoord (tussen VS en EU) wordt gesloten, of dat het gaat om een gemengd akkoord (tussen de VS, de EU, én de lidstaten). De EU zet in op een gemengd akkoord. In dat geval moet TTIP worden goedgekeurd door alle lidstaten. Bij een EU-only akkoord is dat niet nodig. In beide gevallen zal het Europees Parlement akkoord moeten gaan.
Bovenstaand in acht nemend is er voor de provincie beperkte invloed op het proces. In IPO-verband wordt er over TTIP gesproken met de Minister voor Buitenlandse Handel. Ook wordt het onderwerp geagendeerd in de Dutch Trade en Investment Board, waarin gedeputeerde Bert Pauli namens de provincies zitting heeft.
Antwoorden op de vragen
1. Krijgen door inwerkingtreding van het TTIP, producten die met niet EU-gecertificeerde normen zijn geproduceerd, toegang tot de Europese markt?
Er wordt nog onderhandeld over TTIP. Het is daarom op dit moment nog niet mogelijk een eensluidend antwoord te geven op deze vraag. Wel is door de provincie het standpunt ingenomen – in IPO verband en in het Europees Comité van de Regio’s - dat geldende wettelijke normen voor producten niet zullen worden verlaagd door de inwerkingtreding van TTIP, maar dat juist naar een verbetering van de normen wordt gestreefd. In het advies van het Comité van de Regio’s aan het Europees Parlement staat hierover het volgende:
“Het Europees Comité van de Regio’s beschouwt de hoge mate van bescherming die de EU haar burgers biedt, als een verworvenheid waarvoor het zeker de moeite waard is om op te komen en dringt er dan ook op aan dat de in de lidstaten geldende wettelijke normen op gebieden als de bescherming van het leven, de veiligheid van producten, de sociale bescherming en de bescherming van gezondheid, milieu, klimaat, levensmiddelen, dieren, consumenten en gegevens, de intellectuele eigendom en de rechten van werknemers onder geen enkel beding naar beneden toe worden bijgesteld, maar dat juist naar een verbetering van die normen wordt gestreefd; is van mening dat alleen de daartoe bevoegde instanties van de EU en de lidstaten het recht hebben om op deze cruciale gebieden regels uit te vaardigen”
De Europese Commissie heeft in haar communicatie aangegeven dat er geen sprake zal zijn van het verlagen van standaarden met betrekking tot mensen of het milieu. Zaken waarover de VS en de EU het oneens zijn, zoals de regulering rondom genetisch gemodificeerd voedsel, eisen met betrekking tot de chemische sector of hormoongebruik in de vleessector, zullen niet worden gelijkgetrokken door TTIP. Zowel de VS als de EU houden in - onder andere - die sectoren vast aan hun eigen regulering.
Ook de Minister voor Buitenlandse Handel heeft in haar communicatie aan de Tweede Kamer benadrukt dat de standaarden niet verlaagd zullen worden door TTIP, o.a. in de Kamerbrief van 22 april 2014: “Het hoge beschermingsniveau in Europa om de gezondheid van mens, dier, plant en het milieu te beschermen, staat niet ter discussie in TTIP”.
2. Op welke manier kan het TTIP na inwerkingtreding de uitvoering van provinciale regelgeving beïnvloeden?
3. Kan het TTIP na inwerkingtreding provinciale regelgeving overrulen?
Met betrekking tot regionale regelgeving geldt ook dat er nog geen eensluidend antwoord te geven is, omdat de onderhandelingen nog niet zijn afgerond.
Het zogenaamde recht om te reguleren (“right to regulate”) is normaliter impliciet opgenomen in handelsverdragen. Bedrijven uit de VS zullen ook onder TTIP gelijk (dus niet beter of slechter dan EU-bedrijven) behandeld moeten worden door de overheid. Het opleggen van regulering blijft mogelijk, ook bij bedrijven vanuit de VS, mits dit in het publiek belang gebeurt en met rechtswaarborgen is omkleed. Om expliciete richtlijnen te kunnen opstellen over de voorwaarden op basis waarop regulering ten aanzien van bedrijven uit de VS mag worden ingesteld door de overheid, stelt de Europese commissie voor om het “right to regulate” expliciet op te nemen in een apart verdragsartikel. Over de uitwerking van dat artikel is op dit moment nog niets bekend.
Binnen TTIP zal de mogelijkheid blijven bestaan voor nationale overheden om te bepalen welke diensten als ‘publieke diensten’ kunnen worden aangemerkt. In Nederland geldt wel dat deze diensten binnen de Wet markt en overheid dienen te vallen. De provincies zijn in gesprek met de Minister voor Buitenlandse Handel om overeenstemming te bereiken over welke regionale publieke diensten als zodanig zullen worden aangemerkt in de uitwerking van TTIP.
Over de voorwaarden waaronder Amerikaanse bedrijven toegang zullen hebben tot publieke aanbestedingen in de Europese Unie wordt nog onderhandeld. Dit geldt overigens ook vice versa (de obstakels voor Europese bedrijven die aan een aanbesteding in de VS willen meedoen, zijn over het algemeen groter dan die voor Amerikaanse bedrijven in de EU).
In IPO-verband is er bij de Minister voor Buitenlandse Handel op aangedrongen dat er meer informatie komt over de gevolgen voor provinciale taken en bevoegdheden in relatie tot TTIP. Het onderwerp zal de komende tijd terugkomen op de agenda van de Dutch Trade & Investment Board, waarin gedeputeerde Bert Pauli zitting heeft namens de Nederlandse provincies.
4. Op welke delen van het provinciale beleid zullen het TTIP en de ISDS invloed hebben na inwerkingtreding van het verdrag?
5. Welke effecten zullen het TTIP en de ISDS hebben voor Noord-Brabant op het gebied van milieu, gezondheid, cultuur, landbouw en economie?
Op vragen 4 en 5 is op dit moment nog geen definitief antwoord te formuleren. Er is nog teveel afhankelijk van de precieze uitkomsten van de onderhandelingen. Daarnaast is op dit moment is niet in te schatten wat TTIP precies zal betekenen voor de handels- en investeringsstromen tussen Noord-Brabant en de Verenigde Staten en de effecten van de deze stromen op milieu, gezondheid, cultuur, landbouw en economie in Noord-Brabant. Dit is voor een groot deel afhankelijk van de initiatieven van private partijen die na het in werking treden van TTIP zullen worden ontplooid. Wel is in de beantwoording van vraag 1 ingegaan op de regulering rondom import van producten die effecten kunnen hebben op milieu, gezondheid, cultuur, landbouw en economie.
6. Wordt het met de komst van de ISDS mogelijk voor bedrijven om bij de provincie schadeclaims in te dienen, als een gewenste uitbreiding door provinciale regelgeving wordt tegengehouden?
In de beantwoording op vragen 2 en 3 is ingegaan op het recht om te reguleren (“right to regulate”). Door het right to regulate expliciet op te nemen in een apart verdragsartikel beoogt de Europese Commissie duidelijkheid te verschaffen over regulering van buitenlandse bedrijven door overheden.
Binnen onze rechtstaat geldt dat iedereen zich mag verweren tegen overheidsbesluiten. Het indienen van een schadeclaim bij de provincie door bedrijven is op dit moment nu ook al mogelijk. Zo’n claim wordt nu binnen het bestuursrecht afgehandeld.
ISDS wordt vaker gebruikt in investeringsverdragen en geldt als een minimumbescherming voor gelijke behandeling van investeerders. Minimumregels binnen ISDS zorgen ervoor dat een investeerder zich extra verzekerd voelt van een bepaalde bescherming in het buitenland. Binnen de Nederlandse wet is dit soort bescherming al opgenomen.
ISDS bestaat als mechanisme tussen buitenlandse investeerders en de Staat. Nederlandse regionale en lokale overheden zijn geen partij in het TTIP verdrag. De provincie kan dus ook niet direct worden aangeklaagd binnen een ISDS-constructie in TTIP.
De Nederlandse Staat kan wel worden aangeklaagd binnen ISDS. In IPO-verband is daarom om meer informatie gevraagd aan de Minister voor Buitenlandse Handel over de ISDS-arbitrage in relatie tot de rol van de Staat vis-à-vis provinciale overheden.
7. Op welke manier worden de Brabantse Europarlementariërs en de leden van Huis der Nederlandse provincies , die ons vertegenwoordigen in de Europese Unie, geïnformeerd over de inhoud van het TTIP?
De Brabantse Europarlementariërs worden formeel – zoals alle leden van het Europese Parlement - geïnformeerd door de Europese Commissie over de staat en inhoud van de lopende onderhandelingen. Daarnaast ontvangen zij informatie vanuit hun eigen nationale politieke partijen, leden, achterban/sympathisanten, lobbyisten en belangenorganisaties en via de media. Tevens ontvangen zij officiële rapporten en standpunten, bijvoorbeeld van het Comité van de Regio’s, de Europese Associatie van Regio’s, gemeenten en andere formele of informele organisaties.
Voor de leden en medewerkers van het Huis van de Nederlandse Provincies ligt dit enigszins genuanceerder, omdat zij geen formele ‘partij’ zijn in dit proces en TTIP door de 12 provincies binnen het IPO ook niet als gemeenschappelijk prioritair dossier is aangemerkt.
Medewerkers van het Huis van de Nederlandse Provincies hebben naast de toegang tot het netwerk van beleidsmakers, lobbyisten en belangenorganisaties alleen toegang tot publieke bronnen. Dit zijn onder andere de informatie van het Comité van de Regio’s, de publicaties van de Europese Commissie en de Europese Raad, de rapportages uit het Europese Parlement, media en andere organisaties en bronnen die standpunten over TTIP publiceren en/of bekendmaken.
Interessant voor jou
Vragen over de mogelijkheden om uitbreidingen van nertsenfokkerijen te voorkomen
Lees verderTechnische vragen over gebruik van CO2 bij ganzen en vangkooien bij wilde zwijnen
Lees verder