Technische vragen over het concept Fondsplan Innovatiefonds Brabant 2025 – 2045
Indiendatum: 31 mrt. 2025
Naar aanleiding van Statenvoorstel 21/25 Procedure Wensen en Bedenkingen voor de verlenging van het Innovatiefonds Brabant, en het concept Fondsplan Innovatiefonds Brabant 2025 – 2045 als onderwerp van dat Statenvoorstel, hebben wij een aantal technische vragen.
1. Hoe verhoudt het Innovatiefonds Brabant (hierna: ‘fonds’) zich tot het Beleidskader Economie 2030 (hierna: ‘beleidskader’) en de Uitvoeringsagenda Economie, Talent en Kennisontwikkeling 2024-2027; Staat het fonds enkel ‘in dienst’ hiervan, of ook van andere programma’s, en/of zijn er andere fondsen waarvan gebruik wordt gemaakt t.b.v. de uitvoering van de uitvoeringsagenda? Graag een toelichting.
2. Wordt met het fonds ook geïnvesteerd t.b.v. de in het beleidskader genoemde innovatie-coalitie ‘Agrifood/voedselketen’ (p. 48), en met name ook in de eiwittransitie?
3. In het concept Fondsplan Innovatiefonds Brabant 2025 – 2045 zijn op pagina 19 missies genoemd, waaronder ‘Voedselketens in harmonie met omgeving en klimaat’. Op pagina 26 wordt een investeringsvoorbeeld binnen deze missie genoemd; insectenkweekbedrijf Protix, dat massaal insecten kweekt die als veevoeder voor de vee-industrie dienen. Wordt dit gezien als een investering in de eiwittransitie, waarvan de algemene definitie toch is “de overgang van een overwegend dierlijke naar een meer plantaardige eiwitconsumptie en -productie”.
4. Is het de bedoeling dat met de verlenging van het Innovatiefonds Brabant ook nieuwe investeringen worden gedaan ter bevordering van de eiwittransitie, dat wil zeggen de overgang van een overwegend dierlijke naar een meer plantaardige eiwitconsumptie en -productie? Zo ja, wat kunnen we daarvan verwachten?
Indiendatum:
31 mrt. 2025
Antwoorddatum: 24 apr. 2025
Naar aanleiding van Statenvoorstel 21/25 Procedure Wensen en Bedenkingen voor de verlenging van het Innovatiefonds Brabant, en het concept Fondsplan Innovatiefonds Brabant 2025 – 2045 als onderwerp van dat Statenvoorstel, hebben wij een aantal technische vragen.
1. Hoe verhoudt het Innovatiefonds Brabant (hierna: ‘fonds’) zich tot het Beleidskader Economie 2030 (hierna: ‘beleidskader’) en de Uitvoeringsagenda Economie, Talent en Kennisontwikkeling 2024-2027; Staat het fonds enkel ‘in dienst’ hiervan, of ook van andere programma’s, en/of zijn er andere fondsen waarvan gebruik wordt gemaakt t.b.v. de uitvoering van de uitvoeringsagenda? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het IFB is een financieringsinstrument voor startende bedrijven, en wordt vaak ingezet na een eerste ondersteuning via het Brabant Start Up-fonds. Inhoudelijk sluit het IFB aan op dezelfde langetermijn-missies (bijv. rond klimaat) waar ook het Beleidskader en de UA zich op richten. Resp. op de ontwikkeling van sleuteltechnologieën voor missies. Voor andere spelers bij innovatie, zoals bestaand MKB, is er de MIT-regeling. Voor consortia van bedrijven en kennisinstellingen zijn er Innovatiecoalities.
Met die missies stimuleren we langs economische weg oplossingen voor andere provinciale programma's, zoals Energie, Milieu, Gezondheid en Voedselvoorziening. Het belangrijkste andere fonds om starters te ondersteunen is het Fonds Capital I, ook bij de BOM, dat provincie en ministerie van EZ samen financieren. Het IFB is destijds opgericht omdat Capital I onvoldoende was om de ambities te kunnen waarmaken.
Daarnaast zijn er nog een aantal fondsen die worden afgebouwd.
2. Wordt met het fonds ook geïnvesteerd t.b.v. de in het beleidskader genoemde innovatie-coalitie ‘Agrifood/voedselketen’ (p. 48), en met name ook in de eiwittransitie?
Antwoord:
Ja, dat klopt.
3. In het concept Fondsplan Innovatiefonds Brabant 2025 – 2045 zijn op pagina 19 missies genoemd, waaronder ‘Voedselketens in harmonie met omgeving en klimaat’. Op pagina 26 wordt een investeringsvoorbeeld binnen deze missie genoemd; insectenkweekbedrijf Protix, dat massaal insecten kweekt die als veevoeder voor de vee-industrie dienen. Wordt dit gezien als een investering in de eiwittransitie, waarvan de algemene definitie toch is “de overgang van een overwegend dierlijke naar een meer plantaardige eiwitconsumptie en -productie”.
Antwoord:
Insecten leveren dierlijke eiwitten, en vallen daarmee niet onder plantaardige alternatieven. Toch passen ze in de eiwittransitie als meer duurzaam alternatief voor bijv. visvoer en op termijn mogelijk voor traditionele dierlijke eiwitbronnen voor menselijke consumptie. Daarmee vormen ze een realistische tussenstap richting een duurzamer en evenwichtiger eiwitpatroon, zeker voor mensen die (nog) niet volledig plantaardig willen eten.
4. Is het de bedoeling dat met de verlenging van het Innovatiefonds Brabant ook nieuwe investeringen worden gedaan ter bevordering van de eiwittransitie, dat wil zeggen de overgang van een overwegend dierlijke naar een meer plantaardige eiwitconsumptie en -productie? Zo ja, wat kunnen we daarvan verwachten?
Antwoord:
Het IFB kan verder bijdragen aan de eiwittransitie. Dit kan door middel van investeringen in bedrijven (rechtstreeks danwel via gespecialiseerde fondsen) die hier een oplossing voor bieden. Een concrete verwachting over de mate waarin deze transitie bediend wordt, is op voorhand niet af te geven. Het fonds is daarin afhankelijk van de vraag (naar kapitaal) die gesteld gaat worden. Via de subsidielijn heeft de BOM ook de taak om het aantal initiatieven op dit onderwerp in de Agrifood/voedselketen aan te jagen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Technische vragen over de provinciale inzet op de eiwittransitie
Lees verderVragen over verontrustende signalen over opvang en vervoer van zwervende en gewonde dieren in de gemeente Roosendaal
Lees verder