Tech­nische vragen over Staten­voorstel 38/23 Begro­tings­wij­zi­gingen in het kader van de rijks­bij­dragen Klimaat & Energie


Indiendatum: 3 jul. 2023

Wij hebben over dit Statenvoorstel, dat kort voor PS-behandeling is gepubliceerd, een aantal technische vragen. Wij hopen op snelle beantwoording, opdat PS de besluitvorming degelijk kunnen voorbereiden.

“Die inzet– vanuit beschikbare provinciale (bestuursakkoord)middelen in afwachting van de rijksbijdragen – was niet voldoende om invulling te geven aan alle afspraken uit het Klimaatakkoord.”

1. Bleek personeelscapaciteit dé flessenhals te zijn waardoor niet voldoende invulling geven kon worden aan alle afspraken uit het Klimaatakkoord? Welke beperkingen spelen daarnaast?

2. In hoeverre werkt de omstandigheid, dat de extra bijdragen maar tot 2026 rijken, (naar verwachting) negatief door in het succesvol aantrekken van extra capaciteit?

3. Is het de verwachting dat deze extra middelen voldoende zijn om, met de daarmee aan te trekken extra capaciteit, wél aan alle afspraken uit het Klimaatakkoord invulling te geven? Zo niet; hoeveel zou er (ongeveer) nog bij moeten, en hoe wordt bepaald welke afspraken nu wel worden opgepakt, en welke alsnog blijven liggen?

In de tabel op pagina 4 van het Statenvoorstel staat een verdeling van de middelen en FTE’s per programma.

4. Graag ontvangen wij een inhoudelijke onderbouwing voor deze verdeling. Waar worden de FTE’s per programma voor ingezet?

5. Wat is tot nu toe blijven liggen, wat we met deze extra capaciteit wel kunnen oppakken?

6. Zijn er al vacatures uitgezet?

Indiendatum: 3 jul. 2023
Antwoorddatum: 5 jul. 2023

Wij hebben over dit Statenvoorstel, dat kort voor PS-behandeling is gepubliceerd, een aantal technische vragen. Wij hopen op snelle beantwoording, opdat PS de besluitvorming degelijk kunnen voorbereiden.

“Die inzet– vanuit beschikbare provinciale (bestuursakkoord)middelen in afwachting van de rijksbijdragen – was niet voldoende om invulling te geven aan alle afspraken uit het Klimaatakkoord.”

1. Bleek personeelscapaciteit dé flessenhals te zijn waardoor niet voldoende invulling geven kon worden aan alle afspraken uit het Klimaatakkoord? Welke beperkingen spelen daarnaast?

Antwoord:
Personeelscapaciteit was niet de enige flessenhals. De lijst is langer doordat het hier om een transitie gaat waarin de provincie een rol heeft tussen de vele andere betrokken partijen. Zo speelde het op gang moeten komen van de interne, interbestuurlijke en maatschappelijke samenwerking en rolduiding rond de klimaatopgave een rol. Een andere factor was (en is nog steeds) het ontbreken of niet passen van kaders en randvoorwaarden, net als ontwikkeling en verspreiding van kennis en het tekort aan ervaren arbeidskrachten.
Ook de beschikbaarheid van middelen voor projecten/subsidies – het andere deel van de ingezette provinciale (bestuursakkoord)middelen – was medebepalend voor wat afgelopen jaren haalbaar was.


2. In hoeverre werkt de omstandigheid, dat de extra bijdragen maar tot 2026 rijken, (naar verwachting) negatief door in het succesvol aantrekken van extra capaciteit?

Antwoord:
Het tijdelijk beschikbaar zijn van middelen werkt negatief door als dit betekent dat de te werven medewerkers alleen in aanmerking komen voor een tijdelijk contract. Afgelopen jaren was merkbaar dat het lastig werven is vanuit tijdelijke (energiegerelateerde) functies, vooral bij externe werving.
De eerste tranche van deze bijdrage in de extra kosten door het Rijk loopt inderdaad tot 2026. Met opvolgende tranches wordt via deze route voorzien in medefinanciering tot en met 2030. Aangezien de energietransitie in 2030 nog niet af zal zijn, net zo min als de provinciale rol daarin, wordt aan de organisatie voorgesteld om (ook) structureel te werven.


3. Is het de verwachting dat deze extra middelen voldoende zijn om, met de daarmee aan te trekken extra capaciteit, wél aan alle afspraken uit het Klimaatakkoord invulling te geven? Zo niet; hoeveel zou er (ongeveer) nog bij moeten, en hoe wordt bepaald welke afspraken nu wel worden opgepakt, en welke alsnog blijven liggen?

Antwoord:
Nee, naar verwachting is het niet voldoende om met deze extra capaciteit wel alle afspraken uit het Klimaatakkoord invulling te geven. Zoals aangegeven onder 1 spelen meerdere factoren een rol. Op grond van het Artikel 2 onderzoek naar de uitvoeringslasten van het Klimaatakkoord door de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) werd ingeschat dat in 2022-2024 zo’n €108,4 mln. nodig zou zijn ter compensatie van de uitvoeringslasten voor de provincies. Met de CDOKE-regeling komt voor de periode 2023-2025 in totaal € 70,9 mln beschikbaar voor de provincies.
Niet meegenomen hierin zijn de toegenomen urgentie en bijbehorende ambitieverhoging – met inzet op 60% broeikasgasreductie per 2030 – in het kader van de klimaatopgave. Evenmin is de samenloop met de provinciale rol in het kader van andere transities in beeld gebracht, deze kan tot synergie of juist tot extra complexiteit leiden. De herijking van de uitvoeringslasten door de ROB, die is voorzien in 2024, vormt dan ook een belangrijke tussentijdse momentopname.


In de tabel op pagina 4 van het Statenvoorstel staat een verdeling van de middelen en FTE’s per programma.

4. Graag ontvangen wij een inhoudelijke onderbouwing voor deze verdeling. Waar worden de FTE’s per programma voor ingezet?

Antwoord:
Voorafgaand aan een nieuw bestuursakkoord is het voorstel voor verdeling van dit eerste deel van de K&E-middelen gebaseerd op de huidige verdeling van inzet in combinatie met een inschatting van de noodzaak en mogelijkheid om capaciteit op korte termijn nuttig in te (kunnen) zetten met het oog op de Klimaatakkoord afspraken

Toelichting op de beoogde inzet per begrotingsprogramma:
02 Ruimte & Wonen 7 FTE: 3 FTE Gebiedsgerichte aanpak*
2 FTE Planologie Stedelijk/Landelijk Gebied
1 FTE Procesregie ontwerpateliers*
1 FTE Juridisch
04 Natuur & Milieu 1 FTE MER-coördinatie
05 Economie, Kennis & Talentontwikkeling 1 FTE Circulaire Economie
06 Energie 14 FTE: 4 FTE Warmtetransitie
3 FTE Klimaat(mitigatie)*
3 FTE PMIEK*
2 FTE Grote Oogst
1 FTE Duurzame opwek
1 FTE Laadinfra
07 Landbouw & Voedsel 1 FTE Glastuinbouw
08 Basisinfrastructuur Mobiliteit 1 FTE Circulaire infra/beheer en ontwikkeling*
09 Mobiliteitsontwikkeling ½ FTE Emissievrije zones in de stad*
31 Bedrijfsvoering 4 FTE Ruimtelijk Voorstel*


5. Wat is tot nu toe blijven liggen, wat we met deze extra capaciteit wel kunnen oppakken?

Antwoord:
Zie het antwoord bij vraag 4, de zaken met een * werden in 2022 nog niet opgepakt. De andere onderwerpen konden niet met deze inzet worden opgepakt.


6. Zijn er al vacatures uitgezet?

Antwoord:
Nee. Nu de Statenmededeling (PS 5270406/GS5269493) op verzoek van de Agendavergadering is omgevormd tot een Statenvoorstel is het niet mogelijk om middelen in te zetten vooruitlopend een formele begrotingswijziging. In het geval dat de Agendavergadering de eerdere Statenmededeling ter kennisgeving zou hebben aangenomen was het (conform de werkafspraak met PS omtrent begrotingswijzigingen) wel mogelijk geweest om voorafgaand een begrotingswijziging (via Burap II) middelen in te zetten en hadden we daarmee de werving voor de zomer kunnen starten. De voorbereidingen hiervoor waren getroffen maar zijn nu stilgezet in afwachting van behandeling van het Statenvoorstel door PS.

Interessant voor jou

Technische vragen over de warmtetransportleiding Moerdijk-Amernet als prioritair project in het PMIEK 1.0

Lees verder

Vragen over het vangen van wilde zwijnen in de bebouwde kom van Heeze, en het daarna doden van de biggen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer