Vragen over de staat van instand­houding van de Wilde Eend en de Smient


Indiendatum: dec. 2017

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende de staat van instandhouding van de Wilde Eend en de Smient.


Geacht college,

Vorig jaar maakte Sovon bekend dat de overlevingskansen van eendenkuikens in Nederland laag zijn. Ook blijkt uit dit onderzoek dat 60% van de nesten van wilde eend verloren gaat.

1. Bent u het met ons en met de Vogelbescherming eens dat er niet gejaagd dient te worden op een soort die ernstig in aantal achteruitgaat, zoals de wilde eend? Zo nee, waarom niet?

2. Worden er in Noord-Brabant maatregelen getroffen voor de Wilde Eend, zoals de aanleg van extra broedplaatsen over het water zodat predatoren minder gemakkelijk bij de eieren kunnen komen? Zo nee, waarom niet? Zo nee, bent u voornemens om dergelijke maatregelen te gaan treffen in het komende broedseizoen?

3. De Wilde Eend staat op de lijst van vrij bejaagbare soorten; er mag tot 1 Februari 2018 op deze soort worden gejaagd in het kader van de benuttingsjacht. In welke Brabantse gebieden vindt benuttingsjacht op de Wilde Eend plaats?

4. Ziet u mogelijkheden om de jacht op de Wilde Eend tot 1 Februari niet toe te staan op gronden waar u de eigenaar van bent?

De Smient staat op de provinciale vrijstellingslijst. Het afschot van het aantal Smienten op basis van provinciale ontheffingen lag in het jaar 2014/2015 op 221 en in het jaar 2015/2016 op 261. De Smient staat ook op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Als doel voor de Smient in Nederland geldt: behoud omvang en kwaliteit van leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 258.200 vogels (seizoengemiddelde). Volgens een notitie van Sovon van 30 september 2016 ('Nota Staat van Instandhouding Smient'), geldt voor de Smient een matig ongunstige staat van instandhouding. Het gemiddelde aantal Smienten in 2008-2012 bedroeg 193.000, en was dus 25% lager dan het aantal genoemd in het instandhoudingsdoel (258.200 vogels).

5. Is dit voor u reden om te overwegen de Smient van de provinciale vrijstellingslijst te verwijderen en te stoppen met het (doen) doden van Smienten? Zo nee, waarom niet?

6. Hoe motiveert u dat afschot niet leidt tot een verdere verslechtering van de staat van instandhouding van de Smient?


Met vriendelijke groet,

Marco van der Wel en Paranka Surminski
Partij voor de Dieren

Indiendatum: dec. 2017
Antwoorddatum: 23 jan. 2018

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Bent u het met ons en met de Vogelbescherming eens dat er niet gejaagd dient te worden op een soort die ernstig in aantal achteruitgaat, zoals de wilde eend? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Het is aan de jachthouder om ervoor zorg te dragen dat geen schade optreedt door een te hoge wildstand, maar ook dat overmatige benutting wordt voorkomen. Wij hebben in deze enkel een rol wanneer blijkt dat een jachthouder zich aan deze wettelijke zorgplicht onttrekt en als gevolg daarvan de betreffende soort ter plaatse (al dan niet tijdelijk) dreigt te verdwijnen. Gelet op de informatie zoals opgenomen in het faunabeheerplan is hiervan momenteel geen sprake.


2. Worden er in Noord-Brabant maatregelen getroffen voor de Wilde Eend, zoals de aanleg van extra broedplaatsen over het water zodat predatoren minder gemakkelijk bij de eieren kunnen komen? Zo nee, waarom niet? Zo nee, bent u voornemens om dergelijke maatregelen te gaan treffen in het komende broedseizoen?

Antwoord:
Ja, de FBE geeft aan dat diverse WBE’s, terreinbeheerders en particulieren speciale broedkorven plaatsen voor de wilde eend. Concrete informatie hierover is echter niet voorhanden. Hoewel de (broed-)populatie zowel landelijk als in Noord-Brabant daalt, lijkt er de laatste jaren sprake van een zekere stabilisering. Bovendien is de wilde eend, ondanks de daling, nog steeds een algemeen voorkomende vogelsoort. De vele projecten in het kader van ‘ruimte voor de rivier’ bieden de wilde eend nieuwe mogelijkheden. Aanvullende beheer- en/of inrichtingsmaatregelen zijn ons inziens niet nodig.


3. De Wilde Eend staat op de lijst van vrij bejaagbare soorten; er mag tot 1 februari 2018 op deze soort worden gejaagd in het kader van de benuttingsjacht. In welke Brabantse gebieden vindt benuttingsjacht op de Wilde Eend plaats?

Antwoord:
De wilde eend is inderdaad een wildsoort en mag gedurende de jachtperiode (15 augustus tot en met 31 januari) in heel de provincie Noord-Brabant worden bejaagd. In diverse natuurgebieden worden de jachtrechten door de terreineigenaar echter niet verhuurd of is de jacht (op grond van Natura2000 beheerplan) niet toegestaan. Dit is onder andere het geval in de Biesbosch. Hier is de wilde eend opgenomen in de instandhoudingsdoelstellingen.


4. Ziet u mogelijkheden om de jacht op de Wilde Eend tot 1 februari niet toe te staan op gronden waar u de eigenaar van bent?

Antwoord:
Ja. Het uitgangspunt van ons huidige beleid is dat het jachtrecht, enkel ten behoeve van benuttingsjacht als bedoelt in artikel 3.20 lid 1 Wnb, niet wordt verhuurd. Slechts als sprake is van een jachtrecht van gronden, enkel voor benuttingsjacht, dat gebaseerd is op juridisch gebonden afspraken, worden bestaande contracten verlengd.


5. Is dit voor u reden om te overwegen de Smient van de provinciale vrijstellingslijst te verwijderen en te stoppen met het (doen) doden van Smienten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, uw veronderstelling klopt niet. Onder de Flora- en faunawet stond de smient op de provinciale vrijstellingslijst en was het mogelijk om deze vogel opzettelijk te verontrusten. Met de komst van de Wet natuurbescherming is deze provinciale vrijstellingslijst komen te vervallen. Provinciale Staten hebben nu alleen een vrijstelling in de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant opgenomen voor de woelrat, de veldmuis en de steenmarter. Dezelfde verordening voorziet ook in de aanwijzing van rust- en foerageergebieden voor (ganzen en) smienten om te voorkomen dat ze in de periode van 1 november tot 1 april opzettelijk worden verontrust. Ook wordt sinds winter 2015/2016 geen ontheffing op voorhand meer verleend (m.u.v. een ontheffing op voorhand voor de veiligheid van het luchtverkeer). In 2016 bedroeg het afschot 124 exemplaren op 9 perceelsgebonden machtigingen. In 2017 bedroeg het afschot 0. Slechts bij dreigende schade zal de FBE om een individuele ontheffing vragen voor verjaging met ondersteunend afschot. Hiermee komt de gunstige staat van instandhouding niet in het geding.


6. Hoe motiveert u dat afschot niet leidt tot een verdere verslechtering van de staat van instandhouding van de Smient?

Antwoord:
Zie antwoord vraag 5.


Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter, de secretaris,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. M.J.A. van Bijnen MBA