Vragen over de uitbreiding van een kuikenstal aan de Bosweg in Deurne
Indiendatum: 27 mei 2024
Geacht college,
De kuikenhouderij is een bron van onuitsprekelijk dierenleed. In 2022 zette de rechtbank Oost-Brabant een streep door het plan om aan de Bosweg in Deurne een oude stal met 1250 varkens te vervangen door een nieuwe stal met 80.000 kuikens. In totaal zou het bedrijf dan rond de 250.000 kuikens huisvesten. De kuikenhouderij kan ook voor mensen voor overlast zorgen. Dat laatste is het geval in Deurne. Dit alles heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. De rechtbank Oost-Brabant in Den Bosch heeft geoordeeld dat de bouw van de nieuwe kuikenstal zou zorgen voor te grote gezondheidsrisico's en te veel stankoverlast, en zette een streep door de uitbreidingsplannen. Op grond van welke informatie en overwegingen, bent u nu voornemens om een vergunning te verlenen?
2. Welke stikstofruimte wordt ingezet om deze vergunning tot stand te brengen?
Volgens omwonenden staan meerdere woningen op korte afstand van het pluimveebedrijf en is de geuroverlast op die huizen groter dan wettelijk toegestaan.
3. Bent u met ons van mening dat bovenstaande onrechtmatigheid zo spoedig mogelijk ongedaan moet worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?
De rechtbank Oost-Brabant vond ten tijden van de uitspraak in 2022, de redenering dat je meer dieren zou mogen houden als je een nieuwe moderne stal bouwt, in plaats van een oude stal die niet meer voldoet, “niet juist”. “Dit staat haaks op de doelstelling van de best beschikbare technieken, namelijk een betere bescherming van het milieu (en in dit geval de omwonenden)”, aldus de rechtbank.
4. Bent u met ons van mening dat de uitbreiding van de stal of van het aantal kuikens potentieel zal leiden tot nog meer geuroverlast voor de omwonenden? Zo nee, waarom niet?
5. Hoe wordt de geur afkomstig van de stallen gemeten? Worden gemiddelden gemeten of ook de pieken van de geurbelasting? Hoe vaak wordt er per jaar gemeten?
De Raad van State bepaalt binnenkort of op de locatie aan de Bosweg een nieuwe stal voor 80.000 kuikens mag worden gebouwd.
6. Is het gangbaar dat het college van Gedeputeerde Staten een vergunning voorbereidt voor een situatie die ‘onder de rechter’ ligt? Zo nee, waarom gebeurt dit zo in deze situatie?
7. Kunt u aan ons toelichten wat de volgorde is van de gebeurtenissen rondom de kuikenstal waar u bij betrokken bent geweest, vanaf het moment van de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant in 2022?
8. Kunt u aan ons toelichten welke kosten, denk aan juridische kosten, ambtelijke inzet, e.d. er tot nu toe gemaakt zijn vanuit de provincie m.b.t. deze vergunning aanvraag?
9. Verwacht u dat het ter inzage leggen van de vergunning voor het houden van meer kuikens, van invloed zal zijn op de uitspraak van de Raad van State? Zo ja, op welke wijze?
10. Wat gaat u doen als de Raad van State de eerdere conclusie van de Rechtbank Oost-Brabant in stand houdt? Gaat u dan alsnog over tot het verlenen van de vergunning?
De bereidheid om klachten te melden verdwijnt bij omwonenden van de kuikenstal. Zij voelen zich niet gehoord omdat talloze overleggen tussen gemeente, Haagse politiek, provincie en de GGD volgens hen niet voor verbetering zorgden.
11. Kunt u zich vinden in de uitspraken van de omwonenden? Zo nee, welke argumenten kunt u aandragen waaruit blijkt dat het melden van geuroverlast door omwonenden op deze locatie nog wél nut heeft?
12. Bent u met ons van mening dat de provincie er ook is voor de kwetsbare Brabanders, zoals deze groep omwonenden die al jaren lang probeert om hun kwaliteit van leven op een acceptabel niveau te brengen?
13. Wat kan de provincie specifiek doen om deze groep mensen te ondersteunen, ook in het kader van het provinciale streven naar ‘drie gezonde levensjaren erbij’?
Wij vernemen graag uw reactie en danken u bij voorbaat voor de beantwoording.
Met vriendelijke groet,
Ellen Putman
Partij voor de Dieren Noord-Brabant
Indiendatum:
27 mei 2024
Antwoorddatum: 18 jun. 2024
De kuikenhouderij is een bron van onuitsprekelijk dierenleed. In 2022 zette de rechtbank Oost-Brabant een streep door het plan om aan de Bosweg in Deurne een oude stal met 1250 varkens te vervangen door een nieuwe stal met 80.000 kuikens. In totaal zou het bedrijf dan rond de 250.000 kuikens huisvesten. De kuikenhouderij kan ook voor mensen voor overlast zorgen. Dat laatste is het geval in Deurne. Dit alles heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. De rechtbank Oost-Brabant in Den Bosch heeft geoordeeld dat de bouw van de nieuwe kuikenstal zou zorgen voor te grote gezondheidsrisico's en te veel stankoverlast, en zette een streep door de uitbreidingsplannen. Op grond van welke informatie en overwegingen, bent u nu voornemens om een vergunning te verlenen?
Antwoord:
De bouw van de nieuwe kuikenstal waar een streep door heen is gezet door de rechtbank Oost-Brabant, betreft een zaak in het kader van de omgevingsvergunningverlening. In beginsel zijn gemeenten daarvoor het bevoegde gezag. Wij als Provincie kunnen niet ingrijpen op één vergunning verleend door een ander bevoegd gezag. Wel werken we waar dat kan via verschillende sporen (landbouw en milieu) aan het terugdringen van geur overlast situaties.
2. Welke stikstofruimte wordt ingezet om deze vergunning tot stand te brengen?
Antwoord:
De stikstofruimte van één vergunde vleesvarkenstak wordt ingezet voor de twee nieuwe pluimveestallen.
Volgens omwonenden staan meerdere woningen op korte afstand van het pluimveebedrijf en is de geuroverlast op die huizen groter dan wettelijk toegestaan.
3. Bent u met ons van mening dat bovenstaande onrechtmatigheid zo spoedig mogelijk ongedaan moet worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De geuroverlast die in deze zaak betwist wordt, betreft een norm in het kader van de omgevingsvergunningverlening. In beginsel zijn gemeenten daarvoor het bevoegde gezag. Wij als Provincie kunnen niet ingrijpen op vergunning verleend door een ander bevoegd gezag. Wel werken we waar dat kan via verschillende sporen (landbouw en milieu) aan het terugdringen van geur overlast situaties.
De rechtbank Oost-Brabant vond ten tijden van de uitspraak in 2022, de redenering dat je meer dieren zou mogen houden als je een nieuwe moderne stal bouwt, in plaats van een oude stal die niet meer voldoet, “niet juist”. “Dit staat haaks op de doelstelling van de best beschikbare technieken, namelijk een betere bescherming van het milieu (en in dit geval de omwonenden)”, aldus de rechtbank.
4. Bent u met ons van mening dat de uitbreiding van de stal of van het aantal kuikens potentieel zal leiden tot nog meer geuroverlast voor de omwonenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De geuroverlast die in deze zaak betwist wordt, betreft een norm in het kader van de omgevingsvergunningverlening. In beginsel zijn gemeenten daarvoor het bevoegde gezag. Wij als Provincie kunnen niet ingrijpen op vergunning verleend door een ander bevoegd gezag. Wel werken we waar dat kan via verschillende sporen (landbouw en milieu) aan het terugdringen van geur overlast situaties.
5. Hoe wordt de geur afkomstig van de stallen gemeten? Worden gemiddelden gemeten of ook de pieken van de geurbelasting? Hoe vaak wordt er per jaar gemeten?
Antwoord:
Toezichthouden en handhaven op een geurnorm kan in zoverre dat in een vergunningaanvraag voor de milieubelastende activiteit of melding op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) middels een berekening (V-stacks) wordt bepaald met welk stalsysteem en aantal dieren kan worden voldaan aan de geurnormen uit het Bal en/of het Omgevingsplan van desbetreffende gemeente. Deze normen zijn nagenoeg 1 op 1 overgenomen uit de voormalige Wet geurhinder en Veehouderij (Wgv) en zeggen iets over de toegestane belasting op een geurgevoelig gebouw.
Aangezien geur (nagenoeg) niet gemeten kan worden bij een controle, toetst de toezichthouder of de aantallen dieren niet worden overschreden, de emissiepunten niet afwijken van hetgeen is aangevraagd, de afstanden van een emissiepunt tot een GGO en of de (luchtwas)systemen (mits aanwezig én geur reduceren) naar behoren functioneren.
Hoe vaak de geur bij de stallen per jaar gemeten wordt, is per locatie en gemeente verschillend.
De Raad van State bepaalt binnenkort of op de locatie aan de Bosweg een nieuwe stal voor 80.000 kuikens mag worden gebouwd.
6. Is het gangbaar dat het college van Gedeputeerde Staten een vergunning voorbereidt voor een situatie die ‘onder de rechter’ ligt? Zo nee, waarom gebeurt dit zo in deze situatie?
Antwoord:
Wegens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 29 mei 2024 wordt er op dit moment geen nieuwe vergunning meer voorbereidt.
7. Kunt u aan ons toelichten wat de volgorde is van de gebeurtenissen rondom de kuikenstal waar u bij betrokken bent geweest, vanaf het moment van de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant in 2022?
Antwoord:
Wij zijn vanaf het moment van de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant in 2022 betrokken bij de volgende stappen, wij hebben de aanvraag van 3 oktober 2019 opnieuw in behandeling genomen. Op 3 mei 2023, 26 februari 2024, 5 maart 2024, 26 maart 2024 en 3 april 2024 is de aanvraag aangevuld. Op 8 april 2024 hebben wij een nieuw ontwerpbesluit genomen op de aanvraag.
8. Kunt u aan ons toelichten welke kosten, denk aan juridische kosten, ambtelijke inzet, e.d. er tot nu toe gemaakt zijn vanuit de provincie m.b.t. deze vergunning aanvraag?
Antwoord:
Aan de aanvraag hebben we 97,25 uur besteed en aan het hoger beroep 29,75 uur. We rekenen met een uurtarief van €112,60, dus in totaal hebben we €14.300,20 besteed aan juridische/ambtelijke kosten vanaf het in behandeling nemen van de aanvraag.
9. Verwacht u dat het ter inzage leggen van de vergunning voor het houden van meer kuikens, van invloed zal zijn op de uitspraak van de Raad van State? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord:
Nee, op 29 mei 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de vernietiging van de vergunning door de Rechtbank Oost-Brabant in stand gelaten.
10. Wat gaat u doen als de Raad van State de eerdere conclusie van de Rechtbank Oost-Brabant in stand houdt? Gaat u dan alsnog over tot het verlenen van de vergunning?
Antwoord:
Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn door verschillende partijen zienswijzen kenbaar gemaakt. Deels zijn dit pro forma zienswijzen, die nog nader worden aangevuld. Daarna wordt bezien of de vergunning definitief wordt verleend.
De bereidheid om klachten te melden verdwijnt bij omwonenden van de kuikenstal. Zij voelen zich niet gehoord omdat talloze overleggen tussen gemeente, Haagse politiek, provincie en de GGD volgens hen niet voor verbetering zorgden.
11. Kunt u zich vinden in de uitspraken van de omwonenden? Zo nee, welke argumenten kunt u aandragen waaruit blijkt dat het melden van geuroverlast door omwonenden op deze locatie nog wél nut heeft?
Antwoord:
Deze vraag gaat over een gemeentelijke bevoegdheid, hier kunnen wij geen antwoord op geven.
12. Bent u met ons van mening dat de provincie er ook is voor de kwetsbare Brabanders, zoals deze groep omwonenden die al jaren lang probeert om hun kwaliteit van leven op een acceptabel niveau te brengen?
Antwoord:
Ja, wij zijn van mening dat de provincie er ook is voor kwetsbare Brabanders, zoals deze groep omwonenden. Wij nemen elke klacht en melding serieus en behandelen deze zorgvuldig.
13. Wat kan de provincie specifiek doen om deze groep mensen te ondersteunen, ook in het kader van het provinciale streven naar ‘drie gezonde levensjaren erbij’?
Antwoord:
De provincie werkt samen met andere overheden, maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven aan gezondheid. Onder andere door slimme keuzes te maken met haar partners over luchtkwaliteit, met het Schone Luchtakkoord en het verzamelen van data via het luchtmeetnet. De informatie die dit oplevert wordt gebruikt voor onze beleidsvorming, en kan gemeenten helpen voor de uitvoering van hun bevoegdheden zoals hierboven aangegeven.
Wij staan voor:
Wij zijn tegen:
Interessant voor jou
Vragen over het herhaaldelijk doden van bevers bij een zorginstelling in Boxmeer
Lees verderTechnische vragen over de mededeling portefeuillehouder inzake overname Arriva
Lees verder