Vragen over de vergun­ning­ver­lening voor lucht­wassers


Indiendatum: 19 aug. 2024

Geacht college,

Op vrijdag 16 augustus bereikte ons het bericht dat inmiddels zes veehouders een vergunning voor een luchtwasser hebben gekregen, en dat tientallen andere vergunningen waarschijnlijk zullen volgen. Met de door u ontwikkelde Handreiking passende beoordeling luchtwassers, wordt volgens het college een grotere mate van zekerheid gegeven dat de luchtwassystemen ook in de praktijk de vereiste werking hebben. Op het moment dat de werking niet voldoet, kan volgens u eenvoudiger worden gehandhaafd. Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.

1. Hoe frequent zal de werking van de luchtwassystemen worden gecontroleerd?

2. Hoe wordt de informatie over de werking aangeleverd en aan wie?

3. Op welke wijze zal worden gehandhaafd wanneer uit de aangeleverde informatie blijkt dat de emissiereductie lager is dan verwacht? Wat kan dit betekenen voor de bedrijfsvoering van de veehouder? De vergunning is dan immers al definitief, en de luchtwasser al geïnstalleerd.

4. Kan uw college overgaan tot het verlenen van een tijdelijke vergunning die weer kan worden ingetrokken wanneer blijkt de overeengekomen emissiereductie niet kan worden behaald? Zo ja, bent u daartoe bereid, en zo nee, waarom niet? Indien u daar niet toe bereid bent, waarom niet?

5. Is het behalen van een bepaalde emissiereductie vastgelegd in de vergunningvoorwaarden? Zo nee, hoe is de emissiereductie dan vastgelegd zodat daarop kan worden gehandhaafd?

Uit het artikel in Omroep Brabant blijkt dat alle zes boeren die tot nu toe een vergunning voor een luchtwassysteem hebben gekregen, ook het aantal dieren (gaan) uitbreiden. In sommige gevallen wordt het aantal dieren zelfs meer dan verdubbeld.

6. Krijgen de dieren in de nieuwe situatie meer ruimte in de stallen? Zo nee, waarom niet?

7. Indien nee bij de vorige vraag, op welke wijze wordt het welzijn van de dieren dan verbeterd? Graag ontvangen wij een toelichting op het (verbeterde) welzijn van de dieren voor elk van de zes veehouderijen.

Op 2 februari 2024 vroegen wij aan u of u het een wenselijke ontwikkeling zou vinden als de agrarische ondernemer de investering voor de luchtwasser probeert terug te verdienen door meer dieren op het bedrijf te houden. U antwoordde daar op 20 februari op 2024 op: "Nee, GS zetten vanuit het bestuursakkoord in op de verlaging van emissies uit onder meer de veehouderij. Behalve door realisatie van emissiereductie in het huisvestingssysteem, stimuleren GS ook de omschakeling naar een natuur-inclusieve bedrijfsvoering, of naar een bedrijfsvoering gebaseerd op het houden van minder dieren."

8. Bent u met ons van mening dat u, door de vergunningverlening voor luchtwassystemen, indirect debet bent aan het tot stand komen van een bedrijfsvoering die juist gebaseerd is op het houden van méér dieren per veehouderij, met alle negatieve gevolgen voor dierenwelzijn van dien?

9. Hoeveel meer boeren kunnen op deze manier meer varkens gaan houden op korte termijn, en wat betekent dit voor bedrijven die andere dieren houden?

In 2024 hebben er regelmatig stalbranden plaatsgevonden, met onnoemelijk lijden van dieren tot gevolg. Doordat stallen met een luchtwassysteem met elkaar in verbinding staan, kunnen vlammen zich in zeer korte tijd van stal tot stal verspreiden. Daardoor loopt de kans op meer dodelijke slachtoffers toe.

10. Op welke wijze houdt u er rekening mee dat stalbranden worden versneld door het gebruik van luchtwassystemen?

Wij vernemen graag uw reactie en danken u bij voorbaat voor de beantwoording.


Met vriendelijke groet,

Nikky Hamerslag
Partij voor de Dieren Noord-Brabant

Interessant voor jou

Technische vragen over maatregelen van SABIC om overtreding ongedaan te maken

Lees verder

Technische vragen over het gebruik van Beaumix

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer