Vragen over het ontbreken van een MER in de procedure van deel­project 2 van de N629


Indiendatum: jul. 2016

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende het ontbreken van een MER in de procedure van deelproject 2 van de N629.


Geacht college,

Wij hebben een aantal vragen over het tot nu toe ontbreken van een MER-procedure betreffende de N629 - Westerlaan Dongen, mede naar aanleiding van ingekomen brieven op 22 maart en 30 april gericht aan o.a. Provinciale Staten (zoals te vinden in de lijst ingekomen stukken van de procedurevergaderingen van 9 mei en 13 juni).

In de brieven wordt gestelt dat de nieuwe weg door Dongen, de N629 - Westerlaan Dongen, slecht zal uitpakken voor de leefbaarheid van de omwonenden. Een MER zou dit feitelijk kunnen onderbouwen of weerleggen, ware het niet dat er nog geen MER-rapportage voorhanden lijkt te zijn. In de nieuwsbrief van juli 2016 is te lezen dat de MER in 2017 ter inzage komt te liggen.

In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau m.e.r. N629/Westerlaan is het volgende te lezen:
“Mede op basis van de informatie uit het MER maken de betrokken partijen gezamenlijk een keuze voor een voorkeursalternatief (VKA).” Door uw College is echter al op 28 juni jl. een voorkeur uitgesproken voor het tracé Bundeling Noord.

Samengevat lijkt het er sterk op dat;

  • De keuze voor een VKA o.a. gebaseerd moet zijn op een MER;
  • Er nog géén MER is uitgevoerd;
  • Er al wél een VKA is gekozen.

Wij krijgen graag antwoord op onderstaande vragen.

1. Heeft uw college de brieven van de schrijver inhoudelijk beantwoord? Zo ja, kunnen wij de reactie(s) inzien? Zo nee, waarom niet?

2. Klopt het dat er nog geen MER-rapport is? Zo ja, waarom nog niet? Zo nee, waarom is deze (nog) niet openbaar?

3. Klopt het dat uw College haar keuze voor een VKA mede dient te baseren op de milieueffecten van de verschillende alternatieven – zoals deze naar voren komen in een MER – zodat deze effecten meegenomen worden in de overweging? Zo ja, waarom heeft u onlangs, zonder MER, al een voorkeur uitgesproken? Zo nee, hoe zit de procedure dan in elkaar en waarop is dit wettelijk gebaseerd?

4. Kan de keuze voor het tracé Bundeling Noord nog veranderd worden, bijvoorbeeld op basis van de nog uit te voeren MER? Zo nee, waarom niet en waarom wordt de MER dan nog uitgevoerd?

Wij vernemen graag uw reactie.


Met vriendelijke groet,

Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: jul. 2016
Antwoorddatum: 26 jul. 2016

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Heeft uw college de brieven van de schrijver inhoudelijk beantwoord? Zo ja, kunnen wij de reactie(s) inzien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja, we hebben de brieven van de schrijver beantwoord. Omdat de brieven waren gericht aan Provinciale Staten, hebben wij de Staten hiervan een afschrift gestuurd.
https://corsa.brabant.nl/scripts/wsisa.dll/WService=ws_prod//post/showscan.r?object_type=S&object_id=4020186


2. Klopt het dat er nog geen MER-rapport is? Zo ja, waarom nog niet? Zo nee,waarom is deze (nog) niet openbaar?

Antwoord: Nee, er is wel een Milieu Effecten Rapportage (MER) opgesteld, maar deze is nog in concept. Een MER vormt een integraal onderdeel en belangrijke onderbouwing van een Provinciaal Inpassings Plan (PIP). Om die reden ligt de MER gelijktijdig ter visie met het PIP. Wij verwachten dat het ontwerp-PIP medio 2017 gereed is en dan ter visie kan worden gelegd.


3. Klopt het dat uw College haar keuze voor een VKA mede dient te baseren op de milieueffecten van de verschillende alternatieven – zoals deze naar voren komen in een MER – zodat deze effecten meegenomen worden in de overweging? Zo ja, waarom heeft u onlangs, zonder MER, al een voorkeur uitgesproken? Zo nee, hoe zit de procedure dan in elkaar en waarop is dit wettelijk gebaseerd?

Antwoord: Nee, het staat ons als initiatiefnemer vrij om vooruitlopend op de besluitvorming van Provinciale Staten een voorkeur uit te spreken. Bij de keuze heeft de concept-MER, die op inhoud gereed was, als basis voor het besluit gefungeerd, en het aspect milieu is daarbij volledig onderdeel van de afweging geweest, waarmee is voldaan aan de doelstelling van de MER: het milieu een volwaardige plaats geven in de besluitvorming.
De procedure om de reconstructie van de provinciale weg N629 ruimtelijk mogelijk te kunnen maken, is vastgelegd in de Wet ruimtelijke ordening. Deze procedure houdt samengevat in dat wij een PIP opstellen. Wij doen dat in overleg met de betrokken partijen, in dit geval de gemeenten Dongen en Oosterhout. Eén van de onderdelen van een PIP is een MER. Nadat het PIP in concept gereed is, bieden we gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. Provinciale Staten stellen vervolgens het PIP vast. Tegen dat besluit staan voor belanghebbenden bezwaar en beroep open.


4. Kan de keuze voor het tracé Bundeling Noord nog veranderd worden, bijvoorbeeld op basis van de nog uit te voeren MER? Zo nee, waarom niet en waarom wordt de MER dan nog uitgevoerd?

Antwoord: Ja. Gewijzigde inzichten lopende de procedure, advisering door de Commissie MER, ingekomen zienswijzen, het standpunt van Provinciale Staten of ingediende bezwaren of beroepen kunnen leiden tot wijziging.


Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter, de secretaris,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger

Interessant voor jou

Vragen over een mogelijk verbod op onoverdekte uitloop van vee in Oss

Lees verder

Vragen over de wijziging van het provinciale ganzenbeleid

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer