Vragen over openstelling Roovertse Dijk
Indiendatum: aug. 2010
Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS op grond van artikel 3.2 van het Reglement van Orde.
Geacht college,
Door het College van B&W in Hilvarenbeek is op 11 mei 2010 een genomen verkeersbesluit daterend van 29 april 2009 ingetrokken. Een zandweg in het gebied Gorp en Roovert is weer opengesteld voor gemotoriseerd verkeer. Het gebied Gorp en Roovert is EHS natuur, valt onder de Natuurschoonwet, is stiltegebied, is Habitatrichtlijngebied en vormt een onderdeel van het Natura 2000 gebied ‘Kempenland West'. Met provinciale financiering is bij de Turnhoutsebaan een faunabrug aangelegd om Gorp en Roovert te verbinden met het naastgelegen landgoed. Kosten rond de 2 miljoen euro. Door de Dienst Landelijk Gebied werd het Rooverts Ven aangelegd.
Gorp en Roovert maakt deel uit van de Visie Kempische Landgoederen. De provincie Noord Brabant steunt de vijf deelnemende landgoedeigenaren die de landschappelijke eenheid van hun gezamenlijke landgoederen pogen te versterken. Gedeputeerde Van Heugten heeft naar aanleiding van een informatiebijeenkomst in Hilvarenbeek over duurzame ontwikkeling van het buitengebied aangegeven dat het verkeersbesluit prima past in de plannen die er liggen voor dit gebied. De Gedeputeerde sprak over unieke kansen voor het gebied Gorp en Roovert om rijks-, provinciale en gemeentelijke doelen op het gebied van natuur en water te realiseren. Tevens zou dit bijdragen aan de mogelijkheden voor de landgoederen om ook in de toekomst voldoende inkomsten te genereren zodat het cultureel erfgoed wordt gewaarborgd. Om onder andere deze reden investeert de provincie op advies van de reconstructiecommissie in het project 'Kempische landgoederen'.
De gemeente heeft op zaken vooruitgelopen, door een besluit te nemen zonder de natuureffecten te inventariseren en zonder te controleren of er een Nb-wet vergunning vereist was. Door tussenkomst van oplettende burgers is alsnog de correcte procedure opgestart. Inmiddels is door de gemeente Hilvarenbeek een voortoets toegezegd om de effecten van openstelling Gorp en Roovert te meten voor de natuur, zodat beoordeeld kan worden of er een vergunning inzake de Nb-wet aangevraagd dient te worden. De gemeente heeft verder verzuimd om voorafgaand aan het te nemen verkeersbesluit de wettelijke bezwaarperiode van zes weken in acht te nemen.
Gezien de directe openstelling van het gebied door het verwijderen van de verkeersborden, notabene midden in het broedseizoen, en de optredende effecten van de verkeerstoename is een objectieve voortoets niet meer mogelijk omdat een nul-situatie ontbreekt.
Wij stellen u graag de volgende vragen.
1. De gemeente onttrok zich aan wettelijke verplichtingen door geen voortoets af te laten nemen. Alleen door het 'piepsysteem' wordt mogelijk aantasting van natuur nog (deels) voorkomen. Wat is hierop uw reactie?
2. Wat is de mening van GS over precedentwerking naar andere gemeenten? Indien u van mening bent dat van precedentwerking geen sprake is, kunt u dat toelichten? Hoe kan precedentwerking inzake aantasting natuur voorkomen worden?
3. Hoe wordt de voortoets beoordeeld nu er geen nulsituatie voorhanden is?
4. Bent u het eens met de afweging van de gemeente Hilvarenbeek dat economische belangen zwaarwegender zijn dan natuurbelangen?
5. Hoe weegt u de belangen van recreanten en natuurwaarden ten opzichte van een kortere doorsteek naar Poppel?
De uitspraken van Dhr. Van Heugten staan haaks op het nu genomen verkeersbesluit.
6. Heeft GS contact gehad met de gemeente Hilvarenbeek? Zijn er aanbevelingen gedaan naar aanleiding van het terugdraaien van het verkeersbesluit? Zo nee, waarom niet?
Het gemotoriseerde verkeer belast de natuur door versnippering, verontreiniging en verstoring (emissie, geluid, licht, trilling).
7. Bent u van mening dat gemeenten in het algemeen voldoende doordrongen zijn van de natuurdoelstellingen die in Brabant gesteld zijn en hiernaar handelen? Kunt u dit toelichten? Hoe beoordeelt u dat in deze casus?
8. Wat is de mening van GS over de zorgwekkende situatie van landgoederen in relatie tot het weer openstellen van de weg, die ten koste gaat van de rust en natuurwaarden van de landgoederen in Gorp en Roovert?
Met vriendelijke groet,
Dr. Birgit Verstappen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Indiendatum:
aug. 2010
Antwoorddatum: 21 sep. 2010
Wij beantwoorden deze vraag als volgt.
Ad.1
De voortoets is geen wettelijke verplichting. De voortoets kan bij de Natuurbeschermingswet 1998 gebruikt worden om te bepalen of er een vergunningplicht aan de orde is. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij de initiatiefnemer, in dit geval de gemeente. Wij hebben de gemeente geadviseerd een voortoets uit te (laten) voeren. De gemeente heeft dit advies overgenomen. Zij heeft dit gedaan om een objectieve beoordeling van de effecten mogelijk te maken.
Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om aan de eisen uit de wet te voldoen en te bepalen welke effecten er mogelijk optreden.
Ad.2
De gemeente doorloopt op dit moment de procedure om te bepalen of vergunningplicht aan de orde is. Mocht blijken dat er voor het openstellen van de weg een vergunning nodig is in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, dan is de gemeente gehouden deze vergunning aan te vragen. Er is daarom geen sprake van precedentwerking.
In het algemeen geldt dat precedentwerking voorkomen wordt als binnen de kaders van wet- en regelgeving geopereerd wordt. Dat burgers de mogelijkheid hebben bezwaar te maken tegen plannen en/of projecten maakt onderdeel uit van deze wet- en regelgeving.
Ad.3
In de voortoets wordt beoordeeld of er door het opnieuw openstellen van de weg mogelijke negatieve effecten te verwachten zijn op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Kempenland- West. De weg grenst aan dit gebied. Het is Habitatrichtlijngebied. Er wordt daarom getoetst op de kwalificerende habitattypen en habitatsoorten. In het kader van het beheerplanproces is er een habitatkaart opgesteld voor het gebied en is onderzocht waar de habitattypen en habitatsoorten voorkomen. Deze kaart wordt bij de toetsing als uitgangspunt gebruikt.
Ad.4
Het (opnieuw) openstellen van bestaande wegen is de bevoegdheid van de gemeente en niet van de provincie. De gemeente maakt daarbij haar afwegingen. De provincie beoordeelt of de afwegingen passen binnen de kaders van de Natuurbeschermingswet 1998.
Ad.5
De effecten worden beoordeeld ten opzichte van de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Kempenland- West. De (beoordeling van de) voortoets wordt hierbij als uitgangspunt gebruikt.
Ad. 6
Ja. De gemeente is geadviseerd een voortoets uit te (laten) voeren. Op deze wijze kan, daar waar het gaat om effecten zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998, een objectieve beoordeling gemaakt worden van de effecten van het (opnieuw) openstellen van de weg op het bedoelde Natura 2000-gebied.
Ad.7
De gemeenten zijn onder andere betrokken in het beheerplanproces in het kader van Natura 2000, realisatie van de EHS en EVZ’s. Wij achten het niet opportuun om op basis van één casus de door u gevraagde generieke uitspraak te doen.
Ad. 8
Op dit moment hebben wij geen uitgesproken mening over deze casus in relatie tot het natuurbeleid. Uit de voortoets moet blijken óf en in welke mate de natuurwaarden worden aangetast. Dit kunnen we pas beoordelen als de definitieve versie van de voortoets is ontvangen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
voorzitter, secretaris
Interessant voor jou
Vragen over genetisch gemodificeerde organismen
Lees verderSchriftelijke vragen jacht op katten
Lees verder