Campus in Landerd


17 mei 2013

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter! Gisterochtend bereikte mij het bericht dat de gedeputeerde Landerd Campus zou openen onder grote belangstelling van veel bedrijven, de Dierenbescherming en andere partijen. Wij hebben even navraag gedaan en eigenlijk wist niemand op het provinciehuis wat er precies gepland was. Het stond ook niet in de planning en dat vinden wij jammer.
Het zal u niet verbazen dat de dierproeven die in Brabant gehouden worden ons zeer aan het hart gaan. Wij waren graag bij deze opening aanwezig geweest, te meer omdat er een rondleiding zou worden gegeven.
Wij vragen ons af waarom de opening van Landerd Campus niet in de publiciteit is geweest en niet is aangekondigd bij de provincie.
Verder hebben wij begrepen dat het onderwerp dierproeven wel degelijk is besproken. Heeft de gedeputeerde daar gesproken over alternatieven voor dierproeven? Dat zou de Partij voor de Dieren namelijk graag zien.
Wij hebben ook begrepen dat er op Landerd Campus een aantal hokken is voor het houden van honden die gebruikt kunnen worden voor dierproeven. Wij betreuren dat ten zeerste en vragen de gedeputeerde of hij zich wil inzetten om die hokken te laten afbreken.
Wij vinden het verder belangrijk dat de gedeputeerde zich formeel en informeel actief inzet om het aantal dierproeven omlaag te brengen. Onze fractie in de Tweede Kamer heeft wel degelijk de indruk dat het aantal proefdieren in Nederland alleen maar stijgt en dat betreuren wij. Wil de gedeputeerde zich ervoor inzetten dat in Brabant en op Landerd Campus minder proefdieren worden gefokt en gehouden? Wij vragen ons af of dat middels een convenant zou kunnen. Wij zouden dat graag willen steunen en hopen dat andere fracties dat ook doen.

De heer Pauli (GS;VVD):
Voorzitter! Laat ik beginnen met de opmerking dat het hier gaat om een puur particulier initiatief. De provincie is daarbij noch financieel noch juridisch betrokken. Landerd Campus is al een paar maanden actief, maar gisteren was de dag van de opening. Daarbij waren vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de universiteiten, de wetenschap aanwezig en naar mijn weten ook de Dierenbescherming.
Ik ben er zelf hooguit drie kwartier geweest om het bedrijf te openen.
Ik was daar vanwege het belang van deze campus voor de regio en voor de life science sector. Het is een prachtig initiatief dat veel perspectief biedt voor oud-medewerkers van MSD-Organon. Zij starten daar bedrijfjes op. Die hebben de potentie om op termijn werkgelegenheid te bieden aan ongeveer 300 mensen.
De provincie is hier noch strategisch noch contractueel bij betrokken. Het is een puur particulier initiatief. Het is uiteraard aan het bedrijf zelf om te bepalen wie het uitnodigt. Mijn betrokkenheid stond overigens keurig op het overzicht "Rondom het provinciehuis". Dat geeft aan wat leden van GS gaan doen in een bepaalde week. Wij hadden helemaal niets te verbergen.
De tweede vraag is of het onderwerp dierproeven aan de orde is geweest. Ik heb een presentatie bijgewoond van drie bedrijven. Dat was zeer indrukwekkend. Het eerste bedrijf houdt zich bezig met proeven door middel van een reageerbuis, dus niet door middel van dieren. Het tweede bedrijf is al zeer ver met de ontwikkeling van veel belovende nieuwe medicijnen voor de bestrijding van hersentumoren. Het derde bedrijf faciliteert jonge bedrijfjes bij het naar de markt brengen van medicijnen. Een van de sprekers was hoogleraar ethiek, Frans Stafleu. Hij heeft vanuit zijn morele opvattingen onomwonden "ja" gezegd op de vraag of het verantwoord is om dierproeven te doen om mensenlevens te redden. Tegelijkertijd heeft hij gezegd dat in het kader van dierproeven nog heel veel te verbeteren valt, met name bij de efficiency. Ik heb dat eerder gezegd. Bij iedere universiteitsziekenhuis worden ratten en muizen gekweekt. Die zijn echt noodzakelijk voor onderzoek, met name transgene muizen met hartfalen en andere afwijkingen. Als je dat op één plaats concentreert, heb je helaas nog steeds die ratten en muizen nodig maar dan heb je een veel kleinere populatie nodig om uiteindelijk de juiste proefdieren te krijgen. Op die manier wordt er ook een bijdrage geleverd aan het dierenwelzijn, eenvoudigweg omdat er dan minder dieren nodig zijn. Hier is sprake van een nationaal en misschien zelfs wel van een Europees belang.
Ik heb in mijn verhaal een pleidooi gehouden voor het veel innovatiever worden van de farmawereld door ook verbindingen aan te gaan met sectoren die al veel verder zijn. Ik heb in dat verband gewezen op de prachtige hightechsector in Eindhoven waar men met 3D-scans en nanotechnologie heel ver is. Ik heb de wetenschappers en de bedrijven aangemoedigd om crossovers te zoeken tussen de hightechsector en de farmasector. Daarop werd enthousiast gereageerd.
Ik heb al gezegd dat alternatieven voor dierproeven aan de orde zijn geweest.
Op de vraag of de Landerd Campus nog faciliteiten heeft om honden te houden, is het antwoord "ja". Het is niet de verwachting dat op korte termijn uitsluitend met muizen en ratten zal worden gewerkt. Om medicijnen uiteindelijk op mensen toe te kunnen passen, is mondiaal door toezichthoudende instanties voorgeschreven dat een proef met dit soort dieren noodzakelijk is. De opdrachtnemers hebben echter uitdrukkelijk verklaard dat zij niet zullen overgaan tot het gebruik van primaten oftewel apen.
Welke inzet pleegt de gedeputeerde om vermindering van dierproeven te bewerkstelligen? Ik denk dat die bijdrage geleverd wordt door het tot stand komen van deze campus en door op een nieuwe manier innovatief bezig te zijn met deze sector.
Zouden bedrijven van Landerd Campus kunnen worden geweerd indien zij zich niet inzetten voor het verminderen van de inzet van dieren? Ja, de eigenaren van het complex hebben uitdrukkelijk tegenover mij en de andere aanwezigen verklaard dat zij
zeer goed omgaan met dieren en een vermindering van dierproeven nastreven en dat bedrijven die zich hieraan niet houden, geweerd worden c.q. worden uitgesloten van huurverbindingen met de campus.
Wil de gedeputeerde zich inzetten voor het verminderen van dierproeven, bijvoorbeeld middels een convenant?
Volgens mij is een convenant niet de oplossing, maar ik ben ervan overtuigd dat ik door mijn actieve betrokkenheid zoals ik die zojuist verwoord heb, niet alleen een bijdrage lever in de regio maar misschien zelfs internationaal om te komen tot een verantwoorde opzet.

De heer Van der Wel (PvdD):
Ik dank de gedeputeerde hartelijk voor zijn antwoorden. Ook al was zijn bezoek kort, het moet indruk gemaakt hebben. Zij zullen de gedeputeerde niet voor niets gevraagd vragen.
Ik ken het standpunt van de gedeputeerde over de primaten. Ik ben blij dat dat in ieder geval niet meer gebeurt. Ik begrijp dat er wettelijke bepalingen zijn, maar ik hoop toch dat de gedeputeerde zich ervoor wil inzetten dat de hokken voor honden en katten worden afgebroken. Dat zou een positieve reclame zijn voor Landerd Campus.
Over het gebruik van proefdieren kunnen wij van mening verschillen. Wij horen van onze fractie in de Tweede Kamer dat het aantal proefdieren alleen maar toeneemt. Ik zie niet in waarom dit initiatief anders zou zijn. Wij willen graag een keer gaan kijken op Landerd Campus. Misschien kan de gedeputeerde zich daarvoor inspannen? Dat zouden wij zeer waarderen.

De heer Pauli (GS;VVD):
Ik wil mij dolgraag positief inzetten, ook vanuit het besef dat dierenwelzijn een belangrijk taak is van de overheid. Tegelijkertijd is het een fantastische kans om via crossovers op een nieuwe manier aan de slag te gaan met dit soort ontwikkelingen, waardoor niet alleen een prachtige bijdrage geleverd kan worden aan de kwaliteit van de mensheid, maar wij er ook voor kunnen zorgen dat de farmasector zich op een veel efficiëntere en betere manier ontwikkelt en gaat produceren. Dat zal vooral de bijdrage moeten zijn van dit provinciebestuur.