Debat over de duiding van de nieuwe politieke situatie in Provinciale Staten
Voorzitter,
Als je een statenperiode begint, dan heb je contact met je politieke collega’s in andere provincies. "Hoe gaat het? Hoe loopt de coalitievorming?" U kent het wel. Maar nu kunnen mensen buiten Brabant de ontwikkelingen niet meer bijhouden, merk ik.
We hebben in twee jaar twee coalities achter de rug. We moesten twee vergaderdagen van meer van 12 uur binnen blijven, omdat we het provinciehuis niet uit konden, met de ME voor de deur. Twee gedeputeerden gingen weg, een coalitiepartij stapte op. Een nieuw coalitie zag het licht. Een partij splitste zich op, iemand stapte op, iemand stapte over. En nu hebben we een samenwerking.
We trekken opnieuw de landelijke aandacht, en niet vanwege ons beleid. Je zou bijna denken, komen we nog wel aan vergaderen toe. Wees maar niet bang, voorzitter, daar hebben we een agendacommissie voor.
Een en ander werd uitgelegd in een brief, een diplomatieke brief. Een mooi geschreven brief door de fractievoorzitter van de VVD. De kern van de brief: Geen coalitie, wel een uitgestoken hand. Een soort interparlementaire samenwerking? Het is ons nog niet helemaal duidelijk.
De brief van de VVD zit nog steeds in onze mail. Hoe zit het met nu met die brief en de uitgestoken hand? We hebben de uitleg van de VVD zojuist gehoord: een open manier van samenwerking in de politiek om een verbeterde cultuur van samenwerking te realiseren.
We hebben er al aan geproefd bij de begroting. En voor onze fractie was die begrotingsbehandeling verfrissend. Er was in zekere mate zuurstof. Maar worden de aangenomen moties van alle partijen ook voortvarend opgepakt? Ook door deze samenwerking, en deze gedeputeerden.
Want een eerste stap in het aannemen van die open hand is een serieuze uitwerking van de moties van alle partijen. En dat kan overigens wel wat sneller.
Er zijn thema’s die bijsturing behoeven. Zoals cultuur. Er zijn thema’s die voor onze fractie belangrijk zijn. Zoals natuur.
We moeten, zoals het CDA aangaf, zorgen dat we een betrouwbare overheid zijn. Dat betekent dat we goed onderbouwde besluiten nemen, en een betrouwbare partner zijn, ook naar de buitenwacht, ook voor de toekomst. Dat betekent ook dat we voorstellen op de inhoud beoordelen.
We kunnen niet helemaal nagaan hoe het voorstel voor verkleinen van de EVZs precies tot stand is gekomen, maar inhoudelijk klopt het voorstel niet ín ieder geval niet. Die behandeling, vanmiddag, is voor ons een lakmoesproef voor de toezegging in de brief dat partijen ons een open hand toesteken. Een voorstel dat nog gerepareerd kan worden, met een amendement.
Natuur heeft geen boodschap aan onze politieke strubbelingen. Wel aan betrouwbaar bestuur.
Interessant voor jou
Mede-aankoop CSM-terrein
Lees verderBOF2: Vervolg Brabants Outcomes Fund
Lees verder