Ontwerp-Rijksinpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost
Negen jaar: zo lang wordt er al minimaal aan het 380 kV-plan gewerkt. Al die tijd is veel moeite gedaan om de gronden voor de masten e.d. te verwerven, en met succes. Maar voor de gronden voor de natuurcompensatie blijft het vooralsnog bij goede bedoelingen. Het achterdeurtje is alvast ingebouwd; als het niet op tijd lukt, krijgt de provincie een zak met geld om zélf de natuurcompensatie te regelen. Maar is dat wel een goed idee? Wat vindt het college hier zelf van? Als de Provincie zelf alle compensatiemaatregelen moet uitvoeren, en mogelijk onaangename besluiten moet nemen; vindt u dat een aantrekkelijk alternatief?
Gezien het tempo waarin de provincie gronden kan verwerven voor natuurcompensatie maken wij ons ernstige zorgen. Het Natuurnetwerk en de ecologische verbindingszones zijn ook nog steeds aan het wachten tot er eindelijk genoeg koffie gedronken en gepraat is om tot een minnelijke schikking te komen.
Uit de pro-forma zienswijze blijkt dat de provincie zelf streeft naar robuuste, geborgde, fysieke natuurcompensatie. De Partij voor de Dieren wil het college een handje helpen en dient een amendement in, samen met de SP. De basis van het amendement is dat het Rijk alle beschikbare middelen inzet om de benodigde gronden te verkrijgen voor het hele plan, dus zowel de infrastructuur, de masten, als de compensatiegronden. Laat u niet afschepen met alleen wat geld, want dan ligt het probleem op uw bordje!
Een weloverwogen, geborgde fysieke compensatie is erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan de prachtige lanenstructuren die Brabant rijk is. Die bomenrijen hebben naast een landschappelijke en cultuurhistorische waarde ook een grote waarde als woonplaats voor beschermde dieren. Vleermuizen kunnen niet zonder. Hier moet dus tijdige compensatie van functie komen. Het is dus niet zo simpel als een boom voor een boom.
Met het amendement dat we vandaag indienen, geven we de boodschap aan het Rijk dat het wel wat sterker en zorgvuldiger mag met de natuurcompensatie. Ik hoor dat de manier van werken en de overleggen met het 380 kV-projectteam u veel vertrouwen geeft in de totstandkoming van de fysieke natuurcompensatie. Maar dat valt niet te rijmen met de kanttekening over de beschikbaarheid van gronden en dus de uitvoerbaarheid. Dat is nou juist waar de natuurcompensatie van af hangt. Die twee dingen zijn niet met elkaar verenigbaar, maar uit uw pro-forma zienswijze blijkt wel hoe zeer ook u streeft naar een robuuste, geborgde natuurcompensatie. Wij voegen daarom een passage toe aan die zienswijze, om u te ondersteunen in uw boodschap en de provinciale belangen, waar wij allemaal voor staan, te borgen tegenover het Rijk.
Een vraag aan de gedeputeerde: is het juist, dat als er wordt overgegaan tot financiële compensatie, de provincie vervolgens zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering, met alle zorgen van dien?
Nog een vraag aan de gedeputeerde: vanuit welke hoek komt het toezicht en monitoring op de uitvoering van de werkzaamheden voor natuurcompensatie, wanneer het eenmaal zo ver is? Kunt u ons toezeggen dat die monitoring voldoende zal zijn en dat Provinciale Staten daarvan op de hoogte worden gehouden?
Interessant voor jou
Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027
Lees verderTweede wijzigingsverordening luchthaven Seppe Noord-Brabant (Breda International Airport)
Lees verder