Wijziging Interim Ontwerp Omge­vings­ver­or­dening Brabantse Aanpak Stikstof


14 februari 2020

Voorzitter,
De datum wanneer de boeren hun vergunning moeten hebben aangevraagd. Een datum die veel emoties oproept. Een datum waarover de eerste coalitie deze statenperiode viel. Een datum waar al veel debatten over zijn gevoerd. Een datum die uniek was voor Brabant. Een datum die linksom of rechtsom, maar vooral rechtsom richting de prullenbak werd verwezen.

Een datum waar de Partij voor de Dieren niet aan wilde tornen, want let wel, het beschermen van onze kwetsbare Brabantse natuur dient te gaan boven het korte termijn economische belang van enkelen. En nu, na zoveel debatten en een gehavende coalitie toch weer een plan om met de datum te gaan schuiven. Een plan wat goed lijkt voor één van de zeven kerntaken van de provincie, maar wat regelrecht in gaat tegen drie andere. Als er gekozen moet worden tussen de toekomst van Brabant en het korte termijn economische belang trekt Brabant altijd aan het kortste einde.

Er was genoeg tijd
In 2017 hebben we besloten tot het versnellen van de transitie veehouderij en de afname van de depositie op Natura 2000-gebieden. De uitspraak van de Raad van State over de PAS heeft nogmaals de noodzaak daartoe bevestigd. De oorspronkelijke deadlines zijn eerder door u vastgesteld, daarvoor bent u niet over één nacht ijs gegaan.

Toch is met de vaststelling van de Interim Omgevingsverordening, op 25 oktober 2019, de datum voor het indienen van een ontvankelijke aanvraag voor een omgevingsvergunning om verouderde stalsystemen aan te passen, verschoven van 1 januari 2020 naar 1 april 2020. Nu wordt de datum voor het indienen van een vergunningaanvraag of het doen van een melding verschoven naar 1 januari 2021 en de uiterste realisatiedatum van stalsystemen naar 1 oktober 2022.

Onze eerste gedachte is: wanneer mogen we de volgende wijziging gaan vaststellen, met daarin een noglatere deadline? Want daar zijn een aantal partijen die nu voor dit voorstel stemmen toch op uit, en niet natuurbescherming. Het continue opschuiven verschaft noch duidelijkheid, noch tijd.

Waarom niet nu doen wat er gedaan moet worden? Van uitstel komt afstel en dat, voorzitter, is iets wat we ons simpelweg niet kunnen veroorloven. De Partij voor de Dieren is dan ook van mening dat er sinds 7 juli 2017 ondertussen voldoende tijd is geweest om goed doordachte beslissingen te nemen over wat er met de stalsystemen en de boerenbedrijven moet gebeuren.

Toekomst van de boeren
Op 13 december 2019 waren we tegen het voorgestelde Brabantse stikstofbeleid, en ook vandaag zullen we tegen het verschuiven van de deadlines stemmen. Wij waren nooit voor het opschuiven. Efficiënt gebruik maken van de tijd, die er lag sinds 7 juli, is vertroebeld geraakt door geroep om verschuiving.

Uitstel draagt alleen bij aan nog meer vertraging in het oplossen van de stikstofproblematiek en maakt dat de Brabantse boeren onmogelijk kunnen werken aan de toekomstbestendigheid van hun bedrijf. Door hen het sprookje van oneindige groei voor te blijven houden, vandaag in de vorm van het verschuiven van de datum, ontnemen we de huidige boeren en de toekomstige generatie jonge boeren de kans om nu en ook in de toekomst een eerlijke boterham te verdienen.

De significante daling van stikstofdepositie is wat ons betreft het eerste, en voorlopig enige punt waar we naar toe moeten werken. Niet méér ruimte, niet méér tijd en niet mínder afromen. We staan nog steeds in het rood wat betreft stikstof, en we leven nog steeds op de pof van de natuur.

Integrale aanpak
Voorzitter,
Er gaat vandaag heel veel aandacht uit naar de boeren. Natuurlijk, deze beroepsgroep heeft hier direct mee te maken. Maar het gaat om veel meer dan alleen de boeren. Ik noemde net al de natuur, want voorafgaand aan het historisch besluit van 7 juli 2017 bleek dat het natuurherstel ernstig achter bleef. Het evenwicht tussen agrarisch ondernemen en de natuur was, en is, ernstig uit balans.

Maar de industriële veehouderij is nog meer uit balans. Een drastische omslag in de Brabantse landbouw is niet alleen nodig voor de natuur en het toekomstperspectief van boeren. Het is minstenszo hard nodig voor de volksgezondheid, voor de klimaatopgave, en natuurlijk voor de vele miljoenen dieren die jaarlijks in onze provincie enkel het licht in de ogen gegund wordt, om na luttele maanden daarna afgeslacht te worden.

Het stoppen van megastallen is ook in het belang van familiebedrijven, maar het draait niet alleen om boeren. Wij dragen ook verantwoordelijkheid voor natuur, voor ons klimaat, voor de volksgezondheid van álle Brabanders, en voor miljoenen dierenlevens. Daarom blijven wij pleiten voor een integrale aanpak, die al deze kwesties de nodige aandacht geeft. En het mag duidelijk zijn dat een drastische krimp van het aantal gehouden dieren een positief effect heeft op al deze belangen. Dus dáár moeten we naartoe werken, i.p.v. de problemen, via de deadlines, weer vooruit te blijven schuiven.

Voorzitter,
Dit waren mijn zes minuten spreektijd die ik had voor een reactie over het verschuiven van de deadlines. In die zes luttele minuten is weer van ruim 2.000 Brabantse dieren, met geweld, het leven genomen.