Aanvul­lende schrif­te­lijke vragen over de Van Gogh-zandpaden in Rijs­bergen (gemeente Zundert)


Indiendatum: jan. 2016

Aanvullende schriftelijke vragen van GroenLinks Brabant en Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten betreffende de Van Gogh-zandpaden in Rijsbergen (gemeente Zundert).


Geachte leden van Gedeputeerde Staten,

Op 11 januari besloot de rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de gemeente Zundert verder kan gaan met het aanpassen van de Rijsbergse zandpaden die stammen uit de tijd van Vincent van Gogh en behoren tot het culturele erfgoed rond de schilder. De aanpassing betreft verharding met granulaat, een mengsel van baksteengruis en beton.

Dit brengt onze fracties tot de volgende vragen, in vervolg op de vragen van GroenLinks d.d. 14 december 2015:

1. Ziet u de met bulldozer aangewalste granulaatlaag op de zandpaden als een (mogelijke) aantasting van de cultuurhistorische, ecologische en/of landschappelijke waarde van het gebied? Graag een toelichting op uw antwoord.

2. Bent u van plan, als de gemeente het daadwerkelijk nalaat, om als provincie de paden te herstellen in het belang van de belangwekkende cultuurhistorie, de ecologie en/of het landschap in het gebied? Graag een toelichting op uw antwoord.

3. Waarom worden deze zandpaden (semi)verhard?

4. Krijgen de paden een andere functie en zo ja, welke?

5. Welke bescherming heeft het gebied en de genoemde paden? Hoe en door wie wordt de bescherming geborgd?

6. Wie heeft opdracht gegeven voor het verharden?

7. Bent u met ons van mening dat het verharden van deze paden kan leiden tot sluipverkeer in het gebied? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe waarborgt u de veiligheid van wandelaars in het gebied?

8. Zijn de genoemde paden terug te vinden op de Cultuurhistorische Waardenkaart? Zo ja, is de opdrachtgever bevoegd om eenzijdig de paden te verharden? Zo ja, waarom?

9. Welke kosten zijn gemoeid met het verharden van de paden en wie heeft dat bekostigd?

10. Wat zouden de kosten zijn van het in de oude staat herstellen van de paden (voor de verharding) en wie zou dat bekostigen?

11. Bent u het met ons eens dat er sprake is van een economisch delict wanneer zonder vergunning zandpaden met beschermde status worden verhard? Zo nee, waarom niet?

12. Indien dat voor bovenstaande zandpaden het geval is, welke consequenties verbindt u daaraan?

Zundert is niet de enige gemeente waar zandpaden en zandwegen (dreigen te) verdwijnen; ook elders in Brabant dreigt dit cultureel erfgoed onder de bulldozer te verdwijnen.

13. Bent u van mening dat de provincie een belangrijk rol heeft in het beschermen van het cultureel erfgoed? En bent u van mening dat de provinciale waardenkaart een goed hulpinstrument kan zijn, bijvoorbeeld om de landschappelijke en cultuurhistorische waarden tijdig te signaleren? Zo ja, welke bestuurlijke maatregelen neemt u indien dergelijke paden en wegen (dreigen te worden) verhard?

GroenLinks Partij voor de Dieren
Hagar Roijackers Marco van der Wel & Paranka Surminski

Indiendatum: jan. 2016
Antwoorddatum: 2 feb. 2016

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1. Ziet u de met bulldozer aangewalste granulaatlaag op de zandpaden als een (mogelijke) aantasting van de cultuurhistorische, ecologische en/of landschappelijke waarde van het gebied?

Antwoord: Nee. Het betreft het verbeteren van de onderhoudstoestand van een weg, waarbij een balans is gevonden tussen aspecten van (financiële) duurzaamheid, toeristisch/recreatieve en agrarische ontsluiting, landschapsbeleving en behoud van cultuurhistorische waarden.


2. Bent u van plan, als de gemeente het daadwerkelijk nalaat, om als provincie de paden te herstellen in het belang van de belangwekkende cultuurhistorie, de ecologie en/of het landschap in het gebied?

Antwoord: Nee. In het kader van het inrichtingsplan Weerijs-Zuid, zoals dat door Gedeputeerde Staten op 12 oktober 2010 is vastgesteld, is opgenomen dat wegen, die voorheen in particulier eigendom waren, in eigendom, beheer en onderhoud worden overgedragen aan de gemeente Zundert. In het inrichtingsplan is tevens opgenomen dat deze wegen in goede staat van onderhoud aan de gemeente worden overgedragen. Hieraan wordt invulling gegeven door een aantal van deze wegen van een menggranulaat te voorzien.


3. Waarom worden deze zandpaden (semi)verhard?

Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 2.


4. Krijgen de paden een andere functie en zo ja, welke?

Antwoord: Nee. De wegen hadden en houden een ontsluitingsfunctie voor agrarische percelen.


5. Welke bescherming heeft het gebied en de genoemde paden? Hoe en door wie wordt de bescherming geborgd?

Antwoord: Planologische bescherming vindt plaats via het bestemmingsplan van de gemeente Zundert. Zie voorts het antwoord bij vraag 13.


6. Wie heeft opdracht gegeven voor het verharden?

Antwoord: De provincie heeft in het kader van de uitvoering van het inrichtingsplan Weerijs-Zuid opdracht gegeven het menggranulaat aan te brengen. Er is geen sprake van verharding.


7. Bent u met ons van mening dat het verharden van deze paden kan leiden tot sluipverkeer in het gebied? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe waarborgt u de veiligheid van wandelaars in het gebied?

Antwoord: Nee. Met het aanbrengen van het menggranulaat wordt de toestand van de wegen weliswaar verbeterd, maar blijven de wegen van een zodanige aard (agrarische ontsluitingsweg) dat dit niet zal leiden tot een wezenlijke toename van sluipverkeer. Drie van de zes wegen lopen bovendien dood.


8. Zijn de genoemde paden terug te vinden op de Cultuurhistorische Waardenkaart? Zo ja, is de opdrachtgever bevoegd om eenzijdig de paden te verharden? Zo ja, waarom?

Antwoord: Deze wegen staan op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). Voor wat deze wegen betreft, heeft deze kaart echter alleen informatieve waarde (zie ook het antwoord bij vraag 13, waarbij uitgebreider is ingegaan op de CHW). In het inrichtingsplan Weerijs-Zuid is opgenomen dat deze wegen in goede staat van onderhoud aan de gemeente worden overgedragen.


9. Welke kosten zijn gemoeid met het verharden van de paden en wie heeft dat bekostigd?

Antwoord: De kosten voor het plegen van achterstallig onderhoud, inclusief het aanbrengen van het menggranulaat, bedragen € 97.843,26 (excl. BTW) en worden door de provincie betaald, als onderdeel van het inrichtingsplan.


10. Wat zouden de kosten zijn van het in de oude staat herstellen van de paden (voor de verharding) en wie zou dat bekostigen?

Antwoord: Hiermee is naar schatting een bedrag gemoeid van ca. € 37.000,- (excl. BTW). Het ligt in de rede dat degene die eist dat de werkzaamheden ongedaan worden gemaakt, de kosten draagt. In dit verband is wel relevant dat de wegen inmiddels in eigendom zijn overgedragen aan de gemeente, zodat de provincie feitelijk geen zeggenschap meer heeft.


11. Bent u het met ons eens dat er sprake is van een economisch delict wanneer zonder vergunning zandpaden met beschermde status worden verhard? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. Er is geen sprake van een economisch delict nu er op de wegen zonder vergunning een menggranulaat wordt aangebracht, omdat hiervoor geen vergunning is vereist.


12. Indien dat voor bovenstaande zandpaden het geval is, welke consequenties verbindt u daaraan?

Antwoord: Dit is niet het geval. Volgens de rechtbank is, gelet op de begripsbepaling van het bestemmingsplan, bij aanbrengen van een menggranulaat geen sprake van het verharden van een weg.


13. Zundert is niet de enige gemeente waar zandpaden en zandwegen (dreigen te) verdwijnen; ook elders in Brabant dreigt dit cultureel erfgoed onder de bulldozer te verdwijnen.
Bent u van mening dat de provincie een belangrijk rol heeft in het beschermen van het cultureel erfgoed? En bent u van mening dat de provinciale waardenkaart een goed hulpinstrument kan zijn, bijvoorbeeld om de landschappelijke en cultuurhistorische waarden tijdig te signaleren? Zo ja, welke bestuurlijke maatregelen neemt u indien dergelijke paden en wegen (dreigen te worden) verhard?

Antwoord: Het zijn het Rijk en de gemeenten die bepalen welk cultureel erfgoed wettelijk beschermd wordt. De provincie Noord-Brabant heeft er bewust voor gekozen om geen provinciale monumenten aan te wijzen. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van 2010 hebben Gedeputeerde Staten het cultuurhistorisch erfgoed opgenomen dat van provinciaal belang is. Deze zijn in de Verordening Ruimte verankerd. Bij het toetsen van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen zullen GS erop toezien dat het provinciaal belang op een adequate manier planologisch is beschermd.
Daarnaast staat er op deze kaart erfgoedinformatie van de CHW uit 2006 (met onder andere historische geografische lijnen) en erfgoedinformatie van het Rijk (o.a. rijksmonumenten, beschermde dorpsgezichten)


Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
voorzitter, secretaris,