Tech­nische vragen over het Regionaal Water en bodem­pro­gramma (RWP) 2022-2027


Indiendatum: 22 nov. 2021

De bespreking van het Regionaal Water en bodemprogramma 2022-2027 tijdens de Statendag van 1 november 2021 heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.

1. Welke cruciale of bottleneck-factoren zijn er die de waterkwaliteitsdoelen (kunnen) bedreigen?

2. Is er sprake van een factor die meerdere parameters negatief beïnvloedt? Zo ja, welke?

3. Wie controleert deze factor en op welke wijze?

Indiendatum: 22 nov. 2021
Antwoorddatum: 24 nov. 2021

De bespreking van het Regionaal Water en bodemprogramma 2022-2027 tijdens de Statendag van 1 november 2021 heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.

1. Welke cruciale of bottleneck-factoren zijn er die de waterkwaliteitsdoelen (kunnen) bedreigen?

Antwoord:
De waterkwaliteit wordt bepaald door het aantreffen van allerlei stoffen en de inrichting van het watersysteem. Stoffen als de nutriënten stikstof en fosfor, geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen, metalen en industriële stoffen als PFAS. Ook microplastics zijn een toenemend probleem.

Emissie van deze stoffen naar grond- en oppervlaktewater kent verschillende bronnen:
o Effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s);
o Nutriënten invloed uit het buitenland;
o Overstorten;
o De diffuse uit- en afspoeling vanuit landbouwgronden;
o Overbenutting mest;
o Achtergrondwaarden en historische belasting.

Voor elk van deze bronnen, en voor de inrichting van het watersysteem, is in het RWP een aparte aanpak voorzien (zie hiervoor hoofdstuk 7.2 Schoon water). Ook voor wat betreft de aanpak zijn bottleneck-factoren te formuleren:
o De bronnenaanpak is een combinatie van maatregelen die we zelf kunnen nemen en maatregelen waar andere partijen aan zet zijn. Als een van de belangrijkste bottleneck-factoren hierin, is dat wetgeving en toelatingsbeleid voor regionale emissiebeperkende maatregelen veelal nationaal of Europees geregeld zijn. De provincie kan hier slechts indirect invloed uitoefenen op het nationale en internationale beleid.
o T.a.v. de inrichtingsmaatregelen worden de belangrijkste bottleneck-factoren gevormd door de beperkte uitvoeringscapaciteit en de beschikbare grond in een gebied. Deze factoren zijn al benoemd als risico’s en randvoorwaarden van KRW-doelbereik in het Statenvoorstel RWP, namelijk in kanttekening 1.5.


2. Is er sprake van een factor die meerdere parameters negatief beïnvloedt? Zo ja, welke?

Antwoord:
Brabant bestaat uit ongeveer 85 deelstroomgebieden. In alle gebieden is een mix van bovenstaande emissiebronnen aan de orde. Per deelstroomgebied verschillen de bronnen die de meeste impact hebben. Ook de te treffen inrichtingsmaatregelen verschillen per deelstroomgebied.


3. Wie controleert deze factor en op welke wijze?

Antwoord:
De aanpak in het RWP om te komen tot doelbereik KRW door het treffen van inrichtingsmaatregelen en emissie-reducerende maatregelen is een samenhangend pakket. Doelbereik wordt via de in het RWP beschreven wijze van monitoring en evaluatie gevolgd, en via onder meer BrabantInzicht inzichtelijk gemaakt. Via het vanaf 2022 jaarlijks op te stellen programmeringsdocument RWP en de in 2024 uit te voeren tussenevaluatie van het RWP zal PS inzicht gegeven worden in de voortgang van de aanpak van het RWP.