Vergassen van ganzen

Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende het doden van ganzen middels vergassing.

Geachte heer Van der Wel,


Wij beantwoorden uw vragen als volgt:

1. Bent u voornemens in de toekomst vergassing te gebruiken om ganzen te doden in de provincie Brabant? In welke gebieden zou u deze methode mogelijk willen gaan toepassen?

Nee. Op dit moment is het niet toegestaan beschermde inheemse ganzen te
vergassen.

2. Bent u er van overtuigd dat het doden van ganzen een oplossing is die op de lange termijn effect heeft op de totale ganzenpopulatie in Brabant, en kunt u dit toelichten?

Ja, mits met regelmaat toegepast. Het met een eenmalige actie doden van ganzen heeft een tijdelijk effect op de populatie. Om een populatie op langere termijn op een bepaald niveau te houden zijn herhaaldelijk acties noodzakelijk.

3. Deelt u de mening dat het vergassen van ganzen in strijd is met artikelen 47 en 73 van de Flora- en faunawet, waarin is bepaald dat onnodig lijden van dieren door jacht, beheer en schadebestrijding moet worden voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze
wilt u middels uw faunabeheer maatregelen treffen om de zorgplicht te handhaven?

Nee, voor zover ons bekend heeft de rechter zich niet uitgesproken over of het vergassen van ganzen in strijd is met artikelen 47 en 73.

4. Is volgens u voldoende aangetoond dat het vergassen van ganzen niet in strijd is met de nationale en Europese regelgeving ? En hoe verhoudt dit zich tot de uitspraak van de Raad van State van 4 januari j.l., waarin werd bepaald dat de provincie Utrecht geen ganzen
(uitgezonderd nijlganzen) mag vergassen omdat deze onder de Europese vogelrichtlijn vallen?

Nee. Wij volgen de lijn van de uitspraak van de Raad van State van 4 januari j.l.. Dit houdt in dat wij er vanuit gaan dat alleen nijlganzen (als exoot) met gas gedood mogen worden en beschermde inheemse ganzen niet.

5. Bent u van mening dat bedrijven geen vergunning nodig hebben om ganzen te vergassen (als gevolg van het toevoegen van biociden op de lijst van toegestane dodingsmiddelen?) Zo ja, kunt u dit toelichten?

Nee. Een bedrijf dat beschermde inheemse ganzen wil doden heeft ontheffing nodig van verboden vermeld in de Flora- en faunawet. Voor nijlganzen, die niet bij wet beschermd zijn, mag vergassing zonder ontheffing worden toegepast, mits op de lijst van toegestane dodingsmiddelen geplaatst.

6. Bent u van mening dat er geen enkele provinciale ontheffing meer nodig is voor het doden van ganzen door vergassing? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Zie antwoord op vraag 5.

7. Bent u van mening dat het imago van Brabant te lijden zal hebben bij toepassing van vergassing, gezien de grote maatschappelijke ophef over de vergassing op Texel? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Ja.

8. Kunt u aangeven wat uw bijdrage is geweest aan het ganzenoverleg tussen de G7 en het IPO?

De G7 heeft bewust gekozen om geen overheden te betrekken bij het overleg. Het G7 akkoord is dan ook geheel tot stand gekomen door maatschappelijke organisaties zoals landbouw en vogelbescherming. In het IPO overleg hebben alle provincies ambtelijk en bestuurlijk bijgedragen aan een alternatief voorstel. Beide scenario’s worden momenteel doorgerekend. Wij verwachten over drie maanden de resultaten.

9. Bent u bereid om in de verdere ontwikkeling van het ’richtsnoer’ over dodingsmethoden, dat in overleg met de provincies wordt afgestemd, het standpunt te verdedigen dat vergassen van ganzen dieronvriendelijk is? Zo nee, waarom niet?

Iedere dodingsmethode is in principe dieronvriendelijk. Over de mate waarin bestaan verschillende standpunten. Wij vinden het nu prematuur hierover een standpunt in te nemen, het overleg met de G7 en het IPO bevindt zich in de eerste fase.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Voorzitter, Secretaris,