Wilde zwijnen Leen­derbos


Indiendatum: feb. 2012

Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake zwijnenpopulatie Leenderbos

Geacht college,

In de media is de afgelopen maanden regelmatig berichtgeving verschenen over de zwijnenpopulatie in het Leenderbos. Er gaan stemmen op om meer dieren te doden om daarmee vermeende onveiligheid, schade, aanrijdingen en overbrenging van dierziekten te voorkomen.

De gemeente Heeze-Leende schreef een brandbrief, boeren hebben een bezwaarprocedure gestart en willen de zwijnen bejagen. De Faunabeheereenheid Brabant wil rivaliserende boeren en jagers vanwege de veiligheid niet samen laten jagen . Ook vernamen wij uit de media dat er overwogen wordt om het Leenderbos aan te wijzen als derde leefgebied voor zwijnen in Nederland.

Recent onderzoek naar de consequenties van meer wilde zwijnen in Limburg door Alterra komt tot de conclusie dat de Nederlandse zwijnenpopulatie vrij is van de vijf ziekten die wilde zwijnen kunnen overbrengen (Varkenspest, Aujezsky, mond- en klauwzeer, blaasjesziekte en Trichinella). Ook het ministerie en andere wetenschappers bevestigen dat de kans op besmetting door wilde zwijnen zeer miniem is , .

Zwijnen kunnen een significante meerwaarde hebben voor de recreatieve en toeristische sector, dit wordt versterkt door jachtvrije gebieden, open landschap en recreatieve zonering .

Wilde zwijnen kunnen heel goed ruiken en horen waardoor je ze moeilijk kunt benaderen. Aanvallen van wilde zwijnen zijn daarom hoogst zeldzaam. Alleen als de dieren gevoerd worden kunnen ze 'humeurig' reageren bij het uitblijven van voedsel. Verder kunnen zeugen met jongen beschermend optreden wanneer ze door mensen worden benaderd.

De praktijk op de Veluwe wijst uit dat zwijnenpopulaties door bejaging niet te 'beheersen' zijn. Het is bewezen dat hoe meer zwijnen in een populatie gedood worden, hoe hoger het geboortecijfer . Regulatie door natuurlijke selectie is de enige manier om een balans te creëren.

Wilde zwijnen kunnen gunstige effecten hebben op de biodiversiteit in bossen . Brabant heeft veel gebieden die geschikt zijn voor wilde zwijnen .

Wij willen u graag onderstaande vragen stellen.

1. Kunt u bevestigen dat u voornemens bent binnenkort een beslissing te nemen over het eventueel aanwijzen van het Leenderbos als leefgebied voor zwijnen?
2. Kunt u ons informeren over eventuele bezwaarprocedures die agrariërs hebben lopen? Wat is daarvan de stand van zaken?
3. Bent u voornemens een ontheffing te verlenen voor het bejagen van zwijnen met kunstlicht? Zo ja, op welke gronden?
4. Bent u bekend met de ziektevrije status van de Nederlandse populatie wilde zwijnen? Bent u van mening dat de aanwezigheid van zwijnen in het Leenderbos en de Groote Peel een onacceptabel veterinair risico vormt voor varkenshouders? En hoe verhoudt dit zich tot de 'gedoging' van zwijnen in de Meinweg en op de Veluwe?
5. Is er in de bloedmonsters die zijn genomen van gedode zwijnen uit het Leenderbos één van de overdraagbare ziekten aangetroffen?
6. Bent u van mening dat zwijnen onveilige situaties veroorzaken voor recreanten en passanten? Zo ja, kunt u toelichten waarom dit in het Leenderbos mogelijk wel het geval is en op de Veluwe of in de Meinweg niet?
7. Bent u bereid maatregelen rasters, snelheidsbeperkingen, wildspiegels, wildsignaleringssysteem, geurgordijn) op het gebied van verkeersveiligheid te nemen in het Leenderbos om aanrijdingen met zwijnen en ander wild te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen worden geïntroduceerd of zijn al aanwezig?
8. Bent u van mening dat zwijnen de biodiversiteit in Brabant kunnen verrijken en acht u dit wenselijk in het kader van het provinciale natuurbeleid? Zo nee, waarom niet?
9. Bent u van mening dat in Brabant een 'nulstand' nog een realiseerbaar doel is, gezien het aantal zwijnen dat zich in het Leenderbos (en de Groote Peel) gevestigd heeft?

In antwoorden van Staatssecretaris Bleker op schriftelijke vragen verwijst hij naar mogelijke gevaarlijke toestanden bij jacht op zwijnen in het donker.

10. Op welke gevaarlijke toestanden duidt Dhr. Bleker hier? Is de veiligheid van passanten en recreanten in het Leenderbos gegarandeerd indien er op de zwijnen geschoten wordt, en op welke wijze?


Met vriendelijke groet,
ir. Marco van der Wel

Indiendatum: feb. 2012
Antwoorddatum: 19 mrt. 2012

Antwoord van Gedeputeerde Staten d.d. 13 maart 2012


Ad.1 De komende maanden onderzoeken wij de mogelijkheden voor één of enkele leefgebieden voor wilde zwijnen in Noord-Brabant. Het Leenderbos is één van de gebieden die in dit onderzoek wordt meegenomen.

Ad. 2 Drie belanghebbenden hebben op 16 september 2011 bezwaar ingediend tegen de door ons op 8 augustus 2011 verleende ontheffing voor het ’s nachts met behulp van kunstlicht doden van wilde zwijnen. Kern van het bezwaar had te maken met de rol en werkwijze van de Faunabeheereenheid. De beslissing op bezwaar volgt uiterlijk 23 maart 2012. Tegen ons besluit van 6 januari 2012 om geen individuele ontheffing aan bezwaarmakers te verlenen voor het doden van wilde zwijnen op hun gronden hebben zij ook bezwaar ingediend. Een ontheffing voor heel Noord-Brabant en dus ook op die gronden is op 8 augustus aan de FBE verstrekt conform faunabeheerplan. De HAC zitting heeft 12 maart 2012 plaatsgevonden en hun advies wordt binnen zes weken verwacht.


Ad. 3 Op basis van door ons goedgekeurde faunabeheerplannen worden sinds 2007 ontheffingen verleend voor het doden van wilde zwijnen, deze zijn op dit moment ook actief.

Ad. 4 Ja. Het risico op overdracht van veterinaire ziekten van wilde naar gehouden dieren is gering tot zeer gering. Een uitbraak van een ziekte in de wilde populatie kan daarentegen een groot effect hebben op de export van gehouden varkens naar het buitenland. In de Meinweg en in de Veluwe zijn maatregelen genomen zoals het plaatsen van een raster, wat het risico van verspreiding van wilde zwijnen substantieel
verkleint. Bovendien is de varkenssector niet geconcentreerd in de Meinweg en in de Veluwe, maar met name in Oost-Brabant.
Wat acceptabel is wordt voor ons duidelijk na het onderzoek naar potentiële leefgebieden.

Ad. 5 Ja, vanaf het eerste wilde zwijn dat in 2008 bij het Leenderbos werd gedood. Er zijn tot nu toe geen sporen van dierziekten gevonden.

Ad. 6 De veiligheid hangt met name af van het gedrag van mensen. Bekend is dat voeren van deze dieren en het zich bevinden tussen zeug en biggen tot gevaarlijke situaties kunnen leiden. Dit geldt ook voor de Veluwe en de Meinweg.

Ad. 7 Er zijn ons geen incidenten bekend.

Ad. 8 Uit het provinciefonds is niets betaald. De schade werd vergoed door het Faunafonds. Het Faunafonds schat dat in 2011 alleen rond het Leenderbos ongeveer € 40.000,- is getaxeerd aan schade veroorzaakt door wilde zwijnen. Er is spraken van een schatting omdat enkele dossiers nog in behandeling zijn bij het Faunafonds.

Ad. 9 Op dit moment is op de enige relevante provinciale weg sprake van faunavoorzieningen als waarschuwingsborden en draden. Ook worden twee ecoducten aangelegd door de provincie, waarbij faunavoorzieningen worden getroffen om de fauna via de ecoducten over de weg te begeleiden. Verkeersveiligheid maakt daarnaast onderdeel uit van het onderzoek naar potentiële leefgebieden. Hiervoor zijn geen aanvullende middelen beschikbaar.

Ad. 10 & 11 Wilde zwijnen hebben een positief effect op de biodiversiteit en zijn daarom een verrijking voor de Brabantse natuur. Een definitieve nulstand lijkt, vanwege de inloop van over de provinciegrenzen, de voortplantingssnelheid en de grootte en deels onbegaanbaarheid van het terrein, niet realistisch. Komende maanden onderzoeken wij het nulstandbeleid in relatie tot de handhaafbaarheid hiervan. De ontwikkelingen worden meegenomen in ons natuurbeleid en wij verwachten voor de zomer meer duidelijkheid te kunnen geven.

Ad 12 Dhr. Bleker heeft het over het feit dat wanneer ’s nachts gebruik gemaakt wordt van meerdere ontheffingen op hetzelfde terrein, dit vanwege beperkt zicht tot gevaarlijke situaties kan leiden. Bij de inzet van ontheffingen voor nachtelijk afschot van wilde zwijnen met behulp van kunstlicht is het daarom van belang dat dit planmatig en gecoördineerd gebeurt. Daarom ziet de faunabeheereenheid erop toe dat niet meerdere machtigingen per terrein afgegeven worden. Bovendien hebben we de voorwaarde opgenomen dat een nachtelijke actie vooraf gemeld moet worden bij de locale politie, zodat deze weet wie er in dat terrein op welk moment actief is.

Uitgegeven, 19 maart 2012
De secretaris van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
drs. W.G.H.M. Rutten

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Natuurgebied Koornwaard en nieuw tracé Zuid-Willemsvaart

Lees verder

Vergassen van ganzen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer