Vragen akkoord uitvoering ganzen­beleid

Indiendatum: dec. 2012
Antwoorddatum: 19 dec. 2012

Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende vragen van ir. M. van der Wel van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake het Akkoord uitvoering ganzenbeleid tussen IPO/provincies en de Ganzen 7, d.d. 6 december 2012.

Geachte heer Van der Wel,

Bij brief van 11 december 2012, ingekomen op 11 december 2012, heeft u namens de PvdD fractie op grond van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten schriftelijke vragen gesteld.

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1.In bovengenoemd akkoord wordt beschreven dat de huidige foerageergebieden voor trekganzen komen te vervallen en worden vervangen door rustgebieden. Wat betekent het feitelijk voor de trekganzen in Brabant als de foerageergebieden komen te vervallen?

Antwoord: Feitelijk betekent het akkoord met rustgebieden een verhoogde bescherming voor de trekganzen in Brabant ten opzichte van de huidige foerageergebieden.
In de rustgebieden is straks zowel het doden als het opzettelijk verontrusten van ganzen niet toegestaan. Dit komt overeen met het beleid in de huidige foerageergebieden.
De rustgebieden blijven echter in stand totdat de overwinterende ganzen vertrekken. Dit is langer dan de huidige foerageergebieden. Daarnaast wordt bij het beëindigen van de rustgebieden rekening gehouden met de verschillende vertrekdata van de overwinterende ganzen.
Volgens het akkoord mag er gedurende de winterperiode tot aan februari nergens geschoten worden op ganzen, waarbij een beperkte uitzondering geldt voor de bescherming van enkele kwetsbare gewassen. Dit is feitelijk een verhoogde bescherming ten opzichte van het huidige beleid met foerageergebieden, omdat daarbuiten ganzen nu wel mogen worden gedood ter
bescherming van alle schadegevoelige gewassen.

2.In bovengenoemd akkoord streven provincies en G7 er naar om cofinanciering en schadevergoeding uit het POP3 programma te verkrijgen voor de uitvoering van het rustgebiedenbeleid. Bent u het met ons eens dat u hiermee een groot financieel risico neemt, aangezien er geen zekerheid bestaat of de POP3 gelden wel voor dit doel gebruikt kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. In het akkoord staat dat het taakstellende provinciale budget voor tegemoetkomingen in schade (landelijk) € 12,5 mln. per jaar bedraagt. Het verkrijgen van POP3 financiering is een voorwaarde om 130% van de schade uit te kunnen keren. Wanneer deze POP3 gelden niet gebruikt kunnen worden, wordt minder schade uitgekeerd, zodanig dat de provincies binnen de taakstelling blijven van € 12,5 mln.

3.Met welke gelden worden cofinanciering en schadevergoeding bekostigd als blijkt dat de POP3 gelden hier niet voor kunnen worden gebruikt?

Antwoord: Dit is niet van toepassing. Als POP3 gelden niet beschikbaar zijn, dan wordt minder schade uitgekeerd of worden andere instrumenten ingezet om binnen het budget te blijven. Zie ook het antwoord op vraag 2.

4.Waarom wordt er binnen de rustgebieden 130 procent van de getaxeerde door agrariërs geleden schade uitgekeerd?

Antwoord: De 130% tegemoetkoming is een stimulans mee te werken aan deze winterrust voor ganzen en het aanbod van kwalitatief aantrekkelijk voedsel voor de ganzen in die gebieden op voldoende hoog niveau te houden. Het akkoord is een resultaat van geven en nemen door zeer uiteenlopende maatschappelijke belangenorganisaties.

5.In het akkoord wordt gesteld dat het gebruik van CO2 als bedwelmingsmiddel als een onmisbaar instrument wordt gezien. Wat wordt verstaan onder een bedwelmingsmiddel en wat zijn de effecten van een dergelijk bedwelmingsmiddel op ganzen? Worden bij de procedure de ganzen alleen bedwelmd of ook gedood?

Antwoord: Onder bedwelmingsmiddelen worden verstaan CO2 of argon. Het zijn nadrukkelijk middelen die worden toegepast als dodingsmiddel. In een onderzoek van Alterra naar het doden van wilde ganzen met CO2 en argon staan de effecten beschreven van deze methode. Ganzen raken bij CO2 en argon binnen een minuut bewusteloos. Vervolgens treedt de dood in, in bedwelmde toestand. Binnen het kader dat het doden van wilde ganzen is geaccepteerd, wordt de methode van doden met oplopende CO2-concentraties (van 0 tot 80% in 1 minuut) als acceptabel bevonden, aldus Alterra.

6.G7 en IPO gaan zich, volgens het akkoord, gezamenlijk inspannen om gebruik van CO2 in Europees en nationaal verband goedgekeurd te krijgen. Welke inspanning zullen G7 en IPO doen om het bedwelmen van ganzen goedgekeurd te krijgen? En hoe groot acht u de kans dat het bedwelmen van ganzen in Europees en nationaal verband wordt goedgekeurd?

Antwoord:
Nationaal:
Het middel CO2 is begin 2011 reeds toegevoegd aan de toegestane dodingsmiddelen onder de Flora- en faunawet, via een wijziging in het Besluit Beheer en Schadebestrijding.

Europees:
Europees is het nog niet geregeld. Om het gebruik van CO2 mogelijk te maken zetten IPO en G7 zich in voor twee actiepunten:
1. Een wijziging in de Benelux beschikking: het middel CO2 moet dan toegevoegd worden aan een lijst met middelen die voor schadebestrijding in aanmerking komen.
2. Elk middel voor het doden van vogels dat in Nederland op de markt gebracht wordt moet beoordeeld en toegelaten zijn door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Om een Nederlandse toelating van het Ctgb te kunnen krijgen moet de werkzame stof in het middel in Europees verband zijn beoordeeld of aangemeld te zijn om te worden beoordeeld. Op 8 februari 2010 heeft de Europese Commissie (EC) een besluit gepubliceerd waarin aangegeven wordt dat geen enkele fabrikant interesse heeft getoond om het dossier voor CO2 voor de bestrijding van vogels in te dienen in Europa. Op dit moment onderzoekt de Minister de mogelijkheden om CO2 opnieuw aan te melden voor beoordeling. Dit beantwoorde de Minister op kamervragen. Ook de G7 en IPO spannen zich hiervoor in.

Over de kans van slagen kunnen wij op dit moment geen inschatting maken.

7.Er staat in het akkoord dat partijen geen bezwaar of beroep in stellen tegen vergunningen, ontheffingen en aanwijzingen die passen binnen het kader van dit akkoord, dan wel de door GAK opgestelde plannen. Bent u het met ons eens dat verdere precisering van wat precies binnen het kader van het akkoord valt hier gewenst is? Zo ja, hoe wilt u dat vormgeven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. De partijen hebben dit onderling afgesproken en zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. De overheid kan geen partij het recht ontzeggen bezwaar of beroep in te dienen.

8. De Vaste Kamercommissie van economische zaken heeft 5 december 2012 besloten om de ganzenproblematiek middels een algemeen overleg opnieuw op de agenda te plaatsen, terwijl bovenstaand akkoord op 6 december is gepubliceerd. Bent u op de hoogte van de aanleiding voor de beslissing van de Vaste Kamercommissie? Zo ja, wat is de aanleiding van deze beslissing?

Antwoord: Om achter deze aanleiding te komen hebben wij contact opgenomen met de griffie van EZ. De aanleiding voor het debat had te maken met het uitblijven van een akkoord tussen de G7 en het IPO over het ganzenbeleid. In het verlengde daarvan was het onduidelijk of er wel of geen behandelbedrag zou komen voor agrariërs die een tegemoetkoming in schade aan zouden vragen. Het onderwerp is nog niet geagendeerd.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris,