Vragen over de aanhoudende mestfraude
Indiendatum: 5 okt. 2021
Geacht college,
Op 15 juni van dit jaar dienden wij technische vragen in, onder meer over mestfraude. In een artikel van Follow The Money kwam een groot mestverwerkingsconcern als spil in omvangrijke mestfraude naar voren. In 2017 bleek uit onderzoek van het NRC Handelsblad dat 64 procent van de mestbedrijven in Oost-Brabant en Noord-Limburg in de loop der jaren meermaals is beboet door de NVWA, is verdacht van strafbare feiten of is veroordeeld door de straf- of bestuursrechter.
In reactie op onze technische vragen werd aangegeven dat de antwoorden op de vragen nog niet beschikbaar zijn. Daarbij werd ook verwezen naar de concept Uitvoeringsagenda Mest, die een groot deel van onze vragen zal beantwoorden. Kort na deze reactie stuurde uw college aan PS een Statenmededeling over verder uitstel van het plan-MER Mest. De volgorde is nu dat PS eerst het beleidskader Landbouw en Voedsel vaststellen, en dat daarop de concept Uitvoeringsagenda Mest wordt gebaseerd. Wij concluderen dat het Uitvoeringsprogramma Mest dus nog wel even op zich laat wachten.
Afgelopen week zijn er weer Brabantse bedrijven in het nieuws geweest vanwege mestfraude. Nu.nl heeft het over een “sector die niet wil deugen”.
Mestfraudeurs wachten niet tot de provincie een Uitvoeringsagenda Mest heeft vastgesteld. Wij hebben daarom volgende vragen aan uw college.
1. Bent u van mening dat de huidige inzet tegen mestfraude, van de provincie, het Rijk en instanties als het Openbaar Ministerie (OM), voldoende is? Zo nee, wat kan er beter en welke rol kan de provincie daarin oppakken?
2. Aan welke inzet tegen mestfraude heeft de provincie bijgedragen en welke resultaten zijn daar mee geboekt?
3. Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van de aanhoudende mestfraude?
4. Erkent u dat ‘emissiearme stalsystemen’ op papier weliswaar zouden kunnen bijdragen aan minder emissie, maar sowieso niet bijdragen aan reductie van het mestoverschot, en daarmee het mestoverschot in stand houden?
In 2018 stelde het OM dat een krimp van het aantal landbouwdieren de enige echte oplossing is om mestfraude aan te pakken. De capaciteit van het OM en de NVWA was volgens de landelijk coördinerend milieuofficier van justitie bij lange na niet toereikend om te controleren op mestfraude.
5. Bent u bereid om in de concept Uitvoeringsagenda Mest, en het onderliggende Beleidskader Landbouw en Voedsel, expliciet het reduceren van het aantal landbouwdieren mee te nemen als oplossing voor het mestoverschot, inclusief het probleem van mestfraude, zoals het OM opperde? Zo nee, waarom niet?
Met vriendelijke groet,
Anne-Miep Vlasveld,
Partij voor de Dieren Noord-Brabant
Indiendatum:
5 okt. 2021
Antwoorddatum: 2 nov. 2021
Op 15 juni van dit jaar dienden wij technische vragen in, onder meer over mestfraude. In een artikel van Follow The Money kwam een groot mestverwerkingsconcern als spil in omvangrijke mestfraude naar voren. In 2017 bleek uit onderzoek van het NRC Handelsblad dat 64 procent van de mestbedrijven in Oost-Brabant en Noord-Limburg in de loop der jaren meermaals is beboet door de NVWA, is verdacht van strafbare feiten of is veroordeeld door de straf- of bestuursrechter.
In reactie op onze technische vragen werd aangegeven dat de antwoorden op de vragen nog niet beschikbaar zijn. Daarbij werd ook verwezen naar de concept Uitvoeringsagenda Mest, die een groot deel van onze vragen zal beantwoorden. Kort na deze reactie stuurde uw college aan PS een Statenmededeling over verder uitstel van het plan-MER Mest. De volgorde is nu dat PS eerst het beleidskader Landbouw en Voedsel vaststellen, en dat daarop de concept Uitvoeringsagenda Mest wordt gebaseerd. Wij concluderen dat het Uitvoeringsprogramma Mest dus nog wel even op zich laat wachten.
Afgelopen week zijn er weer Brabantse bedrijven in het nieuws geweest vanwege mestfraude. Nu.nl heeft het over een “sector die niet wil deugen”.
Mestfraudeurs wachten niet tot de provincie een Uitvoeringsagenda Mest heeft vastgesteld. Wij hebben daarom volgende vragen aan uw college.
1. Bent u van mening dat de huidige inzet tegen mestfraude, van de provincie, het Rijk en instanties als het Openbaar Ministerie (OM), voldoende is? Zo nee, wat kan er beter en welke rol kan de provincie daarin oppakken?
Antwoord:
Wij zijn van mening dat de huidige inzet op mestfraude een juiste afweging is van hoe we als instanties (provincie, omgevingsdiensten, waterschappen, OM, RVO en LNV) beschikbare middelen en capaciteit het beste in kunnen zetten. Deze afweging is niet statisch, we maken regelmatig de balans op en passen de inzet daar op aan.
2. Aan welke inzet tegen mestfraude heeft de provincie bijgedragen en welke resultaten zijn daar mee geboekt?
Antwoord:
Voor een gedeelte van de mestverwerkers zijn wij bevoegd gezag. Als bevoegd gezag zijn we verantwoordelijk voor het toezicht. Daarnaast hebben we een coördinerende rol in het project gebiedsgericht handhaving mest dat vanuit de versterkte handhavingsstrategie van LNV is ontstaan. Zie ook de statenmededeling Project Gebiedsgerichte Handhaving Mest (GGH Mest).
3. Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van de aanhoudende mestfraude?
Antwoord:
Hier hebben wij geen inzicht in.
4. Erkent u dat ‘emissiearme stalsystemen’ op papier weliswaar zouden kunnen bijdragen aan minder emissie, maar sowieso niet bijdragen aan reductie van het mestoverschot, en daarmee het mestoverschot in stand houden?
Antwoord:
Emissiearme stalsystemen zijn bedoeld om de ammoniak- en andere emissies vanuit de stal te verminderen en niet om het mestoverschot te verminderen.
In 2018 stelde het OM dat een krimp van het aantal landbouwdieren de enige echte oplossing is om mestfraude aan te pakken. De capaciteit van het OM en de NVWA was volgens de landelijk coördinerend milieuofficier van justitie bij lange na niet toereikend om te controleren op mestfraude.
5. Bent u bereid om in de concept Uitvoeringsagenda Mest, en het onderliggende Beleidskader Landbouw en Voedsel, expliciet het reduceren van het aantal landbouwdieren mee te nemen als oplossing voor het mestoverschot, inclusief het probleem van mestfraude, zoals het OM opperde? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Conform het addendum bij het bestuursakkoord vormt het sluiten van kringlopen het uitgangspunt voor zowel het beleidskader landbouw en voedsel als voor de uitvoeringsagenda mest. Terugloop van de veestapel is daarin geen doel op zich. Overigens is de verwachting dat de omvang van de veestapel zal gaan teruglopen, onder andere door regelgeving van het rijk.
Interessant voor jou
Technische vragen over Statenvoorstel 68/21 Afgeven definitieve verklaring van geen bedenkingen op de Wabo-aanvraagonderdeel strijdig gebruik in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan ‘Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69’
Lees verderTechnische vragen over memo van gedeputeerde Roijackers over Beheer en onderhoud faunapassages
Lees verder